HOE ENGEL ZIJN BIENTJE KREEG. 205 formaliteiten waren, nademaal zij nergens dieren hadden ontmoet, welke nevens de onze verdienden in aanmerking te komen.… » Wat ik u verder te verhalen heb, was zoo vleiend voor ons en onzen Engel, dat ik bijna beschaamd ben zelve het te moeten meedeelen en ’t liefst met stilzwij- gen zoude voorbijgaan. » Den volgenden donderdag had de weging plaats. Ons lichtste varken woog veertig kilogrammen, ik zeg kilogrammen, meer dan het zwaarste van Door Matthysen, wiens beesten onmiddellijk na de onze kwamen. Wij behaalden dus den prijs voor het ge- wicht op de eervolste wijze. En nochtans had het niet aan schelmerijen en guitenstreken van wege ettelijke mededingers ontbroken. Verbeeldt u, dat er onmen- schen waren, die om hunne varkens bij de weging zwaarder te maken, dien ongelukkigen schepselen spoeling met zand hadden opgegoten. Eene zoo verre- gaande boosheid, zoo wreede barbaarschheid veront- waardigde mij in den hoogsten graad. Ik viel in eene appelflauwte, toen men ze mij berichtte, en thans nog, na zoovele jaren, kan ik slechts met afgrijzen er aan terugdenken. « Zal ik u van de deelneming van het publiek en van de schitterende betoogingen spreken, welke, onze zegepraal vergezelden? Ik zie er tegen op, uit vrees ze uyf{niet naar den eisch af te malen. Onze lof, de lof van Engel was in aller mond; onze naam