| Full text |
n
umiulunii
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62
intnte
Verordnung
betreffend Flachs und Heeden.
Unter Aufhebung der Verordnung vom 10. Januar 1916, betreffend
Flachs und Heeden (Gesetz- und Verordnungsblatt für die okkupierten
Gebiete Belgiens Nr. 167), wird folgendes bestimmt :
Artikel 1.
Artikel 2.
Im Gebiete des Generalgouvernements werden für Flachs und Heeden
folgende Höchstpreise festgesetzt :
1) Wassergeröstete Flächse.
a) 350.— Franken für den Ballen von 104 kg Brutto oder 103 kg Netto
Kortrijkflachs von guter starker Kette mit feiner Faser, frei von Schäben
und vollkommen trocken.
Für den seltenen allerfeinsten Kortrijkflachs, der sich — abgesehen
von den genannten Eigenschaften — noch durch ganz besondere Fein-
heit, Festigkeit, höchste Spinnfähigkeit und gleichmässig helle Farbe
auszeichnet, und dessen Kopf und Fuss vollkommen rein ausgearbeitet
sind, erhöhen sich die Höchstpreise bis zu 400.— Franken für den Ballen
von 104 kg Brutto oder 103 kg Netto.
b) 250.— Franken für 100 kg flandrische blaue Flächse bei bester
Qualität mit vollkommen reiner Bearbeitung.
2) Rasenflächse. (Feldrotten).
80.— Franken für 100 kg geschwungenen, rasengerösteten Flachs,
ichgültig welcher Herkunft, bei bester Qualität mit vollkommen
iner Bearbeitung.
3) Heeden.
a) 80.— Franken für geschwingelte, bester Qualität,
5) 100.— Franken für richtige Naturen, bester Qualität,
c) 120.— Franken für Snutjes, bester Qualität,
d) 140.— Franken für Kämmlinge, bester Qualität.
Für geringere Qualitäten und bei schlechterer Bearbeitung ermäs-
sigen sich für alle Flächse und Heeden die Höchstpreise entsprechend.
Artikel 3.
Artikel 5.
Brüssel, den 27. Mai 1916.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr voN BISSING,
Generaloberst.
Verordening
betreffend vlas en klodden.
Art. 1.
Wer Vorräte an gearbeitetem Flachs oder Heeden in Gewahrsam
hat, ist verpflichtet, die am ersten eines jeden Monats vorhandenen
Mengen, getrennt nach Flachs und Heeden, unter Bezeichnung der
Eigentümer und des Lagerungsortes den Gemeindebehörden des Lage-
rungsortes (Bürgermeister) bis zum dritten eines jeden Monats anzu-
zeigen.
Wie stapels bewerkt vlas of klodden in bewaring heeft, is verplicht,
de op den eersten van elke maand voorhanden hoeveelheden, gescheiden
volgens vlas en klodden, onder aangifte van de eigenaars en de stapel-
plaats, bij de overheid der gemeente (burgemeester), waar de stapel-
plaats zich bevindt, den 3» van elke maand aan te geven.
Die Gemeinden haben durch die Bürgermeister die in ihrem Gemeinde-
bezirk vorhandenen Vorräte an Flachs und Heeden, getrennt nach Flachs
und Heeden, unter Bezeichnung der Eigentümer und des Lagerungsortes
den Zivilkommissaren bis zum fünften eines jeden Monats anzuzeigen.
Die Anzeigepflicht umfasst nicht den Roh- oder Stengelflachs.
De gemeenten moeten door tusschenkomst der burgemeesters de
stapels vlas en klodden, die in hun gemeenteomschrijving voorhanden
zijn, gescheiden volgens vlas en klodden, onder aangifte van de eigenaars
en de stapelplaats, bij de burgerlijke kommissarissen tot den 5n van elke
maand aangeven.
De plicht van aangifte slaat niet op ruw of stengelvlas.
Art. 2.
Binnen het gebied van het Generalgouvernement worden voor vlas en
klodden volgende hoogste prijzen vastgesteld :
1. In water geroot vlas.
a) 350 frank per baal van 104 kg. bruto of 103 kg. netto Kortrijksch
vlas van goede, sterke ketting en fijne vezelen, vrij van leemen (afschrap-
sels) en volkomen droog.
Voor het zeldzame, allerfijnste Kortrijksch vlas, dat zich — buiten de
genoemde eigenschappen — nog door gansch bijzondere fijnheid en
sterkte, door de hoogste geschiktheid om gesponnen te worden en door
een gelijkmatig lichte kleur onderscheidt en waarvan kop en voet
volkomen zuiver bewerkt zijn, stijgen de hoogste prijzen tot 400 frank
per baal van 104 kg. bruto of 103 kg. netto.
b) 250 frank de 100 kg. Vlaandersche blauwe vlassen van beste hoeda-
nigheid en volkomen zuivere bewerking.
2. Op gras geroot vlas (veldroten).
180 frank per 100 kg. gezwingeld, op gras geroot vlas, om ’t even van
welke herkomst, van beste hoedanigheid en volkomen zuivere bewerking.
3. Klodden.
a) 80 frank voor gezwingelde klodden, van beste hoedanigheid.
5) 100 frank voor zuivere naturen,
c) 120 frank voor snutjes,
d) 140 frank voor kammelingen (gehekelde) »
»
Voor mindere hoedanigheden en bij slechtere bewerking dalen de
hoogste prijzen naar evenredigheid voor alle soorten van vlas en klodden.
Art. 3.
Der Verkauf von Flachs oder Heede ist nur zulässig an :
1) die Rohstoff-Abteilung in Gent, Gouvernementsstraat 18,
2) die Flachsbüros in Kortrijk und Lokeren,
3) an die von dem Verwaltungschef bei dem Generalgouverneur,
Abteilung für Handel und Gewerbe, zum Ankauf bevollmächtigten bel-
gischen Spinnereien.
Artikel 4.
nerijen.
Art. 4.
Die bis zum 20. Juni 1916 nicht verkauften Bestände an Flachs und
Heeden alter Ernte sind auf Aufforderung seitens der zuständigen Zivil-
kommissare den in Artikel 3 unter Ziffer 1 und 2 genannten amtlichen
Stellen zu überlassen. Findet eine Einigung über den Verkaufspreis
nicht statt, so wird der Preis durch diese Behörde unter Zuziehung von
mindestens einem belgischen Sachverständigen festgesetzt.
Art. 5.
Mit Gefängnis bis zu einem Jahre und mit Geldstrafe bis zu 20 000
(Zwanzigtausend) Mark oder mit einer dieser Strafen werden bestraft :
1) wer seine Bestände an Flachs oder Heeden den Gemeindebehörden
gegenüber nicht oder falsch anzeigt,
2) wer die festgesetzten Höchstpreise überschreitet,
3) wer einen anderen zum Abschluss eines Vertrages auffordert,
durch den die Höchstpreise überschritten werden, oder wer sich zu
einem solchen Vertrage anbietet,
4) wer Flachs oder Heede an andere als die in Artikel 3 bezeichneten
Stellen verkauft oder veräussert,
5) wer nach dem 20. Juni 1916 seine alten Bestände an Flachs und
Heede trotz Aufforderung der zuständigen Zivilkommissare nicht an die
in Artikel 3 unter 1 und 2 bezeichneten Stellen abliefert,
6) wer Vorräte von Flachs oder Heede vernichtet oder unbrauchbar
macht,
7) Bürgermeister, welche die in ihrem Gemeindebezirke vorhandenen
Vorräte an Flachs und Heeden, die ihnen bekannt waren oder den
Umständen nach bekannt sein mussten, den Zivilkommissaren nicht
oder falsch anzeigen.
6. wie stapels vlas of klodden vernietigt of onbruikbaar maakt,
7. burgemeesters, die de binnen hunne gemeenteomschrijvingen voor-
handen stapels vlas of klodden, welke hun bekend waren of naar de
omstandigheden moesten bekend zijn, bij de burgerlijke kommissarissen
niet of onjuist aangeven.
In den Fällen der Zisser 1—6 kann äusserdem die Einziehung des
Flachses oder der Heede ausgesprochen werden.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte und Militärbefehlshaber
Bevoegd zijn de Duitsche krijgsrechtbanken en krijgsbevelhebbers.
Brussel, den 27» Mei 1916.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
Arrete
concernant le lin et les émouchures.
Onder opheffing der Verordening van 10 Januari 1916 betreffend
vlas en werk (klodden) (Wet- en Verordeningsblad voor de bezette
streken van Belgié, nr 167), wordt het volgende bepaald :
J'abroge mon arrêté du 10 janvier 1916 concernant le lin et les émou¬
chures (Bulletin officiel des lois et arrêtés pour le territoire belge occupé,
n° 167) et arrête ce qui suit :
Article 1er.
Les détenteurs de stocks de lin travaillé ou d’émouchures sont obligés
d’en déclarer les quantités existant à la date du 1er de chaque mois, le
lin et les émouchures séparément, avec indication des propriétaires et du
lieu de dépôt, et d'adresser ladite déclaration à l’administration commu¬
nale (bourgmestre) du lieu de dépôt, au plus tard le 3 de chaque mois.
Les communes, à leur tour, doivent déclarer, par l’intermédiaire de
leur bourgmestre, les stocks de lin et d’émouchures existant dans leur
territoire; cette déclaration doit indiquer séparément les diverses quan¬
tités de lin et d’émouchures, les noms de leurs propriétaires et leur lieu
de dépôt; elle doit être adressée au commandant civil compétent, au
plus tard le 5 de chaque mois.
La déclaration n'est pas exigée pour le lin brut ou en tiges.
Article 2.
Dans le territoire du Gouvernement général, les prix-maxima suivants
sont établis pour le lin et les émouchures :
1) Lin roui à l'eau.
a) 350 francs la balle de 104 kg. brut ou de 103 kg. net, pour le lin
de Courtrai de bonne et forte chaine, à fines fibres, sans paillettes et
parfaitement sec.
Pour les petites quantités de lin de Courtrai tout à fait supérieur qui,
indépendamment des propriétés déjà spécifiées, se distingue par sa
finesse toute spéciale, sa solidité, sa grande aptitude à être filé, sa
nuance claire et uniforme et dont la tête et le pied sont nettoyés com-
plètement, les prix-maxima peuvent atteindre 400 francs la balle de
104 kg. brut ou de 103 kg. net.
b) 250 francs les 100 kg. de lin bleu des Flandres de la meilleure
qualité, complètement nettoyé.
2) Lin roui sur terre.
180 francs les 100 kg. pour lin teillé et roui sur terre, sans distinction
de provenance, de la meilleure qualité, complètement nettoyé.
3) Emouchures.
a) 80 francs pour les émouchures retravaillées, de la meilleure qualité,
b) 100 francs pour les vraies natures, de la meilleure qualité,
c) 120 francs pour les « Snutjes », de la meilleure qualité,
d) 140 francs pour les émouchures peignées, de la meilleure qualité.
Pour les qualités inférieures ou médiocrement travaillées, les prix-
maxima du lin et des émouchures sont réduits en conséquence.
Article 3.
De verkoop van vlas of van klodden is alleen toegelaten aan :
1. de grondstofafdeeling te Gent, Gouvernementsstraat, 18,
2. de vlaskantoren te Kortrijk en Lokeren,
3. de door den « Verwaltungschef » bij den Generalgouverneur, afdee-
ling voor handel en nijverheid, tot aankoop gemachtigde Belgische.spin-
Il n'est permis de vendre du lin ou des émouchures :
1) qu'à la Section des matières premières (Rohstoff-Abteilung) à Gand,
18, rue du Gouvernement,
2) qu'aux Bureaux du lin (Flachsbüro) à Courtrai et à Lokeren,
3) qu’aux filatures belges autorisées à acheter par le Chef de l’admi-
nistration civile (Verwaltungschef) près le Gouverneur général, Section
du commerce et de l’industrie (Abteilung für Handel und Gewerbe).
Artikel 4.
De tot 20 Juni 1916 niet verkochte stapels vlas en klodden uit vroegere
oogstjaren moeten, op verzoek van de bevoegde burgerlijke kommis-
sarissen, aan de onder art. 3, nrs 1 en 2 vermelde ambtelijke kantoren
afgestaan worden. Wordt men het over den prijs niet eens, dan stelt
genoemde overheid, bijgestaan door ten minste één Belgischen deskun-
dige, dezen vast.
Les stocks de lin et d’émouchures de l’ancienne récolte qui ne seront
pas vendus le 20 juin 1916 au plus tard, doivent, sur l’invitation du com-
missaire civil compétent, être cédés aux autorités mentionnées à l’art. 3,
chiffres 1 et 2. Si l’on ne parvient pas à se mettre d’accord sur le prix de
vente, celui-ci sera fixé par lesdites autorités avec le concours d’au
moins un expert belge.
Article 5.
Met ten hoogste één jaar gevangenis en met ten hoogste 20.000 (twintig
duizend) mark boete of met één van beide wordt gestraft :
1. wie zijne stapels vlas of klodden bij de gemeenteoverheid niet of
onjuist aangeeft,
2. wie de vastgestelde hoogste prijzen te boven gaat,
3. wie iemand anders uitnoodigt tot het sluiten van een verdrag,
waardoor de hoegste prijzen overtroffen worden, of wie zich lot zulk
verdrag aanbiedt,
4. wie vlas of klodden aan anderen dan aan de onder art. 3 vermelde
kantoren verkoopt of van de hand doet,
5. wie na 20 Juni 1916 zijn oude stapels vlas of klodden, ondanks
het verzoek der bevoegde burgerlijke kommissarissen, niet bij de onder
art. 3 nrs 4 en 2 vermelde kantoren inlevert,
Sont passibles soit d’une peine d’emprisonnement d’un an au plus
et d’une amende pouvant atteindre 20 000 marcs (vingt mille marcs), soit
d'une seule de ces deux peines à l'exclusion de l’autre :
1) quiconque ne déclare pas ses stocks de lin et d’émouchures à
l'administration communale ou fait une fausse déclaration à ce sujet,
2) quiconque n'observe pas les prix-maxima établis,
3) quiconque invite une autre personne à conclure un contrat dépas-
sant les prix-maxima ou bien offre d’accepter un pareil contrat,
4) quiconque vend ou cède du lin ou des émouchures à d’autres
acheteurs qu’à ceux désignés par l’article 3 du présent arrêté,
5) quiconque, après le 20 juin 1916, ne livre pas ses anciens stocks de
lin et d'émouchures aux autorités mentionnées à l’art. 3, chiffres 1 et 2,
bien qu’y ayant été invité par le commissaire civil compétent,
6) quiconque détruit ou bien rend inutilisables des stocks de lin ou
d'émouchures,
In de gevallen voorzien bij nrs 1—6 kan bovendien de verbeurdver-
klaring van het vlas of van de klodden worden uitgesproken.
7) tout bourgmestre qui ne déclare pas au commissaire civil les
stocks de lin et d’émouchures existant dans sa commune et dont il a ou,
selon les circonstances, devrait avoir connaissance, et tout bourgmestre
qui fait une fausse déclaration à ce sujet.
Dans les cas prévus aux chiffres 1 à 6, on pourra ordonner en outre
la consiscation du lin ou des émouchures.
Les tribunaux ou commandants militaires allemands sont compétents
pour juger ces infractions.
Bruxelles, le 27 mai 1916.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
|
