Copy and paste this minimal source listing into your document.
K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Title | EHC_K86950_2_2014_0088v.tif |
Dating | 1915-01-07 |
Category | uit de bibliotheekcollecties van Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |
Tags | hondsdolheid hond kat besmetting ziektebestrijding |
Asset identification [ID] | https://dams.antwerpen.be/asset/V2UXdbGcX9fbMaf9KY50TF06#id |
Full text | Liiiiikrriikikiirrkiitiiiiiini LLLLi II 8 47 46 45 44 43 42 41 40 39 38 37 36 35 34 33 32 31 30 29 28-27 26 25 24 23 22 2 3 72 7170 69 68 67 66 65 64 63 62 61 60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 5 0 89 Gouvernement Antwerpen Sekt. IV c. ANTWERPEN, den 7 Januari 1915. Ter bestrijding der hondsdolheid. Op 13 December 1914 werd op het gebied van het militaire Gouvernement Ant- werpen, een soldaat van den Landstorm door een hond gebeten, bij wien door den bevoegden Gouvernements-veearts hondsdolheid werd vastgesteld. De gebetene werd onmiddelijk naar het Koninklijk Instituut voor besmettelijke ziekten „Robert Koch“ te Berlijn overgebracht, om daar tegen hondsdolheid te worden ingeënt. Naar aanleiding van dit geval en van het bekende voorkomen der hondsdolheid in Belgié, wordt hiermee het onschadelijkmaken van alle dolende honden op het gebied van het Gouvernement bevolen. Te dien einde moeten de burgemeesters zoo spoedig mogelijk voorschrijven, dat alle bezitters van honden hunne dieren opgeven en ze voorzien van halsbanden waarop naam en woonplaats of woning van den bezitter aangeduid zijn of waaraan een ander kenteeken gehecht is (hondenmedalie), waaruit blijkt wie de bezitter is. Losloopende honden, bij wie dit voorschrift niet in acht genomen werd, zullen van 10 Januari 1915 af beschouwd worden als zonder meester zijnde en gedood worden. Hetzelfde zal gebeuren met honden en katten, die kenteekens van razernij ver- toonen. Een algemeen bevattelijke onderrichting aangaande de kenteekens der dolheid bij honden en katten is hieronder bijgevoegd. De heeren veeartsen worden er opmerkzaam op gemaakt, dat zij de koppen van honden, bij wie vermoedens van hondsdolheid bestaan, voor het opmaken van de diagnose aan het Instituut voor besmettelijke ziekten „Robert Koch“ te Berlijn en ook aan den heer professer Bordet „Institut Pasteur“ te Brussel, rue du Remorqueur, 28, welke aangeboden heeft het noodige onderzoek te doen, kunnen zenden. Kenteekens van razernij bij honden en katten. Bij honden vertoont zich als eerste ziekteverschijnsel eene verandering in hunne doenwijze. Honden, die anders vriendelijk, rustig en volgzaam waren, worden knorrig, opge- wonden, wantrouwig, of ook weerbarstig en verschuilen zich gaarne. Vele honden knagen en likken ook aan de sinds lang genezen beetwonden, waarvan de besmetting is uitgegaan. Ver- der wordt een verandering in den eetlust merkbaar ; de dieren versmaden hun gewoon voed- sel en vertoonen neiging om onverteerbare stoffen, zooals hout, leder, koord, stroo, gras, aardappelen, steenen, stukken metaal enz. te beknagen en in te slikken. Nadat deze ziekte- verschijnselen zich gedurende een halven tot twee dagen voorgedaan hebben, beginnen de dieren een levendigen aandrang tot wegloopen te gevoelen. Zij trachten zich aan hun op- sluiting te onttrekken, dolen, wanneer zij in vrijheid geraakt zijn, doelloos rond, en kunnen daarbij groote afstanden afleggen. Soms komen zij denzelfden of den volgenden dag weder bij hun meester terug. De dieren dringen onbevreesd op vreemd erf binnen, en vertoonen een steeds grooteren aandrang tot bijten. In het begin happen de dieren naar levenlooze voor- werpen, evenals naar dieren en menschen ; later schieten zij op alles, wat hun in den weg staat, toe, en bijten zelfs in levenlooze voorwerpen, die hun voorgehouden worden. Tegen- over de hun bekende personen betoonen de door dolheid aangetaste honden zich dikwijls vriendelijk, terwijl zij vreemde lieden en dieren aanvallen; goed afgerichte honden kunnen de bevelen hunner meesters nog tot het laatste oogenblik volgen. Verder verandert hun stem tot zoo iets tusschen huilen en blaffen. Deze verschijnselen van opwinding duren 3 tot 4 dagen, waarna zich, met gelijktijdige sterke vermagering, welke de dieren vervormt, de verschijnselen van de verlamming beginnen voor te doen. Eerst doet zich eene verlamming van de doorslikkingsorganen voor, zoodat de dieren niets meer kunnen inslikken en voort- durend kwijlen, daarop volgt de verlamming van de onderkaak, zoodat deze neerhangt en de tong uit den geopenden muil hangt. Eindelijk vertoont zich de verlamming van het ach- terdeel, en de dieren sterven den 5" tot den 8" dag, ten laatste den 10° dag der ziekte, door verlamming en uitputting. Bij zoogenaamde stille dolheid bemerkt men voornamelijk de verlammingsverschijnselen en de dieren sterven reeds den 2» of den 3" dag. Bij de kat treden vooral de aandrang om te ontsnappen en de zucht tot bijten en tot krabben op den voorgrond. Ook heeft de stem een bijzondere verandering onder- gaan. De Gouverneur Gouvernement d'Anvers Sect. IV. c. ANVERS, le 7 janvier 1915. Lutte contre la rage canine. Le 13 décembre 1914 un soldat de la Landsturm a été mordu d’un chien sur le territoire du Gouvernement militaire d’Anvers; le vétérinaire compétent du Gouvernement a constaté les symptômes de la rage canine. Le soldat mordu a été envoyé immédiatement à l'Institut royal pour maladies infectieuses „Robert Koch“ à Berlin, dans le but d’y être inoculé contre la rage canine. En considération de ce cas et de la fréquence notoire de la rage canine en Bel- gique, il est ordonné de faire disparaître de la circulation tous les chiens errants dans la limite du territoire du Gouvernement militaire d’Anvers, afin de les empêcher de nuire. A cet effet, les bourgmestres doivent prescrire sans retard à tous les propriétaires de chiens de faire inscrire leurs animaux et de les pourvoir d’un collier qui porte le nom et le lieu d’habitation ou la demeure du propriétaire et qui est muni d’un autre signe distinctif (médaille de chien) indiquant le propriétaire de l’animal. Les chiens qui ne sont pas tenus en laisse et qui ne sont pas pourvus des indications prescrites, seront considérés à partir du 10 janvier 1915 comme n’ayant pas de maître et seront tués. On agira de même vis-à-vis des chiens et des chats chez lesquels les symptômes de la rage auront été constatés. Des indications permettant à tous de distinguer les symptômes chez les chiens et les chats se trouvent en bas de cet avis. Il est porté à la connaissance de Messieurs les vétérinaires que les têtes des chiens présentant les symptômes de la rage peuvent être envoyées, en vue de la diagnose, à l’Institut pour maladies infectieuses „Robert Koch“ à Berlin ou à M. le professeur Bordet, „Institut Pasteur“ à Bruxelles, rue du Remorqueur, 28 qui s’est offert à faire les analyses nécessaires. Symptômes de la rage chez les chiens et les chats. Les premiers symptômes de la maladie se manifestent chez les chiens par un chan¬ gement dans la façon de se comporter. Des chiens, d’ordinaire caressants, doux et dociles, deviennent hargneux, irrités, défiants, ou encore récalcitrants, et aiment à se cacher. Beau¬ coup de chiens mordillent et lèchent la morsure qui a occasionné l’infection. En outre, l’appé¬ tit s'altère, les animaux dédaignent leur nourriture ordinaire et montrent une inclination à mordiller et à avaler des objets indigestibles, tels que du bois, du cuir, des ficelles, de la paille, de l'herbe, des pommes de terre, des pierres, des morceaux de métal etc. Lorsque ces symptômes se sont manifestés pendant un demi jour jusqu’à deux jours, les chiens montrent un vif désir de s’échapper. Ils cherchent à s’enfuir du lieu où ils sont retenus; une fois en liberté, ils errent partout au hasard et peuvent parcourir des distances considérables. Parfois ils rentrent chez leur maître le jour même ou le lendemain. Les animaux s’introduisent hardi¬ ment dans des propriétés étrangères et montrent une tendance croissante à mordre. D’abord ils cherchent à mordre des objets inanimés, aussi bien que des animaux et des hommes ; ensuite ils se jettent sur tout ce qu’ils rencontrent sur leur chemin, et s’acharnent sur des objets inanimés qu’on leur présente. Les chiens enragés se montrent souvent caressants, envers les personnes qui leur sont connues, tandis qu’ils s’attaquent à des gens et des animaux étrangers ; des chiens bien dressés peuvent obéir jusqu’au dernier moment aux commandements de leur maître. De plus, leur voix s’altère et devient un son tenant le milieu entre le hurle- ment et l’aboiement. Ces symptômes d’excitation se présentent durant 3 à 4 jours, après quoi, en même temps qu’un fort amaigrissement, défigurant l’animal, les symptômes de la paralysie commencent à se faire sentir. D’abord une paralysie des muscles du larynx empêche les ani- maux de rien avaler et les fait baver sans cesse ; ensuite la mâchoire inférieure se paralyse et se baisse, la langue pend hors de la bouche ouverte. Enfin, l’arrière-train est également frap¬ pé de paralysie, et au 5e jusqu’au 8e jour de la maladie, au 10° jour au plus tard, les animaux meurent de paralysie et d’épuisement. En cas de rage mue, ce sont principalement les symp- tômes de paralysie qui se présentent, et les animaux meurent déjà au 2e ou au 3e jour. Chez le chat se remarquent surtout la tendance à s’échapper, à mordre et à griffer. Leur voix a subi également une altération particulière. Freiherr von HUENE. Le Gouverneur, Freiherr von HUENE. |
Last OCR | Last OCR 2022-09-13 11:16:58 |
Original filename | EHC_K86950_2_2014_0088v.tif |
Filesize | 70.65 MB |
Height | 4638px |
Width | 5324px |
MIME-type | image/tiff |
Creation date in Dams | 2016-07-27 13:38:13 |
Last modification | 2022-09-13 11:16:58 |
Info |
This media file falls into the public domain. This work has been identified as being free of known restrictions under copyright law, including all related and neighboring rights. You can copy, modify, distribute and perform the work, even for commercial purposes, all without asking permission.
The metadata is licensed with a creative commons zero license. You can copy, modify, distribute and perform the work, even for commercial purposes, all without asking permission. If you use this media file and / or the metadata, we would appreciate it if you copied the information from the Acknowledgements field as a source reference. When used in a publication, we would like to receive a copy for our library. |
Acknowledgements | K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |
Source listing | [Verzameling van Belgische en Duitsche oorlogsplakkaten, 1914-1918], K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |