De Openbare Boekerijen van Kopenhagen door LODE BAEKELMANS Wie belang stelt in het bibliotheekwezen in de Scandinaafsche landen moet het standaardwerk van Erwin Ackerknecht «Skandinavisches Büchereiwesén». «Ein. Ueber- blick ueber die heutige Volksbüchereiarbeit in Danemark, Finnland, Norwegen und Schweden » ( 2 ) lezen. Het nieuwe werk van den geleerden en bedrijvigen’ bibliothe- karis uit Stettin is nauwgezet bijgewerkt tot op dézen dag en volkomen vertrouwbaar. De bewondering voor wat te Kopenhagen te. zien-is wor'dt voor heel Deneiriarken gesteund door de uitspraak van Ackerknecht : Vielmehr ist dieses Eand zweifellos bahnbrechend geworden für die heutige Büchereientwicklung in Skandinavien, besonders auch dadurch, dass es seine bodenstandige. Büchereigesetzgebung mit solch zielbewusster Energie in Angriff nahm und so rasch und erfolgreich ausbaute, wie ès bis dahin kein europàischer Staat trotz des tschechoslowakischen Büchereigesetzes —; vermocht hatte. » Denemarken, met een oppervlakte van 44.300 Km2, telde in 1 930 een bevolking van 3.542.210 inwoners, waarvan er 771.953 Kopenhagen bewoonden. Negentig ten honderd van de bevolking behoort tot de Evangelische Kerk. Wij kunnen niet lang stilstaan bij den groei der volksboekerijen, zelfs niet bij het pionierswerk van Prof. A. Schack Steenberg waaruit het volksboekerijwezen; groeide tot de levende openbare instelling. Waar in Europa, op het einde der 1 9® eeuw niets te vinden was, moest Steenberg m Amenka en Engeland voorlichting. zoeken. Ook zijn medestanders in de nieuwe bibliotheekbeweging hebben zich naar de Angelsaksische landen gericht, maar altijd met voorbehoud van aanpassing aan eigen mogelijkheid en eigen aard. Zoo komt een kommissie tót stand die de steun aan door den Staat erkende boekerijen zal regelen. De Kommissie bestond uit 4. vertegenwoordigers van de Kamer, drie afgevaardigden van het Ministerie, drie van het Boekenjcomite en vier van de Deensche Vereeniging van Boekerijen. De eerste bijeenkomst Werd gehouden op 31 Oktober 1919 en de Wet werd in Januari aangeboden, spoedig daarop, zonder eenige verandering gestemd, en op 5 Maart 1920 door den koning geteekend. Enkele bijzonderheden uit de Wet verdienen onze aandacht : 1°. de boekerijen dié voor staatssteun in aanmerking komen zijn gemeentelijke, vrije, vereenigingsboekerijen (waarbij de boekerij hoofdzaak is). Verder worden afzonderlijk vermeld: de centrale bibliotheken die « distrikten » bedienen en de Kopen- haagsche boekerijen. 2°. Steun. Steun voor het oprichten of herinrichten kan verleend worden, maar geen steun voor bouwwerk. Slechts „één boekerij kan in iedere stad of ieder kerspel staatssteun ( 1 ) Lezing, bestemd voor het 2e Wetenschappelijk Vlaamsch Congres voor Boek- eïi Bibliotheekwezen, te Gerit. (2) Stettin. Verlag Bücherei und Bildungspflege. 1932. 33 De Bibliotheekgids, XI 3