andere bezigheden die eveneens in de lijn van de O. B. liggen, en waarvan onze leden in de mededeelingen van ons orgaan regelmatig de sporen terug- vinden. In den Hoogeren Raad is onze Vereeniging thans vertegenwoordigd door de heeren A. De Gort en G. Schmook. Ook het werk van het Boek voor den Soldaat heeft op leden van ons bestuur beslag gelegd. Dat we niet stil hebben gezeten is trouwens duidelijk gebleken uit de in De Bibliotheek- gids gepubliceerde bijdragen en brieven omtrent onze stellingname inzake de Albert-I-Bibliotheek, en de stappen die we bij de Hoogere Besturen hebben gedaan tot het bekomen van ruimere toelagen voor de O. B. ; van redelijke vergoedingen voor de bibliothecarissen ; tot het scheppen van wettelijke zoowel als organische levensmogelijkheden voor d£ openbare bibliotheken van het type van de Angelsaksische Public Library en de Nederlandsche Openbare Leeszaal en Bibliotheek ; voor* een betere beroepsopleiding ; voor samen- ordening van alle takken van ons bedrijf. We memoreeren eveneens de deelname van de Vereeniging in 1938 aan: de V/interbijeenkomst van onze Nederlandsche Zustervereeniging te Rotter- dam op 23 Januari ; aan de Wetensch. VI. Congr. van April ; aan het Inter- nationaal Congres van de Vereenigingen van Bibliothecarissen te Brusel op 3-4 Juli ; aan de Conscience-feesten en -tentoonstelling (Juli-Sept.) en aan de tentoonstelling « Lof van Antwerpen » (Oogst-Sept.) te Antwerpen ; aan den Bibliotheekdag door de provincie Oost-Vlaanderen ingericht in de Universiteitsbibliotheek te Gent op 2“ Kerstdag. Vergeleken met het ongewoon bedrijvige 1938 vertoonde 1939 aanvan- kelijk een rustiger beeld. De bibliotheekdag te Gent was aanleiding tot het voeren van besprekingen om te komen tot een nauwe samenwerking tusschen het Algemeen Verbond van Katholieke Boekerijen en onze Vereeniging. Het eerste resultaat van deze besprekingen was het betoogschrift, dat in naam van beide vereenigingen naar Kamer en Senaat werd gezonden, en dat in ons Aprilnummer werd afgedrukt. De tijdsomstandigheden hebben thans onze plannen voor een Kerstver- gadering in de war gestuurd. Of de Wetenschappelijke Congressen voor Boek- en Bibliotheekwezen die in het voorjaar 1940 te Antwerpen moesten gehouden worden door zullen gaan, blijft een open vraag. Mocht de politieke en economische horizon dermate opklaren dat deze Congressen zonder stoor- nis kunnen gehouden worden, dan raden wij onze leden aan nu reeds schik- kingen te treffen om aan deze congressen deel te nemen. Op het terrein van de stille werking, voor de ledenaanwerving b.v. heeft de vereeniging sinds haar laatste vergadering, groote bedrijvigheid ontwik- keld. 1937 en 1938 leverden 24 nieuwe leden, 1939 tot hiertoe 5, totaal 29. In hetzelfde tijdsverloop betreurden wij het overlijden van vijf onzer oudste en meest verdienstelijke leden (prof. Vercoullie, M. Coomans, C. Braekman, N. van Ooyen, E. Danckers) wat den ledenaangroei terugbrengt tot 24. Door onze hartelijke en zakelijke betrekkingen met de ministerieele diensten konden 110