Tweede inval der Franschen Den 20° juli is de biddag in onze kathedraal hernomen en heeft opgehouden den 23" dito even als het bidden onder de mis voor den keizer, daar de Franschen dien dag hier zijn binnengekomen. Dar 2 PE er p: s ns Den 3m dito een vrouwelijk van Maria Dircxsens, huis- vrouw van Joannes-Petrus van Dyck, kerksluiter. (1) Deze week is het zilver van onze kerk en kapellen, tal NG s broederschappen en berechtingen naar het stadhuis gedragen tot voltrekking van de lichting voor de Franschen tegen vijf per cent. (2) (4) Op den omslag van een zijner boekjes heeft van Dyck de volgende aanteekening geschreven > «mijn huisvrouw Maria Dircxsens is berecht «den 3r. julius en gestorven den 29 julius (sic) al in het jaer 1794 in « den ouderdom van 24 jaer naer dat wij eenige dagen over de twee « jaer ghetrouwt hadden geweest, laet se rusten in vredeen den 3r is « sey begraven smorgens ten 8 uren, een vrouwelijck,» @&) 51 Juli 1794. In de gedwongene geldlichtingen welke de Franschen op de bewoners en de geestelijke instellingen van Antwerpen hebben doen drukken, heeft Onze-Lieve-Vrouwe kerk een aanzienlijk deel betaald. Zoo blijkt het uit de rekeningen en andere stukken in het archief bez ide dat, in de contributie van een millioen door generaal du Mouriez op de geestelijken geslagen en waarvan er maar circa zeventig duizend gulden zijn ingevorderd kunnen worden, het kapittel van Onze- Lieve-Vrouwe 7115 gulden heeft betaald. In de brandschatting van tien millioen, ten jare 1794 door de volks- representant Laurent geheven, is het kapittel getaxeerd geweest voor de som van £ #0.000.— „Bovendien zijn de kerkfabriek en al de kapellen en broederschappen Bijdrage der kerk in de oorlogscontributie Den 4" augustus zijn de Franschen ’s namiddags ten half twee die in de kerk bestonden, gekwotiseerd geweest voor £ 80.000.— welke som door de municipaliteit verdeeld werd als volgt: De kerkfabriek £ 35.000. Heilig kruis autaar elo Venerabel kapel » 11.000, De berechtingen 2.000.— O.-L.-Vrouwe kapel __» 1r.o0o.— | Mariniers autaar Ouden handboog autaar » 1.500. Bakkers en meulders Sinte-Ursula kapel » 500. autaar Sinte-Anna autaar 200, Oude kleerkoopers autaar » 4.000.— Vischverkoopers autaar LOOS Broek- en kleermakers Zadelmakers autaar 100. autaar 500.— Schoolmeesters autaar 400. Wevers autaar 3.000.— Smeders autaar 700. Chirurgijns autaar 800.— Kuipers autaar 400. Mothouwers en kuipers Kristelijke leering 400, autaar » 1,000.— Broederschap der Ge- Viergekroonden autaar » 500. loovige Zielen » 3.000.— | Zoeten naam autaar De HOO Om die aanzienlijke som gelds te vergaren moest de kerk even als de kapellen en broederschappen zich de grootste opofferingen getroosten. Het zilverwerk werd bijeen gebracht en den 4 augustus 1794 gelijk naar het stadhuis gedragen, waar het gewogen werd en geschat ter waarde van fl. 23775.17 courant. Men dacht de heilige vaten te kunnen behouden, maar te vergeefs. De ontbrekende som overtrof de gelden, welke men rechts en links had kunnen verzamelen en den 13 november werd ook het zilver der heilige vaten naar de smeltkroes gebracht en moesten nog twee huizen worden verkocht: de Prins van Parma, in het waaigat en een ander huis staande op den hoek van de lange Pandstraat. Deze verkooping bracht fl. 4736 courant op. Het deel door het kapittel, de kerk, de broederschappen en de kapel- len in de gedwongene contributie bedroeg dus niet minder dan £ 150000.— Voegt daarbij de sommen de kanunniken persoonlijk ten laste gelegd, 't zij EAB 2ONe en men komt tot de aanzienlijke som van £4831203,—