IN SCHOOLTIJD. Bladz, it, Ten aanzien van het gegeven onderwijs, en zijne Scholieren. In dit opzigt moet hij zich zelven on= derzoekenst ve err ete ie enne Vertrouwelijk met het een of ander kind Tprekens* ete le Meeden oe Naar het gedrag zijner leerlingen , bui- ten de fchool, onderzoeken. e a. Met opzigt tot het fchoolvertrek, Te dezen aanzien moet hij voor eene goede inrigting van hetzelve zorgen, Er eene kagchel, de benoodigde banken en een zwart bord in plaatfen. … „ De fchool rein en zindelijk houden. . En matig warm... erede ns telde Aanmerkingen omtrent het gedrag van vele: Schoolleerdafs. tense. wiiee) ie Middelen tegen de ongezindheid der dorpelingen of hunne befftuurders. . g, Ten aanzien van de opzieners der School, den Predikant of Pastoor van het dorp. SCHOOLLEERAARS NA De- Ï A Wi