| Full text |
DESTIMINIONSEI
über den
Schiffsverkehr durch die
Scheldebrücke bei BURGHT.
1.) Die Brücke ist, soweit militärische Interessen dies gestatten, zur Durchtahrt von Schiffen
in der Zeit vom 1. November bis auf weiteres täglich von 9 bis 11 Uhr vormittags
und von 2 bis 4 Uhr nachmittags geöffnet.
Bei stürmischem oder unsichtigem Wetter ist es dem Ermessen des Offiziers vom
Brückendienst anheimgestellt, das Oeffnen der Brücke zu unterlassen.
2.) Der Schiffsverkehr wird durch Flaggensignale geregelt, welche auf einer unteren
Stromwache bei der Station Antwerpen-Waes zwischen Schuppen 16 und 17 am
Scheldekai, der Brücke selbst und oberen Stromwache bei Fort Cruybeke gezeigt werden.
3. Ist die Durchfahrt durch die Brücke verboten, so werden an allen 3 Signalstellen
„9
Rote Flagge
gezeigt. Auf dieses Signal haben die Schiffe zu halten.
4.) Ist die Durchfahrt durch die Brücke gestattet, so werden auf allen 3 Signal-
angabestellen
99
Weisse Flaggen
gezeigt. Auf dieses Signal setzen sich die Schiffe gegen die weissen Flaggen in Bewegung.
3.) Wenn bei geöffnetem Durchlass auf der Brücke oder einer Stromwache eine „Rote
Flagge" gezeigt wird, haben sämtliche Schiffe, welche sich vor diesem Signal befinden,
zu halten.
6.) Die zwischen jeder Stromwache und der Brücke liegenden Sperren sind an der Durch-
lassstelle mit roter und schwarzer Boje bezeichnet. Diese sind so zu passieren, dass
flussaufwärts rot an Steuerbord, schwarz an Backbord bleibt.
7.) Auf der Strecke zwischen der Unterstrom- und der Oberstromsperre haben die Schiffe
mit „,kleiner Fahrt" zu fahren.
8.) Auf der Strecke zwischen den Stromwachen dürfen die Schiffe nur auf ausdrücklichen
Befehl des Offiziers vom Brückendienst oder zur Vermeidung einer auf andere Weise nicht
abwendbaren Gefahr wenden.
9.) Schiffe, deren Bestimmungsort zwischen den beiden Stromwachen liegt, haben sowohl
zum Anlegen, wie auch zur Abfahrt in jedem einzelnen Falle die Erlaubnis der dem
Bestimmungsort am nächsten gelegenen Stromwache einzuholen.
10.) Schleppdampfer dürfen auf der Strecke zwischen den Stromwachen in der Regel nur
mit einem Schiff im Schlepp fahren.
Bei ruhigen Wind- und Wasserverhältnissen kann der Offizier vom Brückendienst
gestatten, dass von einem Schleppdampfer gleichzeitig zwei Schiffe geschleppt und ausser-
dem 2 kleine sogenannte Muschelboote (Fischerboote) angehängt werden. Auf der Strecke
zwischen den Sperren müssen die Schiffe Bord an Bord gekoppelt sein und dürfen, von
Aussenbord des einen zu Aussenbord des anderen Schiffes gemessen, einen Raum von
höchsten 15 m. einnehmen.
Das Abwerfen der geschleppten Schiffe ist auf der Strecke zwischen den Sperren
verboten.
11.) Die Signale und strompolizeilichen Anordnungen des Brückenkommandanten, des
Offiziers vom Brückendienst und der Stromwachen sind unbedingt zu befolgen.
Der Brückenkommandant, der Offizier vom Brückendienst und die Stromwachen
sind zur Durchsuchung der Schiffe befugt.
12.) Wer den Anordnungen des Brückenkommandanten, des Offiziers vom Brückendienst
und der Stromwachen nicht gehorcht, hat den Gebrauch der Schusswaffe zu gewärtigen.
13. Zuwiderhandlungen gegen diese Bestimmungen werden mit Gefängnis bis zu 2 Monaten
oder mit Geldstrafe bis zu 1000 Mark bestraft.
Zivilrechtliche Schadenersatzansprüche werden durch diese Strafbestimmungen
nicht berührt.
14.) Diese Bestimmungen treten anstelle der Bekanntmachungen betr. den Schiffsverkehr
durch die Scheldebrücke bei Burght vom 14. Dezember 1915 sofort in Kraft.
Antwerpen, den 8. November 1916.
Der Gouverneur
Frhr. V. HUENE
General der Infanterie.
DEIAEINOEI
betreffende het
scheepsverkeer door de
Scheldebrug byj BURGHT.
1° De brug is voor het doorvaren van schepen voor zoover dit met de krijgsbelangen over-
eenkomt in den tijd van den len November tot verdere orders dagelijks van 9 tot
11 uur 's morgens en van 2 tot 4 uur ’s namiddags geopend.
Bij storm- of nevelig weder wordt het aan het oordeel van den officier van dienst op
de brug overgelaten deze niet te openen.
2° Het scheepsverkeer wordt door vlaggesignalen geregeld, welke stroomafwaarts op de
stroomwacht aan de statie Antwerpen-Waes, tusschen de hangars 16 en 17 aan de
Scheldekaai, op de brug zelfs, en stroomopwaarts op de stroomwacht bij het fort
Cruybeke getoond worden.
3° Wanneer de doorvaart door de brug verboden is, worden op alle 3 signaalplaatsen
99
Roode vlaggen
getoond. Op dit signaal moeten de schepen stoppen.
4° Wanneer de doorvaart door de brug toegelaten is, worden op alle 3 signaalplaatsen
„Witte vlaggen
Druckerei KARL BROEL, Antwerpen.
getoond. Op dit signaal zetten zich de schepen in vaart in de richting der witte vlaggen.
5° Wanneer bij geopende doorvaart op de brug of eener stroomwacht eene „Roode vlag
getoond wordt, dan moeten alle schepen stoppen, welke zich voor dit signaal bevinden.
6° De tusschen elke stroomwacht en de brug liggende balkenafsluitingen zijn aan de plaats
van doorvaart met roode en zwarte vaarwatertonnen aangeduid. Deze laatste zijn zoo
te passeeren dat stroomopwaarts rood aan stuurboord en zwart aan bakboord blijft.
7° De streek tusschen de afsluiting stroomafwaarts en de afsluiting stroomopwaarts moet
met „,kleine snelheid" doorvaren worden.
8° Op de streek tusschen de stroomwachten mogen de schepen slechts dan keeren
wanneer dit van den officier van dienst op de brug uitdrukkelijk bevolen wordt of
slechts tot ontwijking van een gevaar dat op andere wijze niet te keeren is.
9° Schepen met hunne bestemmingsplaats tusschen de beide stroomwachten moeten zoowel
om aan te leggen alsook om te mogen vertrekken in elk geval de toelating der dichtst
gelegen stroomwacht vragen.
10° De sleepbooten mogen op de streek tusschen de stroomwachten in den regel slechts
éen schip doorsleepen.
Bij stillen wind en bij stil water kan de officier, die den dienst op de brug waarneemt,
toelaten dat door een sleepboot tegelijk 2 schepen doorgesleept worden, en buitendien
nog 2 kleine zoogenaamde mosselbakken (visschersschuiten) mogen aangehangen worden.
Op de streek tusschen de twee afsluitingen moeten de gesleepte schepen boord aan boord
gekoppeld zijn en mogen zij, van den buitenboord van het eene tot den buitenboord van
het andere schip gemeten, slechts een ruimte van ten hoogste 15 m. breedte innemen.
Het afkoppelen der gesleepte schepen op de streek tusschen de afsluitingen is ver-
boden.
11° De signalen en de stroompolitievoorschriften van den kommandant der brug, van den
officier van dienst op de brug en van de stroomwachten moeten onvoorwaardelijk nageleefd
worden.
De kommandant der brug, de officier van dienst op de brug en de stroomwachten
hebben het recht de schepen te doorzoeken.
12° Wie de bevelen van den kommandant der brug, van den officier van dienst op de
brug en van de stroomwachten niet naleeft zal op het gebruik der schietwapens moeten
verdacht zijn.
13° Tegenstrijdige handelingen tegen deze bepalingen worden met gevangenis tot 2 maan-
den of met geldboete tot 1000 Mark gestraft.
Aanspraken op burgerlijke schadevergoeding worden door deze strafbestemming
niet aangeraakt.
14° Deze bepalingen vervangen de bekendmaking betreffende het scheepsvaartverkeer
door de Scheldebrug bij Burght van 14 December 1915 en treden onmiddellijk in kracht.
Antwerpen, den 8er November 1916.
De Gouverneur
Frhr. V. IIUENE
Generaal van de Infanterie
|
