Copy and paste this minimal source listing into your document.
K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Title | EHC_K86950_4_2016_0097.tif |
Dating | 1917-07-30 |
Category | uit de bibliotheekcollecties van Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |
Tags | reglement distributie brood graan |
Asset identification [ID] | https://dams.antwerpen.be/asset/P1MqTYkXLR9TVoLipI5u4TPS#id |
Full text | 55 naieneiniaia n nsnsusiuiluiiuiaiauiuiui i iaiuiuiaianniaiaiiaia ininsinsiniassssteansiansaiaiauio Sekanneiacha betreffend die Brotgetreideregelung im Erntejahr 1917-1918. Durch die Verordnung vom 19. Juli 1917 hat der Herr General- gouverneur die Brotgetreideernte 1917 im Bereiche des General- gouvernements Belgien mit der Trennung vom Boden für den Verbrauch der Zivilbevölkerung im Bereich des Generalgouverne- ments beschlagnahmt. Zur Aufklärung der Bevölkerung mache ich auf folgende Punkte besonders aufmerksam: I. Handel mit Brotgetreide. Dem Komitee National wurde durch die Verordnung vom 19. Juli 1917 das Alleinrecht des An- und Verkaufs von in- ländischem Brotgetreide und Mehl erteilt. Es ist daher äusser dem Komitee jedermann sireng verbofen, Handel mit in¬ ländischem Brofgefreide oder Mehl zu freiben. II. Transportbestimmungen. Das Befördern von Brofgefreide und Mehl ohne Geleit¬ schein ist verbofen. Die Landwirte erhalten die Geleitscheine zum Transport ihres freigegebenen Getreides zur Mühle und des Mehles von der Mühle nach ihrem Anwesen zurück auf dem Bürgermeisteramt ihrer Gemeinde. Für den Transporf ausländischer Gefreide- und Mehlsendungen ist ein Geleif¬ schein bei der unferzeichneten Provinzial Ernie Kommis¬ sion zu beanfragen. III. Ablieferung des überschüssigen Getreides der Landwirte. Den Landwirten wird durch die Provinzial Ernte Kommission mitgeteilt, wieviel Getreide ihnen zu Saatzwecken und zum Selbst¬ verbrauch freigegeben ist. Sämtliches Getreide, dass sich über diese freigegebenen Mengen hinaus in ihrem Besitz befindet, müssen sie durch Vermittlung der Gemeindeverwaltung dem Aufkäufer des Provinciaal Oogstbureels verkaufen. Für die Ablieferungen werden bestimmte Tage festgesetzt. Die Landwirte haben die ihnen von der Gemeindeverwaltung aufgegebene Menge rechtzeitig bis zu den festgesetzten Tagen abzuliefern. Weigert ein Landwirt dieser Anordnung Folge zu leisten, dann werde ich unerbittlich von den mir vom Herrn Generalgouverneur erteilten Rechten Gebrauch machen, die wie folgt lauten : Jeder Landwirt ist persönlich dafür verantwortlich, dass die bei ihm festge- stellte Brotgetreidemenge abzüglich der zum Selbstverbrauch und zu Saatzwecken freigegebenen Mengen an den von der Provinzial Ernte Kommission festgesetzten Terminen zur Ablieferung an das Komitee National gelangt. Neben dem Landwirt haften sämtliche übrigen in der Gemeinde wohnhaften Landwirte und die Gemeinde, in welcher der Landwirt seinen Wohnsitz hat. Bleiben die Massnahmen, deren Anwendung zum Zwecke der Beitreibung die Provinzial Ernte Kommission für dienlich hält, erfolglos, so steht der Provin- zial Ernte Kommission die Befugnis zu a) dem betreffenden Landwirt oder mehreren oder allen in der Gemeinde wohn- haften Landwirten das Recht zur Selbstversorgung zu entziehen und sie bezüg- lich ihrer Ernährung an das Komitee National zu verweisen. Die dadurch freiwerdenden Getreidemengen sind durch die Provinzial Ernte Kommission zum Höchstpreise beizutreiben. b) für jedes dann noch fehlende Kilogramm Brotgetreide einen Betrag von 1 M. bis 10 M. von dem ursprünglich verpflichteten Landwirt oder von den neben ihm haf- tenden Personen oder der Gemeinde einzuziehen. Verfütterung von Brotgetreide. IV. Jede Verfütterung von Getreide ist streng verboten. V. Strafbestimmungen. a) Wer beschlagnahmte Vorräte unbefugt beiseite schafft oder aus der Gemeinde, in der sie beschlagnahmt sind, unbefugt entfernt, wer sie beschädigt, zerstört, verheimlicht, unbefugt verarbeitet, verfüttert oder anderweitig verbraucht, b) wer beschlagnahmte Vorräte unbefugt verkauft, kauft, pfän- det oder verpfändet oder ein anderes Veräusserungs- oder Erwerbsgeschäft über sie abschliesst, c) wer den Verpflichtungen des Par. 5 der Verordnung vom 19. Juli 1917 zuwiderhandelt, wird mit Gefängnis bis zu 5 Jahren oder mit Geldstrafe bis zu 20.000 Mark bestraft, auch kann auf Gefängnis neben der Geld- strafe erkannt werden. Die zu strafbaren Handlungen bestimmten oder gebrauchten Vorräte und Einrichtungen sind einzuziehen. Der Versuch ist strafbar. Ist die Zuwiderhandlung in der Absicht begangen, einen unzu¬ lässigen Vermögensgewinn zu erzielen, so ist auf Freiheitsstrafe und auf eine Geldstrafe zu erkennen, die für jedes Kilogramm Brotgetreide oder Mehl, das den Gegenstand der Zuwiderhandlung bildet, das Zehnfache des Höchstpreises beträgt. Die Geldstrafe darf den Betrag von 20.000 Mark nicht überschreiten und soll mindestens 25 Mark betragen. Die eingezogenen Vorräte sind durch Vermittlung der Provinzial Ernte Kommission an das zuständige Provinzial Komitee abzuführen. Das Getreide unter- liegt auch nach der Abführung den Verordnungen über die Beschlagnahme. Die Bezahlung der eingezogenen Waren hat durch das Komitee an die Provinzial Ernte Kommission zu er¬ folgen. Diese führt das hierbei zur Auszahlung kommende Geld nicht dem Militärfiskus, sondern den ständigen Ausschüssen zur Verwendung für Wohlfahrtszwecke innerhalb der Provinzen zu. Zuständig sind die Militärbefehlshaber und die Militär- gerichte. Antwerpen, den 30. Juli 1917. Der Vorsitzende der Provinzial Ernte Kommission Antwerpen SCHRAMM, Sekehamakint aangaande de broodgraanregeling in het oogstjaar 1917-1918. Door verordening van 19 Juli 1917 heeft de Heer Generaal-Goever- neur den broodgraanoogst 1917, in het bereik van het Generaal- Goevernement Belgie, met de scheiding van den grond voor het verbruik der burgerlijke bevolking in ’t bereik van ’t Generaal-Goe- vernement, in beslag gelegd. Ter opheldering der bevolking maak ik op de volgende punten bijzonder opmerkzaam : I. Handel met broodgraan. Aan het Nationaal Komiteit werd door de verordening van 19 Juli 1917 het alleenrecht tot aan- en verkoop van inlandsch broodgraan en meel gegeven. Hef is daarom aan ieder, buifen het Komiteit, sireng verboden handel mef inlandsch brood¬ graan of meel te drijven. II. Vervoerbepalingen. Hef vervoeren van broodgraan en meel zonder geleidebrief is verboden. De landbouwers ontvangen de geleidebrieven tot vervoer van hun vrijgegeven graan naar den molen en van het meel van den molen naar hunne woning terug, op het gemeente¬ huis hunner gemeente. Voor '1 vervoer van uitheemsche graan¬ en meelzendingen is bij de onderfeekende Provinzial Ernie Hommission eenen geleidebrief aan te vragen. III. Aflevering van het overschietende graan der landbouwers. Aan de landbouwers wordt door de Provinzial Ernte Kommis¬ sion medegedeeld, hoeveel graan hen voor het zaaien en voor zelfverbruik vrijgegeven is. Al het graan, dat zich buiten deze vrijgegeven hoeveelheden in hun bezit bevindt, moeten zij door bemiddeling van ’t gemeentebestuur aan den opkooper van het Provinciaal Oogstbureel verkoopen. Voor de afleveringen worden vastgestelde dagen bepaald. De landbouwers moeten de hen van het gemeentebestuur opge¬ legde hoeveelheid op tijd tot de vastgestelde dagen afleveren. Weigert een landbouwer deze schikking te bevolgen, dan zal ik onverbiddelijk van de mij door den Heer Generaalgoeverneur toegestane rechten gebruik maken, welke luiden als volgt: ledere landbouwer is er persoonlijk voor verantwoordelijk, dat de bij hem vastgestelde hoeveelheid graan met afhouding van de tot eigen verbruik en als zaaigraan vrij verklaarde hoeveelheden, op de door de bevoegde Provinzial Ernte Kommission bepaalde termijnen aan het Nationaal Komiteit afgeleverd wordt. Behalve den belanghebbenden landbouwer zijn al de landbouwers, die de ge- meente bewonen, alsook de gemeente zelf, waarin de landbouwer woont, mede verantwoordelijk. Ingeval de maatregelen, welke de Provinzial Ernte Kommissionen geschikt achten om het graan op te eischen, tot geen uitslag leiden, zijn de Provinzial Ernte Kommissionen gemachtigd : a) den betrokken landbouwer, of verschillende of al de landbouwers, die in de ge meente wonen, het recht te onttrekken om in het eigen verbruik te voorzien en ze voor het aanschaffen hunner voedingsmiddelen naar het Nationaal Komiteit te verwijzen. De ten gevolge daarvan vrijgekomen hoeveelheden graan zijn door de Provin- zial Ernte Kommissionen tegen den hoogsten prijs op te eischen. b) voor elk dan nog ontbrekend kilogram graan een bedrag van 1 tot 10 Mark in te vorderen ten laste van den oorspronkelijk in gebreke gebleven zijnde land- bouwer, of ten laste van de met hem verantwoordelijk zijnde personen of van de gemeente. Vervoederen van broodgraan. IV. Elk vervoederen van broodgraan is streng verboden. V. Strafbepalingen. a) Wie in beslag genomen stapels onbevoegd van de hand doet of ze onbevoegd verwijdert uit de gemeente, waarin ze aan- geslagen werden, wie ze beschadigt, vernielt, verheelt, onbe¬ voegd verwerkt, vervoedert of anderszins verbruikt, b) wie in beslag genomen stapels onbevoegd verkoopt, koopt, pandt, verpandt of op eenige andere wijze vervreemdt of verwerft, c) wie de verplichtingen van Par. 5 der verordening van 19 Juli 1917 niet nakomt, wordt met ten hoogste 5 jaren gevangenis of met ten hoogste 20.000 Mark bestraft, ook kunnen gevangenisstraf en boete tegelijk uitgesproken worden. De voorraden en inrichtingen, die voor straf- bare handelingen bestemd waren of gediend hebben, moeten ver- beurd verklaard worden. De poging tot overtreding is strafbaar. Is de overtreding begaan met het inzicht daarmede eene onver¬ oorloofde winst op te strijken, dan moet naast de gevangenisstraf ook eene boet worden uitgesproken, ten beloope van tienmaal den hoogsten prijs voor elk kilogram graan of meel dat het voorwerp van de overtreding uitmaakt De boete mag niet meer dan 20.000 Mark en niet minder dan 25 Mark bedragen. De verbeurdverklaar¬ de stapels moeten door tusschenkomst van de Provinzial Ernte Kommission aan het bevoegd provinciaal komiteit worden toege- wezen. Dit graan valt ook na de aflevering onder toepassing der verordeningen over de inbeslagneming. Het Komiteit betaalt de verbeurdverklaarde waren aan de Provinzial Ernte Kommission. Deze stort het daarvoor ontvangen bedrag niet in de krijgsschat- kist, maar staat het af aan de bestendige afvaardigingen, om het voor menschlievende doeleinden binnen de provincies te gebruiken. De duitsche krijgsbevelhebbers en krijgsrechtbanken zijn tot oordeelvellen bevoegd. Antwerpen, den 30 Juli 1917. Der Vorsitzende der Provinzial Ernte Kommission Antwerpen SCHRAMM, |
Last OCR | Last OCR 2022-09-15 11:55:10 |
Original filename | EHC_K86950_4_2016_0097.tif |
Filesize | 347.87 MB |
Height | 13584px |
Width | 8951px |
MIME-type | image/tiff |
Creation date in Dams | 2016-07-29 14:22:14 |
Last modification | 2022-09-15 12:26:00 |
Info |
This media file falls into the public domain. This work has been identified as being free of known restrictions under copyright law, including all related and neighboring rights. You can copy, modify, distribute and perform the work, even for commercial purposes, all without asking permission.
The metadata is licensed with a creative commons zero license. You can copy, modify, distribute and perform the work, even for commercial purposes, all without asking permission. If you use this media file and / or the metadata, we would appreciate it if you copied the information from the Acknowledgements field as a source reference. When used in a publication, we would like to receive a copy for our library. |
Acknowledgements | K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |
Source listing | [Verzameling van Belgische en Duitsche oorlogsplakkaten, 1914-1918], K 86950, Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience |