en Nederlandsche bibliotheek te binnen : « Het boek is de universiteit onzer dagen ». Een gelijkaardige meening onderschrijft de naamlooze spraakmaken- de gemeente ; ‘t getuigen de spreekwoorden en zegswijzen omtrent het boek, die zij in haar woordenschat heeft opgenomen. Er zijn er zoo vele: in het eerste het beste woordenboek van eenigen omvang kan men ze gemakkelijk naslaan. Vlijtige jongens zitten altijd met hun neus in de boeken, andere slaan nooit een blik in een boek. Men stelt iets te boek, en er zou soms een heel boek over te schrijven vallen. Wie als goed, eerlijk, verstandig te boek staat, heeft natuurlijk een schoon boek en hoeft dus niet te vreezen als men zijn boekje opendoet. Men kan spre- ken als een boek, maar dan moet men er voor zorgen buiten zijn boekje Paaad niet te gaan. Men kan hoog in iemands boek staan, men kan zelfs in he boek van iemands hart geschreven zijn. Men leest in het boek der ne- ) tuur, in het boek van zijn verbeelding, in het boek van het verleden. Men tracht een inzicht te winnen in het boek van de toekomst en van het noodlot, doch het boek van het leven, gelijk 's Heeren boeken, is duister te lezen : het zijn gesloten boeken, boeken met zeven zegelen (*). Veel goeds weten die spreekwoorden over het boek, ook reeds de zeer oude. Ziet eens, de Fransche « Roman du Renart » rijmde al in de 13° eeuw (5) : À desenor muert à bon droit Qui n'aime livre ne ne croit. Een beetje kwaads vertellen ze echter meteen. « Bücher machen kei- ne Weisen » beweren de Duitschers ; immers op levenservaring komt het aan, want « viele Bücher, viel Irrtum » houden zij verder vol (”). De volkshumor heeft eveneens gepeuterd aan het boek. « Daar kom ik met de boeken van Mozes aan » schertst iemand, die zware, oude boeken sjouwt en vijf oude ongetrouwde zusters of vrijsters heet hij met- een «de vijf boeken Mozes ». Een spel kaarten noemen wij ook een boek ; de Duitschers bestempelen het als 't « Buch der Könige », of erger, als « des Teufels Gebetbuch » (”). Hoe leelijk die naam ook zij, nog geen speler heeft hij vermocht te weerhouden zijn handen uit te steken naar klaveren en schoppen. Maar voor een ander soort boeken krimpt het hart der eenvoudige volks- menschen van schrik, voor de tooverboeken. Die gelden als een van de (1) Vgl. cok Dr F. A. Stoett : Nederl. spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden naar hun oorsprong en beteekenis verklaard (Zutphen, W. J. Thieme en C'°), 2° druk, nrs 251-256- — (2) M. Le Roux de Lincy : Le livre des proverbes frangais (Paris, 1859), Tome Il, p. 135. — (3) Dr. Franz Tetzner : Deutsches Sprichwörterbuch (Leipzig, Philipp Reclam, Jr.), blz. 80. — 12