denkbeelden te-doen verkrijgen. 119 s, past, die eene befmertende ziekte heeft, kan …, Hij u dan wel voor befmetting bewaren ? °” enz. Het vragen door voorbeelden is niet alleen nuttig, om te ontdekken, of de kinderen eené waarheid, over het algemeen, wel begrepen ‘heb= ben, maar het leert hun ook de waarheid op bijzondere gevallen toepasfen ; en hierom moêt gij ook altijd uwe vragen tot zulke gevallen be- palen, waarbij dit door hen gefchieden kan. 4. Laat de kinderen dikwijls voorbeelden bij- brengen, wanneer gij hunne algemeene denkbeel- den of flellingen wilt onderzoeken. Bij voorbeeld: gij wilt weten, of zij de ftelling, wie anderen door zijne fchuld benadeelt, die moet de fchade vergoeden, wel begrepen hebben, dan kunt gi zeggen: „ brengt mij eens een geval, of voors „, beeld bij, waarin iemand een ander door zijn 9» toedoen zou kunnen fchaden, en zegt mij dan … wat hij doen moet?” — Wilt gij beproeven , of zij weten, wat een teeken zij, zegt hun dan, dat zij u een ding opnoemen, welk daarvoor kan gehouden worden. Ondertusfchen moet men bij de voorbeelden, welke de kinderen aanvoeren, hun niet uit het oog doen verliezen, dat het een voorbeeld ís, en hun tot dat einde vragen: „, is datgene, wat gi mij daar opnoemt, met „, der daad een teeken? waarom houdt gij het „er dan voor? Zoo! omdat het u iets kan … herinneren. Maar, wat kan het u dan te bin= „> nen brengen? ” s. Vraast naar het tegendeel, en naar gelijke foortige zaken. Bij voorbeeld; wanneer gi wilt beproeven, of uwe leerlingen van eene zekere zaak, zoo als van het onderwerp en de hoeda- nigheid eener ftelling, een juist en genoegzaam H 4 klaar te sE Mn