| Full text |
doul, Godidin, Moucheron, Malepart en veel anderen
hun, (heil. zoeken in calvinistische gewesten.
Noteeren we nog dat schier al onze kolomellen koop-
lieden of financiers waren. Uitzonderlijk was er eem
hummer, een Adam Verhult, fanatiek-idealist aange-
legd. Schier allen waren ze famatiek-reallist, walken-
menschen die miets ontzagen.
Werken en bronnen.
Een afzonderlijk studiewerk is aan dit onderwerp
nooit gewijd geweest. Tenauwernood, zijn dle kolo-
nellen vernoemd in Mertens en Torfs of een andere
Geschiedenis van Antwerpen. Volledügheidshalve
weze vermeld dat wij in onze Antwerpiensia 1933.
(Zevende reeks) een paar studiën van een 25 blz. aan
« die kolonellen » besteed: hebben. Het is de aanloop.
geweest tot het voorhaniden. boek.
Wat de bronmen betreft: welk kolonellen-archief
was er ooit, en wat bezitten we er noe van?
De kolonellen als eigen corpus bezaten hun « ka-
mer », en waren voorzien van een griffier, door die
stad betaald, die dagregister hield van de « besoi-
gnee » op de kamer gedaan. De kolomellen hadden
ook eigen ünkomisten, om. van de pasporten dfile zij
afleverden, en eigen uitgaven als voor boden, spion-
nen, enz. Voeg daarbij een jaarlijksch: hulpgeld. van
de stad. Van dit alles hebben ze geregeld relsening
voorgelegd aam de stadseommiüssarissen. Er is dus
ongetwijfeld een « archief fonids » geweest. Wij heb-
ben er echter niets vam behouden. Meer dan waar-
schlijnlijk js het vernietigd geworden tusschen 19
Augustus en 7 September 1585, bij het accoord met
Farnese.
? |
