naar Parijs. Zij ontmoet daar bij de oude vrien- den een zekeren Bodrjasin, die bereid is voor de revolutie alles op te offeren. Deze wordt aanqewezen een aanslag te plegen op het Ie- ven van den gewezen ehef der Russische ge- heime politie. Tijdig bemérkt hij, dat de man dien hij dooden moest een naamgenoot van bedoelden chef is, en hij geeft dan een tragi- comische beschrijving van dien «aanslag», riet blijkt later dat er onder de groep der terro- risten een verrader is. Natasja en anderen ver- huizen naar Italië en de onderlinge romanti- sche verhoudingen daar zijn boeiend en in- drukwekkend beschreven. Een belangrijke fi- guur in den roman is ook de pope Jacobus; deze is de «getuige der geschiedenis», een echt Russische figuur, die alles wil zien en weten, doch niet actief wil deelnemen- aan de gebeur- tenissen. Later wordt deze pope militair cen- sor en is dan genoodzaakt te vluchten naar Kijew. Maar hij zal het einddoel van den tocht niet bereiken... op een regenachtigen, donke- ren avond sterft hij eenzaam en verlaten in een bosch.» Papke, K.: Het kruis óp Usedom, 2 1 5 blz. Leu- ven. Davidsfonds. 1936. fr. 15,-33 Een verhaal dat jong en oud lezen kan. Hét germaansche Noorden en zijn strijd, zijn weer- stand tegen een overgave aan het Christendom. De beschaving van de Vikingers werd ver- drongen. De schrijfster werd in 187 2 in Cleveland, Ohio (U.S.A.) geboren, keerde als kind in Duitschland weer en verblijft te Wernigerode in den Harz. Haar werk werd o.m. vertaald in het Nederlandsch, ‘ Zweedsch, Engelsch. Het Davidsfonds wist een boeiend boek meer te winnen en een schrijfster. meer te in- troduceeren. De Belleman zegt : «dé ruimte, de volheid en de openheid van dit boek zijn merk- waardig; er waait een lucht van ongedwongen- heid en vrijheid door, die alleen mogelijk wor- den in de slavernij van een blijmoedig ge- loof.» Premsela, Martin J. : Lectuurgids voor moderne Fransche letterkunde.. 139 blz. gëïll. Gro- ningen, Noordhoff, 1936. fl. 2,25 ; geb. fl. 2,75. Deze gids zal zoowel den student, den on- derwijzer en den bibliothecaris welkom zijn. Hij is handig en degelijk: alfabetisch op auteurs- naam geordend met een klapper voor «ander werk dan romans : en novellen; biografische aanteekeningen met soms verrassende oplos- singen van pseudoniemen; karakteristieken van de voornaamste Werken met opgave van uitge- ver, jaartal, prijs; aanduiding van de beste bron voor nadere kennismaking inet het werk van den besproken auteur, meestal een mono- grafie; vertalingen in het Nederlandsch worden vermeld; ook de Fransch-schnjvende Belgen en andere Fransch-schrijvende vreemdelingen komt tot hun recht. Tenslotte volgt een -bibliografie van algemeene werken over nieuwe Fransche letteren. Talrijke portretten versieren Ihet boek. Dr. Premsela schonk ons met dit boek een uitstekende vraagbaak, welke getuigt van een onqewone belezenheid en haar plaats in elke leeszaal zal veroveren. Prof. Valkhoff leidde het werk in met een tenvolle verdiende lofspraak. Queen, Ellery: Het Egyptisch kruis mysterie. 342 blz. Vert. E. J. van den Steen-Sonne- bom. Den Haag, N. V. Servire. fl. 1,90; geb. 2,50. Uit de inleiding leeren we reeds dat dit boek «het vijfde Ellery Queen géval in romanvorm aan het publiek voorgezet», uit buitengewone elementen is samengesteld. Een Montenegrijn- sche bloedveete die in Amerika uitgevochten wordt, waarbij een krankzinnig geworden Egyp- toloog, die zich «Harakht» de zonnegod, noemt, een paar internationale dieven en een" naaktloo- perskolonie betrokken worden, vormt de aan- leiding tot «een van de vernuftigste en afgrij- selijkste reeksen misdaden in de moderne poli- tieannalen.» «Zekere geografische vertakkingen van het geval» maken het daarbij bizonder ge- heimzinnig en ingewikkeld. Hoe Ëllery Queen die verschillende raad- sels ontsluiert is de moeite waard om lezen. Roels, M.: Harten is troef. 143 blz. Leuven, Efasmus, 1936. fc Een vlotgeschreven verhaal uit het Gentsche. Een éeuwig motief : Harten is troef. Een boe- renknul is verliefd op een herbergdochter uit de stad. Een korte episode poogt hij haar met zijn geld te winnen, volgt haar grillen in en beseft plots dat zij hem versmaadt zooals hij Bertha, de boerendochter, versmaadt. Dan ontvlucht hij de menschen in een verlaten vil- la, slaapt in den dag, gaat ’s nachts wild- stroopen, trekt nog eens naar Gent, en ver- drinkt dan in de Leie. Wie Roels is Weten wij niet. Een debutant? In elk geval iemand, die, zonder Buysse na te volgen, weer fel en echt menschen uit de Leiestreek schilderen wil. Ryck_. P. de: Oase 1936. 77 blz. St. Amands- berg, Varior, 1936. Een keus uit het werk van jongeren! Veel onbekende namen... Enkelen die we reeds met belangstelling volgen : E. Boeye, H. de Cat, M. de Doncker, J. Tulkens. Bedoeling is niet een volledig beeld van wat in Vlaanderen opkomt, maar wel een poging om te verzamelen wat in den loop van het jaar 1935 aan jong werk tot uiting kwam. Een kleine oplaag. Het boekje wordt eens gezocht., 76