papier en 9 kleurendrukpl. 328 -{— X blz. Antwerpen, De Sikkel, Utrecht, U. M. W. de Haan, 1941. géb. in buckram fr. 210; luxe halfleer 285 Dit groots ch opgezet en prachtig ingevoerd werk wordt de eerste volledige groote algemee- ne kunstgeschiedenis in onze taal. Het moet niet zoozeer een handboek worden voor de wei- nige vakgeleerden, doch vooral het verheugend- groote getal belangstellenden in kunst en kunst- geschiedenis stof geven tot verdieping hunner geestelijke ontwikkeling. « Kunstgeschiedenis is er niet alleen voor vakgeleerden, maar kan een ieder behulpzaam zijn bij het begrijpen van kunst, daar het kunst- werk altijd in mindere of meerdere mate bepaald wordt door den geest van den tijd waarin het ontstaat als door de plaats die het inneemt in de evolutie der vormen. En het begrijpen be- vordert het genieten en het genieten van kunst is een van de minst ontbeerlijke deelen van het volledig mensch-zijn», schrijft A. Vermeylen in de voorrede. Het werk staat onder redactie van Dr. F. W. S. van Thienen, Conservator aan het Gem. Museum te ’s Gravenhage, terwijl een groot aantal der bekendste Noord- en Zuid-Neder- landsche kunsthistorici medewerken. Het eerste deel, met een Voorrede van Prof. Dr. Aug. Vermeylen en een Inleiding van Dr. van Thienen, handelt over de kunst in de oud- heid. Hoofdstuk I: Palaeolithische kunst, en Hoofdstuk V : Scythische kunst, werden be- zorgd door Dr. F. C. Bursch. De drie voor- naamste hoofdstukken: II. over Mesopotamië en Iran; de Hittieten, de Neo-Hittieten ,- Ka- na àn, Phenicië en Palestina ; het Nieuw-Ba- bylonische rijk ; het Perzische rijk onder de Achaemenieden ; Cyprus. Hl. over Egypte in de verschillende periodes. IV. óver Griekenland ; zijn het werk van Prof. Dr. C. W. Lunsingh Scheurleer. Terecht getuigt daarover Dr. v. Thienen in het voorwoord : « Uitermate consciëntieus, met de typische nauwgezetheid van den geleerde, werden door Prof. Scheurleer de talrijke pro- blemen benaderd, die in de archaeologie vaak zoo uitermate duister en gecompliceerd zijn, en herhaaldelijk werd bij het schrijven van dit werk geworsteld met de taak om door deze moeilijkheden heen den weg te zoeken en te wijzen. In alles was daarbij de enthousiaste lief- de voor de kunst van de Oudheid de groote drijvende kracht. » Ook typografisch, moet het boek niet on- derdoen voor het beste dat elders gepresteerd werd. Leeuw, Dr. G. van der : Beknopte geschiede- nis van het kerklied. 287 blz. Groningen, J. B. Wolters, 1941. fL 6,20 Een werk van groote beteekenis voor allen dié belang stellen in de geschiedenis van het Nederlandsche lied. De schrijver noemt het « een eenvoudige inleiding tot een uiterst boeiend en zoowel voor kerk- als muziekge- schiedenis gewichtig onderwerp, waarover wei- nig werd geschreven» en in Nederland de ver- dienstelijke studiën van R. Bennink Janssonius haast vergeten zijn. Deze geschiedenis werd geschreven met me- dewerking van Dr. K. Bemet Kempers met de hoop dat de studie zal bijdragen tot de door- werking van beginselen van liturgischen en mu- zikalen aard. Een inleiding brengt ons de verhouding van het heilig woord, toon en rhythme, zang en ge- meenschap. Het eerste hoofdstuk is gewijd aan de oudheid tot de middeleeuwen, het tweede volgt de ontwikkeling tot de contrareformatie, een derde handelt over het rationalisme en het piëtisme terwijl het besluit de uitdooving er- kent en perspectieven opent. En opnieuw moet kerkmuziek worden een ding van groote heerlijkheid. Een boek waar men blij mee is het te be- zitten. Mierlo, Dr. J. van : Beknopte geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche Letterkun- de. 226 blz. Brussel, N.V. De Standaard, 1941. fr. 38,— Ken derde nogmaals om- en bijgewerkte druk van een boek dat nieuwe perspectieven bracht. Gestreefd werd naar zakelijkheid, meent de auteur, zoodat bij alle wisseling van theorieën en hypothesen, het werk toch, om het positieve zijn waard blijft behouden. Gestreefd werd ook naar een zekere volledigheid en soms vergt dat een louter opsomming van werken en namen. Aan de opvatting omtrent zijn bedoeling is Pater van Mierlo getrouw gebleven ook in deze nieuwe druk die enkele der jongste ontdekkin- gen opneemt. In het algemeen schijnt ons de stof nog klaarder geschikt en typografisch uit- stekend voorgebracht. Een boek dat ook kleinere bibliotheken moe- ten bezitten. Paaps, T.: Godsdienstig leven op Vlaamschen bodem. 61 blz. Antwerpen, Nederl. Boek- handel, 1941. fr. 12,-3 Hier wordt het godsdienstig pijl gemeten van de 8* en het begin der 9* eeuw. De aanvang van de bekeering : St. A man dus, Lambertus, Eligius, Willibrordus, Bonifaöus, verder de bekeeringsmethode, de organisatie van de gees- telijkheid en invloed bij het volk. Een merkwaardig boeksken, dl. 2 van De Seizoenen. Populaire Ontspanningsseries der Zuid-Hol- landsche tl. M. Uitg. voor België : Antw., De Nederl. Boekhandel, per deel fr. 25,— Vier nieuwe boeken komen deze reeks aan- vullen, in de blijkbaar steeds strikt in acht ge- 1 I i 1 9 97