en 200) Gernoot met zijne mannen sprongen op hun ros, welhaast maakte Volker, de veedlaar, de vane los en reed de koene ridder voor de heldenschaar; welhaast waren de benden tot den strijd gereed en klaar. 201) Hij voerde niet meer dan duizend mannen ten strijde aan, behalve de twaalf ridders; het stof begon op de baan en op het land te stuiven, zij reden over het veld, toen zag men schitteren de schilden van menigen held. 202) Dan kwamen ook de Saksen met hunne legerschaar en hun goed geslepen zwaarden, wat ik verhaal is waar, scherp sneden de zwaarden in der helden hand: zij wilden tegen de vreemden verweren hunne bergen en land. 203) De veldheer voerde toen zijn volk aan, daar kwam ook Siegfried met de mannen aan, die gekomen waren met hem uit Nederland; dien dag werd in het strijden met bloed geverwd menige hand. 204) Sindolt ook en Hunolt en dappere Gernoot. sloegen in den strijde menige helden dood, eer zij hadden bewezen hunne macht en moed; hierom moest weenen menige vrouw van edelen bloed, 205) Volker, Hagen, en Ortwijn, drie kloeke mans, verdoofden in den strijd ook meniger helmen glans, rood verwden zij de pantsers veler met vlietend bloed, ook Dankwaart de dappere deed daden van driesten moed. 206) Die van Denemarken hieuwen hevig met hun hand; men hoorde toan herschallen der stalen schilden rand en snorren de scherpe zwaarden, waarmeê men zwoegend sloeg ; de onversaagde Saksen deden den helden schade genoeg. 207) En als de Burgonden zich mengden in den strijd, sloegen hunne zwaarden veel wonden diepen wijd. Men zag over de zadels vlieten het roode bloed ; grooten roem verwierven toen de ridders door hunnen moed. 208) Luid hoorde men klinken in der helden hand de slagen der scherpe wapens, waar die van Nederland den vorst, die hen voerde, volgden in de dichte schaar ; zij waren zoo moedig als Siegfried en trotsten met hem het gevaanss 209) Van den Rhijn volgde hem geen enkel held, men kon zien vlieten een’ bloedige beek in ’t veld, die Siegfried deed springen uit der strijderen hoed’: hij ging tot hij Liedigeer vond voor zijner riddren stoet.