denkbeelden te doen verkrijgen. 135 kem zoo hartelijk bemind worden? Indien gij nu de menfchen niet welmeenend lief hebt, kunt gij dan wel naar waarheid zeggen, dat uwe liefde jegens cop zuiver en opregt is? Waarom niet ? Waartoe moet u dan zijne liefde noodzakelijk aanfporen? Zeer goed! om ook de mrenfchen; als zijn beeld en zijne kinderen, te beminnen. Dit is ook de leer van den geliefden Apostel onzes Zaligmakers, wanneer hij zich dus uit- drukt: Zudien iemand zegt: ik heb Gon lief, er haat zijnen broeder , die is een leugenaar (*).” 3. Gop heeft den mensch vele voorregien ge fehonken, en tot eenen aanzienlijken rang verheven. Deze zijne voortreffelijkheid moet hij hovgfchatten, en daarnaar zijn gedrag inrigten. „, Bezit of geniet gij wel iets goeds, jakos! dat gij niet aan cop te danken hebt? Neen! niets: want alle goede gaven en volmaakte giften da- len alleen van hem op ons neder. Maar, wan- neer gij nu ongehoorzaam en eigenzinnig zijt , komen dan deze ondeugende neigingen ook van cop? Verdienen zulke flechte gezindheden uwe hoogachting? Ontdekt gij in u wel iets, dat ach- tenswaardig is, wanneer gij alleen op dat gene ziet, wat gij van u zelven hebt? Zoude ook het goede, dat gij van eop ontvangen hebt, uwe achting verdienen? Ja, zekerlijk, heeft hij den menfchen vele voorregten verleend , die zeer hoog te fchatten zijn! Ongetwijfeld zult gij die gaarne willen leeren kennen: en dus zullen wij de« & C*) 1 Johannes IV: 20. T4