Ee Seek aan haar sleutelring. Ze stond vóor vijf, zes, groote kof= fers, koffers als huizen, een kamenier bij zich, wie ze met een kort gebaar beval een der koffers te ontsluiten. De beambte boog zich beleefd naar haar toe met zijw vraag; ze knikte kort met het hoofd van neen, liet genadig toe, dat hij met de hand even morrelde in het bovenste van haar gepak, en zag daarop toe of de kamenier den koffer goed sloot. En de gelijkenis was zoo treffend, dat ik haar brutaal bleef aanzien. Zij merkte het, zag mij even terug aan, maar wendde toen onverschillig den blik af. Zij was klaarblijkelijk gewoon veel aangezien te worden door de mannen. Bij het instijgen zocht ik niet mijn eersten coupé terug maar volgde ik haar en steeg ik in den hare. Er zaten nog een heeren een oude dame; de kamenier zat niet bij haar. Zij nam dadelijk het boek, dat zij geopend op haar plaats had laten slingeren em begon kortaf te lezen. Ik merkte nog allerlei nuances van gelijkenis op tusschen haar en mevrouw Hijdrecht, ook al zag ik nu eveneens, dat er genoeg verschil tusschen haarbeiden was, om niet aan een resurrectie behoeven te denken. Maar wat mij zeer trof was, dat haar toilet — de donkerroode reisman- tel met bont en de kleine hoed, — geheel en al was in den smaak van Mevrouw Hijdrecht en iets onzegbaars van herkenning bij mij opwekte, waarvoor ik maar geene moeite zal doen, woorden te zoeken. En bovenal trof mij dit, toen ik des avonds in de verandah van het Hôtel du Nord te Keulen zat te rooken : Den eersten keer, dat ik — nw jaren geleden — Emilie Hijdrecht ontmoet had, was het geweest in een trein, toen op weg naar Parijs. Zij had zitten lezen. Behalve