Overzicht van de bibliotheken in VlaamschÏBelgië i Ik twijfel niet of in alle bibliotheken heerscht, zooals de be- kende Amerikaansche collega John Gotton Dana voor twintig jaar eens schreef, een geest van zoo breed mogelijk opgevatte gast- vrijheid. Ja « de atmosfeer zal er zoo welwillend, zoo vriendelijk en zoo verwarmend zijn, als ieder het zou wenschen in zijn eigen huis ». Verder sprak John Cotton Dana ook nog wijze woorden die heden voor ons land mogen herhaald worden : « En. nu richten wij, voor het eerst in de geschiedenis, onze openbare leesbibliotheken op, tempels van geluk en wijsheid, voor allen toegankelijk. Geen andere instelling, welke onze maatschappij voortbracht is zoo ruim van blik, zoo algemeen van strekking, zoo verwant aan ieder persoonlijk, zoo aantrekkelijk voor oud en jong, zoo geschikt om den onwetende zonder aanmatiging en den meestgeleerde zonder verlegenheid te onderwijzen.' «Uw openbare leesbibliotheek moet het brandpunt worden van alles wat streeft naar de macht der gemeenschap. Zij moet meer dan eenig andere instelling u binden tot een burgerlijk geheel, en bij u meer en meer het gevoel ontwikkelen, dat gij zijt burgers van een veelbeteekenende stad. » 1 Met verscheidenheid van inzicht, met soms zeer uiteenloopende bedoelingen werden bibliotheken opgericht, toegankelijk voor allen en bestemd om beschaving en ontwikkeling in de hand te werken. Een oppervlakkig toeschouwer oordeelt wel eens te vlug dat versnippering van krachten en dus ook verspilling van middelen als eenig resultaat te boeken valt. Voortvarende zakenmenschen komen spoedig tot de conclusie dat centralisatie van krachten, van middelen en van lokalen een bezuiniging opleveren en een ver- betering mogen heet en. Wie dieper in het vraagstuk doordringt beseft spoedig dat elke inrichting een eigen arbeidssfeer beheerscht en dat de eigenaardigheid 4