Over opmerkzaamheid en madenkene 2x „ arts werden voorgefchreven. Dan moet. gij fterven , zeide de geneesheer, en hi ftierf r 22 5 ook binnen weinige dagen; terwijl een zijner „, fpeelmakkers „ die dezelfde ziekte in eenen …, nog ergeren graad had, door een naauwkeu. } „, rig gebruik van de voorgefchreven middelen; >», weder gezond werd,” Wanneer gij nu uwen fcholieren deze ondere rigtingen hebt medegedeeld, moet gij hen vere volgens daarover verfchillende gevallen voorftele len, ten einde hen in opmerkzaamheid en nae denken nog verder te oefenen. — bij voorbeeld : Pierer leerde in de fchool meer goeds, dan de overige kinderen: wat zoude hiervan de reden zün? — Grorce wil gaarne de liefde zijner brave ouderen bezitten: welke middelen moet hij daartoe aanwenden? — HERMAN was ziek, en nam, met goed gevolg, een braakmiddel in; maar zoude dit middel voor den kranken KoENRAAD even heilzaam zijn? — lemand weigert u het eene of andere verzoek kunt gij nu daarom aanftonds denken, dat die perfoon u een kwaad hart toedraagt?” Eindelijk kunt gij ook nog, ter bevordering van opmerkzaamheid eu nadenken, een nuttig gebruik maken van de gemoedsgefteldheid uwer leerlingen, hun eigen doen en laten, de beweege redenen hunner daden, benevens derzelver govole gen. De achteloosheid, welke, ten aanzien van dit een en ander , zoo wel bij kinderen, als bij volwasfenen plaats heeft, is zeer algemeen, en hoogst nadeclig. Enkel leeren en verma= nen is niet genoeg , om dit kwaad te verdrije ven: de beoefening van opmerkzaamheid ops en nadenken over de genoemde zaken , moet B 3 dit Wm 8 PO OW ar vs