Verordnung
Die Verordnung, betreffend die Anzeige von Gummireifen, Altgummi,
Gummiabfällen und Rohgummi vom 10. August 1915 (Gesetz- und
Verordnungsblatt Nr. 107 vom 19. August 1915), wird hierdurch wie
folgt abgeändert:
Zu Artikel 1:
Der Anzeigepflicht unterliegen auch:
zu b) Altgummi jeder Art ohne Rücksicht auf die Menge,
e) fertige Gummiwaren aller Art, mit Ausnahme der bei Inkrafttreten
der Verordnung im Kleinhandel, d. h. in öffentlichen Verkaufs-
stellen befindlichen Mengen.
Zu Artikel 4:
Der Verkauf aller Arten von Gummi und Gummiwaren, mit Ausnahme
der unter 1 e genannten, ist nur an diejenigen Personen gestattet, die
eine gültige, vom Kraftwagenpark für Belgien in Brüssel ausgestellte
Einkaufserlaubnis für den betreffenden Bezirk vorzeigen können.
Zu Artikel 7:
Bei Zuwiderhandlungen kann neben der Strafe die Einziehung
(Konfiskation) der hinterzogenen Stoffe ausgesprochen werden. Soweit
diese selbst nicht mehr greifbar sind, kann auf Wertersatz erkannt
werden.
Brüssel, den 17. Oktober 1916.
(Staatsdr. — Nr. 637.)
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
G. G. Vib. 19864/T.
Verordening
De Verordening van 10 Augustus 1915 « betreffend aangifte van
rekgombanden, oude gom, gomafval en ruwe gom » (Wet- en Verorde-
ningsblad nr 107 van 19 Augustus 1915), wordt hierbij als volgt gewij-
zigd :
Bij artikel 1 :
Moeten eveneens aangegeven worden :
bij b) allerhande oudgummi, om het even in welke hoeveelheid,
e) allerhande afgewerkte gummiwaren, uitgezonderd de hoeveel-
heden, die zich, bij het vankrachtworden der Verordening, in
den kleinhandel, d. w. z. in openbare verkoopplaatsen bevinden.
Bij artikel 4 :
Alleen de personen, die een geldige, door het « Kraftwagenpark »
(Motorwagenpark) voor Belgié, te Brussel, afgeleverde inkooptoelating
voor de betreffende omschrijving kunnen vertoonen, mogen gummi en
gummiwaren van elke soort, met uitzondering der onder letter e) van
artikel 1 opgesomde voorwerpen, verkoopen.
Bij artikel 7 :
Bij overtredingen kan, naast de straf, de verbeurdverklaring der
ontdoken voorwerpen uitgesproken worden. Bijaldien deze niet meer
bereikbaar zijn, kan de storting hunner waardevergoeding worden
geëischt.
Brussel, den 17» Oktober 1916.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
Arrete
L'arrêté du 10 août 1915 concernant l'obligation de déclarer les pneu¬
matiques, le caoutchouc usagé, les déchets de caoutchouc et le caoutchouc
brut (Bulletin officiel des lois et arrêtés, n° 107, du 19 août 1915) est
modifié comme suit :
A l'article 1er;
On est également obligé de déclarer :
sub b) le caoutchouc usagé et le vieux caoutchouc, de tout genre, quelle
que soit la quantité,
e) les articles finis, de tout genre, en caeutchouc, à l’exception des
quantités qui, au moment de l’entrée en vigueur du présent
arrêté, se trouvent dans le commerce de détail, c’est-à-dire
dans les endroits de vente publics.
A l'article 4 :
La vente de caoutchouc quelconque et d’articles en caoutchouc de
tout genre, à l’exception de ceux désignés à la lettre e) de l’article 1er
n'est autorisée que pour les personnes pouvant exhiber un permis valable
d'achat, délivré, pour le district dont il s’agit, par le «Kraftwagenpark
für Belgien» (Parc des automobiles en Belgique) à Bruxelles.
A l'article 7 :
En cas d’infraction, on pourra prononcer, outre la peine prévue, la
confiscation des matières qui auront formé l’objet de l’infraction. Si la
confiscation n’est plus possible, on pourra exiger le versement de la
contre-valeur des objets dont la confiscation a été prononcée.
Bruxelles, le 17 octobre 1916.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr VoN BISSING,
Generaloberst.