van de verhandeling prof. H. Brutsaert nagezien. De bekomen gegevens werden verwerkt met een Siemens S. 1400 ordinator en dit op het Centraal Digitaal Rekencentrum’ van de RUG. De gebruikte statistische technieken waren de ‘Chi-kwadraat test’ en de ‘Goodman en Kruskal coëfficiënt Gamma’. . HHHp Dat het onderzoek te Groot-Aalst werd uitgevoerd heeft zijn betekenis. Inderdaad, wanneer men zich de vraag stelt ‘wie gaat naar de OB, wie gaat niet daar de OB?’, dan is het zo dat het antwoord mede afhankelijk is van de bibliotheekvoorziening zelf. Bibliotheekbezoek is afhankelijk van de grootte en verscheidenheid van het boekenaanbod, van de fysische bereik- baarheid, van de hoeveelheid en het tijdstip van de openingsuren enz. Het onderzoek wilde evenwel niet de invloed van deze kenmerken van de organisatie en de werking van de OB op het publiek nagaan. Als on- derzoeksveld werd een stad gekozen met een goede bibliotheekinfrastructuur zodat alle aandacht kon uitgaan naar de persoonsgebonden, familiale en achtergrondsvariabelen die het al dan niet OB-lidmaatschap kunnen verklaren. Te Aalst nu is een goed verspreid net van openbare bibliotheken, met zes filialen. Er is ook een grood aanbod aan boeken, het aantal openingsuren ligt hoog ; er is een grote bibliotheektraditie. De resultaten van het onderzoek moeten — het spreekt voor zichzelf dan ook geïnter- preteerd worden tegen de achtergrond van een goede bibliotheekinfra- structuur. Waar een dergelijke infrastructuur niet aanwezig is kan een an- dere tekening van de bibliotheekleden gemaakt worden. Ten einde de lectuur van de onderzoeksresultaten te vergemakkelijken, geven we hier allereerst de inhoud van enkele basisbegrippen : 1 1. Bezoeker van een OB is hij of zij die op het ogenblik van de afname van de vragenlijst lid is van de Openbare Bibliotheek te Groot-Aalst ; 2. Veel-lezer is hij of zij die jaarlijks 20 of meer boeken leest: een gematigd-lezer leest tussen de 6 en de 19 boekenjaarlijks ; een zwaklezer minder dan 6 ; 3. Leesgemotiveerdheid : positieve leesgemotiveerdheid betekent toch lezen ook als er nog andere dingen te doen vallen, dikke boeken durven lezen, lezen ook al is er op TV eveneens een interessant programma. Negatieve leesgemotiveerdheid betekent dat men enkel leest bij gebrek aan iets of iemand anders ; 4. Leestemperament : wie een begonnen boek niet vlug terzijde legt, ver- schillende boeken terzelfdertijd leest, zonder boeken niet kan leven, wekenlang elke dag kan lezen, wordt in dit onderzoek genoemd een per- soon met sterk leestemperament ; 5. Sociale participatie: op basis van een ‘Stuart F. Chapin-index’, die een samengestelde index is en aan elke proefpersoon een score toekent waar- bij rekening gehouden wordt met het aantal groeperingen waarvan men Bibliotheekgids — Jg. 54 Nr. 1 — 1978 / 5