Brussel, 9 December 1940. Zeer Geachte Heer, U hebt wel mijn aandacht willen vestigen op het vraagstuk van de- openbare bibliotheken. Het is mij een genoegen U te kunnen mede- deelen dat deze aangelegenheid geenszins door mijn diensten uit het oog verloren} werd. Het is trouwens een mijner bijzonderste oog- merken zorg te dragen voor een zoo noodzake- lijke als dringende uitbreidingsmogelijkheid van het cultureel leven. Bij het opmaken en goedkeuren van urbani- satieontwerpen zal er dan ook over gewaakt worden dat door de betrokken overheden of besturen steeds rekening wordt gehouden met dén wensch van uwe vereeniging. Graag houden mijne diensten zich aanbe- volen voor gebeurlijke aanwijzingen, waarmede Steeds in de mate van het mogelijke rekening zal gehouden worden. Met de meeste hoogachting. De Directeur van den Dienst «Heropbouw», (get.) ir. R. Verwilghen. BEVORDERING DER VLAAMSCHE LETTERKUNDE Op verslag der commissie voor openbare bibliotheken en Vlaamsche letterkunde, heeft de Bestendige Deputatie van den Provincieraad van Antwerpen voor 1940 volgende premiën toegekend voor werken gedurende het driejarig tijdvak 1937-1939 verschenen : 1. Aan den schrijver van het beste letter- kundig werk zonder onderscheid van genre : 3.000 fr. aan den heer Paul Verbruggen, te Broechem, voor zijn verzenbundel «De Winter laat niet los». 2. Aan den schrijver van een verdienstelijk eerste werk : 2.000 fr. aan heer Bert Peleman te Ste Agatha-Berchem, voor zijn verzenbun- del : « Variante voor harp ». 3. Voor uitgaaf van een verdienstelijk hand- schrift : 2.000 fr. aan Heer Robert Van Pas- sen te Kontich, voor zijn reisverhaal : «Tunisië land van Zon en Droom»-. 4. Voor gezamenlijken letterkundigen arbeid 3.000 fr. aan den Heer Jozef Simons, te Turn- hout. De plechtige uitreiking van voormelde pre- mian had plaats op 28 December jl. te zamen met den letterkundigen Prijs der Vlaamsche Provinciën voor 1940 toegekënd aan E. H. Dr. Jozef Van Mierlo voor zijn werk «De Letter- kunde van de Middeleeuwen » (Deel I van de «Geschiedenis van de Letterkunde der Neder- landen »). Nopens de uitgaafpremie zij er aan herin- nerd, dat, jaarlijks een premie van later te be- palen bedrag, verleend wordt aan een Belgi- sche schrijver voor uitgaaf van een letterkundig werk in de Nederlandsche taal (tooneel niet inbegrepen). Om die premie te bekomen moet het handschrift vrachtvrij ingeleverd worden, getypt of zeer leesbaar geschreven en met bree- den band.wit, ten laatste op 1 April e.k. aan h. Fem. Bilcke, Provinciebestuur, Geefsstraat, 3, te Antwerpen. Een geboorteakte en een ver- klaring van Belgische nationaliteit dient bijge- voegdr alsmede opgave van juist adres van den inzender. Het Provinciebestuur is niet verant- woordelijk voor de ingeleverde manuscripten ; daarom zal de schrijver, vooraf kopij van zijn werk nemen en bewaren voor later gebruik. De ingezonden handschriften worden na uit- spraak der jury wedergezonden. VAKLITERATUUR Fonds-catalogus (B) van uitgaven voor het voortgezet onderwijs. Groningen, J.B. Wol- ters, 1940. Op het formaat zo goed ingeburgerd, en op het papier, zo sympathiek glijdend onder de hand, verschijnt alweer de geïllustreerde (en ge- commenteerde) cat. van dat bizondere school- fonds, waar meer dan een heel Nederlands ge- slacht aan vast zit. Haast 24 kolommen regis- ter ! De wijzigingen in de Nederlandse onder- wijsprogramma’s (wiskunde bv.) en de gevol- gen voor de kennis-vakken weerspiegelen zich in de bewerking van dezen catalogus. Voor den schoolman een bron van onmiddellijk nut. Voor den bibliothecaris : een gelegenheid om zekere uitgaven eens te toetsen aan nieuwe. Friedlander, H. : Typografische ABC , een be- knopt overzicht der grondbeginselen van de- gelijke typographie. Den Haag, Boucher, ’39 Melkwit gaat het gecartonneerde boekje open. Een werkstuk van de leerlingen van de druk- kerij voorheen Manson, op tekst van de hun gedicteerde beginselen. Er wordt gehandeld over «Ons Schrift». Het juiste zetten (mengen van letters) ; formaat; verzorging van druk- werk ; een stukje kleurenleer. Reden van ontstaan : dë leerlingen kenden hun vak en de handgrepen wel, niet het «waar- om». Gebrek aan «historisch» inzicht dus, zo- als overal.- Hoofdstukken 1 en 2 komen neer op een sierlijk gezet lettercatalogus, 'met bizondere «Be- rücksichtigung» van de verhouding wit en cor- pus. Ook bij 3, nl. Formaat speelt de verhou- ding «wit» de hoofdrol, zelfs bij de «rhythmi- sche» rangschikking en de modellen voor de bladzijde-schikking. Dat is wel altijd zo maar hier voelt de outsider, dat de «luchtigheid» de 106