Dn ee dn Kn — 101 — zich ten behoeve van het overige gedeelte der natuer leenen. Maer dewyl God aen ons allen zintuigen geschonken. heeft, die. volmaekt geschikt zyn; voor de hoofdstoffen van de aerde waerop wy leven ; voeten voor den bodem, eene long voor de lucht, oogen voor het licht, zonder dat wy het gebruik dezer deelen kunnen veranderen, heeft hy, die de ovr- sprong van het leven is, het hart als het voornaemste zintuig voor zich alleen behouden. Ik slyt dus myn leven verre van de menschen , dien ik dienstig heb willen zyn, en door. welke ik vervolgd ben geweest. Na een groot gedeelte van Europa en eenige landstreken van Amerika en Afrika doorgereisd te hebben, heb ik my-in dit byna on- bewoond eiland nedergezet, door de zachte lucht- gesteldheid.en de eenzaemheid uitgelokt. Eene hut die ik ’t woud aen den voet van eenen boom ‘heb gebouwd, een kleine akker door myne handen be- ploegd, eene rivier die voorby myne wooning sroomt, zyn voldoende voor myne behoeften en vernraken. Ik voeg by dit genot het lezen van eenige goede boeken, die my verbeteren. Zy doen zelfs de wereld, die ik verlaten heb, tot myn geluk medewerken ; zy vertoonen my een tafereel der driften, die hare bewooners zoo ellendig maken ; door de vergelyking die ik tusschen hun lot en het myne maek, doen die schriften my een schynbaer geluk smaken. Als een zeeman} die zich na een schipbreuk op eene rots heeft gered, beschouw ik van. uit myne afzondering VET he 7 Ep RENE vs Ve NE VET En RC me re DN