| Full text |
aby
2 2
miimmiinin
2 2
Li
A
Verordnung
Verordening
über die Beschlagnahme von Weiden
und Weidenrinden.
over het inbeslagnemen
van wisschen en schors van wisschen.
In Ergänzung und Abänderung der bisher durch allgemeine oder
Einzelverfügungen militärischer Befehlshaber ausgesprochenen Be-
schlagnahmen von Weiden wird hiermit folgendes bestimmt:
Artikel 1.
Die Beschlagnahme der Weiden wird ausgedehnt auf sämiliche
grüne, trockene graue und geschälten Weiden aller Arten und Längen
im Gebiet des Generalgouvernements.
Die Veräusserung, Beförderung und Verarbeitung der beschlag-
nahmten Weiden ist verboten, soweit nicht aus dem Folgenden anderes
ersichtlich ist.
Artikel 2.
Wer Vorräte an Weiden in Verwahrung hat, ist unbeschadet früherer
Anmeldungen verpflichtet, die vorhandenen Mengen unter Bezeichnung
des Eigentümers und des Lagerortes zu melden.
Falls die Weiden bereits früher vom Kreischef pp. freigegeben sind,
ist dies bei der Meldung anzugeben.
Die Meldungen müssen in doppelter Ausfertigung gemacht werden
auf Formblättern, welche bei den Kreischefs pp. erhältlich sind.
Die ausgefüllten Meldelisten sind bis zum 15. April bei der Abteilung
für Handel und Gewerbe, Rohstoffverwaltungsstelle, Brüssel, Kunst-
herlevingslaan 30, einzureichen.
Aus der Meldung muss hervorgehen:
a) Wieviel Bund verzogene Weiden
und zwar von jeder Sorte
und Länge
b) Wieviel Bund nicht verzogene Weiden
vorhanden sind.
Die noch nicht geschnittenen Weiden sind nach den bestandenen
Grundflächen in ha anzugeben.
Artikel 3.
Die Eigentümer, Besitzer oder Pächter von Weidenkulturen, sowie die
Besitzer oder Verwalter von Vorräten grüner Weiden sind verpflichtet,
dafür zu sorgen, dass ihre Bestände rechtzeitig geschnitten und geschält
werden. Sofern die Schälung im eigenen Betriebe nicht bewirkt werden
kann, dürfen die grünen Weiden an Schäler verkauft werden. Für diese
Verkäufe und die dadurch notwendig werdenden Beförderungen ist eine
Genehmigung nicht erforderlich, jedoch sind sie der in Artikel 2 Absatz 4
bezeichneten Stelle auf den vorgeschriebenen Formblättern anzuzeigen.
Die Schäler haben die Weiden in sachgemässer Weise zu schälen und
pfleglich zu behandeln.
Artikel 4.
Alle durch die Schälung der Weiden gewonnenen Weidenrinden
werden hierdurch beschlagnahmt.
Die Verwendung von Weidenrinden für Streu-, Dung- oder andere
Zwecke ist verboten. Die Weidenrinden sind zu trocknen, ordnungs-
gemäss zu bündeln und vor Nässe zu schützen. Hierfür sind die
Besitzer, welche die Weiden schälen oder schälen lassen, verant-
wortlich.
Artikel 5.
Alle Vorräte an trocknen grauen oder an geschälten Weiden aller
Längen, sowie an Weidenrinden dürfen nur an die Firma Struss & Vogel
gesellschaft oder an die mit Ausweis des Festungs-Gouvernements
Äntwerpen versehenen Aufkäufer der Firma verkauft werden. Sie sind
der Firma zum Kauf anzubieten und im Verkaufsfalle auf Aufforderung
gegen Barzahlung abzuliefern.
Als Höchstpreis geschälter Weiden für erste Qualität bester Sortie-
gebunden, festgesetzt; für geringere Qualitäten werden niedrigere
Preise gezabhlt.
Umfang von 1 m haben, werden für jeden fehlenden Zentimeter
0,20 Franken in Abzug gebracht.
Für Weidenrinden wird ein Höchstpreis von 5.— Franken für
100 kg bester Qualität im Grossbahnwaggon verladen, festgesetzt.
Die Ablieferung und Verladung der Weiden und Weidenrinden muss
nach den von der Firma Struss & Vogel angegebenen Sorten auf den Struss & Vogel, in de door dit huis aangeduide spoorwegstaties stipt
von ihr bestimmten Bahnhöfen nach Aufforderung pünktlich erfolgen. afgeleverd en geladen worden.
Vorräte von trockenen grauen und geschälten Weiden, die der Firma
kauf an die genannte Firma verweigert wird, werden durch die Sek-
tion K. R. des Generalgouvernements gegen Gutschein beigetrieben. Die
kommission festgesetzt.
Artikel 6.
Die Eigentümer, Besitzer und Pächter von Weidenkulturen haben
für sachgemässe Bearbeitung Sorge zu tragen.
Artikel 7.
Ausnahmen von vorstehenden Bestimmungen kann nur die im
Artikel 2 Absatz 4 genannte Stelle gestatten. Freigaben, die bereits
früher von den Kreischefs pp. ausgesprochen sind, bleiben aufrecht
erhalten. In den Freigabe- und Beförderungsanträgen ist anzugeben, zu
welchen Zwecken und für welche Firmen der Verkauf oder die Ver-
arbeitung der Weiden oder Weidenrinden erfolgen sollen. Beförderungen
von Weiden und Weidenrinden, die von der Firma Struss & Vogel r toelating vervoerd worden.
angekauft sind, bedürfen keiner Genehmigung.
Artikel 8.
Vorsätzliche oder grob fahrlässige Zuwiderhandlungen gegen die
Verordnung werden mit Geldstrafe bis zu 20.000 M und mit Ge-
fängnis bis zu 2 Jahren oder mit einer dieser Strafen bestraft.
Die den Gegenstand der Zuwiderhandlung bildenden Weiden und
Weidenrinden werden eingezogen. Bei blosser Fahrlässigkeit kann von
der Einziehung abgesehen werden.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte und Militärbehörden.
Brüssel, den 21. März 1917.
(Staatsdr. — Nr. 830.)
C C. IV. R. 3969/11.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr voN BISSING,
Generaloberst.
Ter aanvulling en onder wijziging van de totnogtoe door algemeene of
afzonderlijke beschikkingen van krijgsbevelhebbers uitgesproken inbe-
slagneming van wisschen, bepaal ik hierbij het navolgende :
Artikel 1.
De inbeslagneming van de wisschen is uitgebreid tot al de groene,
droge grauwe en geschilde (gepelde) wisschen van om het even welke
soort en lengte, die binnen het gebied van het Generalgouvernement
voorhanden zijn.
Zoover in onderstaande artikelen niet anders is bepaald, is het
verboden de in beslag genomen wisschea te vervreemden, te vervoeren
en te verwerken.
Artikel 2.
Wie voorraden aan wisschen in bewaring heeft, is verplicht, om het
even of hij er vroeger al dan niet aangifte van heeft gedaan, de bij hem
voorhanden hoeveelheden, met vermelding van eigenaar en ligplaats,
aan te geven.
Ingeval de « Kreischef » of een andere bevoegde overheid de wisschen
vroeger reeds vrijverklaard heeft, moet dat bij de aangifte vermeld
worden.
De aangifte moet in dubbel exemplaar gedaan worden op formulieren,
die bij de « Kreischefs » of andere bevoegde overheden verkrijgbaar
zin gesteld.
De ingevulde lijsten van aangifte moeten ten laatste op 15 April 1917
binnengekomen zijn bij de « Abteilung für Handel und Gewerbe, Roh-
stoffverwaltungsstelle » (Afdeeling voor handel en nijverheid, Kantoor
voor grondstoffen) Kunstherlevingslaan 30, te Brussel.
Uit de aangifte moet blijken :
a) hoeveel bundels getrokken wisschen
en wel van elke soort
b) hoeveel bundels ongetrokken wisschen
en lengte
er bij den inzender voorhanden zijn.
Nog niet gesneden wisschen moeten per begroeide teeltvlakte in
hektaren worden aangegeven.
Artikel 3.
De eigenaars, bezitters of pachters van wischteelten, evenals de bezit-
ters of beheerders van voorraden aan groene wisschen zijn verplicht, er
zorg voor te dragen dat hun voorraden bijtijds gesneden en geschild
worden. Kan tot het schillen in het eigen bedrijf niet worden over-
gegaan, dan mogen de groene wisschen aan schillers verkocht worden.
In zulke gevallea mag de verkoop en het ten gevolge daarvan nood-
zakelijk zijnde vervoer zonder toelating geschieden; daarvan dient even-
wel op de voorgeschreven formulieren aangifte te worden gedaan bij
het kantoor bedoeld in het 4e lid van artikel 2. De schillers moeten de
wisschen op de behoorlijke wijze schillen en met de noodige zorg
behandelen.
Artikel 4.
Al de schors, voortkomend van het schillen der wisschen, is hierbij in
beslag genomen.
Het is verboden schors van wisschen als strooisel, als mest of tot
andere doeleinden te gebruiken. De schors van wisschen moet gedroogd,
behoorlijk gebundeld en tegen vochtigheid beschut worden. De bezitters,
die de wisschen schillen of doen schillen, zijn daarvoor verant woordelijk.
Artikel 5.
Al de voorraden aan droge grauwe wisschen of aan geschilde wisschen
van om het even welke lengte, alsook aan schors van wisschen mogen
uitsluitend verkocht worden aan het huis Struss en Vogel, Meir, 14, te
Antwerpen, dat de « Kriegswirtschafts-Aktiengesellschaft » vertegen-
woordigt, of aan de opkoopers van genoemd huis, die een opkoopings-
in Antwerpen, Meir 14, als Vertreterin der Kriegswirtschafts-Aktien- van het vestingsgouvernement Antwerpen (Festungs-Gouver-
nement Antwerpen) kunnen vertoonen. Bedoelde voorraden moeten aan
genoemd huis te koop worden aangeboden; ingeval de verkoop tot stand
komt, zijn zij op uitnoodiging tegen betaling met gereed geld aue
leveren.
Voor geschilde wisschen van eerste hoedanigheid van de beste sortee-
rung werden 4.20 Franken für ein Bund von 1 m Umfang, im Bock ring is de hoogste prijs per bundel van 1 meter omvang, op den ezel érieurs à ce maximum.
gebonden, vastgesteld op 4.20 fr.; voor wisschen van mindere hoedanig-
heid worden lagere prijzen betaalde
Heeft een bundel bij het overnemen niet den voorgeschreven omvang
Für Bünde, die bei der Abnahme nicht den vorschriftsmässigen , dan worden voor elken ontbrekenden centimer 0.20 fr.
afgetrokken.
Voor schors van wisschen van beste hoedanigheid op den spoorweg-
wagen geladen, is de hoogste prijs vastgesteld op 5 fr. per 100 kg.
De wisschen en schors van wisschen moeten op uitnoodiging,
gescheiden naar soorten volgens de onderrichtiagen van het huss
De afdeeling K. R. van het General-Gouvernement zal de voorraden
Struss & Vogel nicht zum Verkauf angeboten werden oder aterTuma droge grauwe en geschilde wisschen, welke niet te koop aangeboden à cette maison, seront réquisitionnés par la Section K. R. du Gouverne-
worden aan het huis Struss & Vogel, of waarvan de verkoop aan dit
huis geweigerd wordt, tegen een ontvangstbewijs (Gutschein) opeischen.
Eutschädigung wird in diesem Falle durch die Reichsentschädigungs¬ d atste geval zal de « Reichsentschadigungskommission » (Rijks- impériale pour le règlement des indemaités).
kommissie tot regeling der schadeloosstellingen) de vergoeding vast-
stellen.
Artikel 6.
De eigenaars, bezitters en pachters moeten hun wischteelten na het
diese nach dem Schneiden rechtzeitig vos Unkraut zu reinigen und nijden bijtijds van onkruid zuiveren en voor de behoorlijke bewerking eme.
er van zorgen.
Artikel 7.
Alleen het kantoor, dat in het 4e lid van artikel 2 aangeduid is, kan dispositions qui précèdet. Les autorisatio de disposr
uitzonderingen op vorenstaande bepalingen toestaan. De inbeslagneming
is niet tocpasciste op vroeger recds dor de « Kreichets, of andere
bevoegde overheden vrijverklaarde waren. In de aanvragen om een
vrijverklaring of een vervoertoelatiag te bekomen is op te geven tot
welke doeleinden en voor welke huizen de verkoop of de verwerking
van de wisschen of de schors zou moeten geschieden. Wisschen en
schors van wisschen, die het huis Struss & Vogel aangekocht heeft,
Artikel 8.
Wie deze Verordening opzettelijk of uit grove nalatigheid overtreedt,
wordt met ten hoogste 20.000 mark boete en met ten hoogste 2 jaar
gevangenis of met één dezer straffen gestraft.
De wisschen en de schors van wisschen, die het voorwerp der
overtreding uitmaken, worden verbeurdverklaard. Ingeval de overtre-
diag enkel uit nalatigheid geschiedt, kan van de verbeurdverklaring
worden afgezien.
De Duitsche krijgsrechtbanken en krijgsoverheden zijn tot oordeel-
vellen bevoegd.
Brussel, den 21n Maart 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
Arrété
concernant la saisie des osiers
et des écorces d'osiers.
Ea vue de compléter et de modifier les dispositions d'ordre général
ou particulier prises jusqu'à ce jour par les commandants militaires en
vue d'ordonner la saisie des osiers, il est déterminé ce qui suit :
Article 1er.
La saisie des osiers est étendue à tous les osiers verts, gris secs ou
décortiqués, de toute espèce et de toute longueur, se trouvant dans le
territoire du Gouvernement général.
Il est défendu de céder, de trausporter ou de travailler les osiers saisis,
à moins que les dispositions qui suivent n'en décident autrement.
Article 2.
Quiconque détient des stocks d’osiers est obligé, indépendamment de
toutes autres déclarations antérieures, de déclarer les quantités dispo-
nibles en indiquant le propriétaire et le lieu de dépôt.
Au cas où la libre disposition des osiers a déjà été autorisée précédem¬
ment par le chef d'arrondissement (Kreischef) ou une autre autorité
compétente, on doit en faire mention dans la déclaration.
Les déclarations doivent être faites en double expédition sur des
formules qui s'obtiennent auprès du chef d'arrondissement ou de l'autre
autorité compétente.
Les listes de déclaration, dûment remplies, doivent être remises le
15 avril au plus tard à la Section du commerce et de l'industrie, Bureau
des matières premières (Abteilung für Handel und Gewerbe, Rohstoff-
verwaltungsstelle), 30, avenue de la Renaissance, à Bruxelles.
La déclaration doit indiquer le nombre :
a) de faisceaux d'osiers triés
de chaque sorte et de chaque
b) de faisceaux d'osiers non triés
longueur.
Pour les osiers non encore coupés, on déclarera les superficies en
hectares qui en sont recouvertes.
Article 3.
Les propriétaires, détenteurs ou fermiers d’oseraies de même que les
personnes qui détiennent ou administrent des stocks d'osiers verts sont
tenus de veiller à ce que leurs osiers soient coupés et décortiqués à
temps. Si la décortication ne peut avoir lieu dans l'exploitation même,
les osiers verts pourront être vendu à des décortiqueurs. Ces ventes et
les opérations de transport qu'elles nécessitent ne sont pas soumises à
une autorisation préalable; elles doivent toutefois être déclarées, au
moyen des formules prescrites à cette fln, à l'autorité désignée à l'article 2,
4e alinéa. Les décortiqueurs ont l'obligatioa de décortiquer rationnelle¬
ment les osiers et de les traiter avec soin.
Article 4.
Toutes les écorces d'osiers obtenues par la décortication sont saisies
en vertu du présent arrêté.
Il est défendu d'utiliser les écorces d’osiers comme litière, comme
engrais ou dans tout autre but. Les écorces d'osiers doivent être
séchées, mises en faisceaux ainsi qu'il convient et protégées contre
l'humidité. La responsabilité de ces mesures incombe aux possesseurs qui
décortiquent ou font décortiquer les osiers.
Article 5.
Tous les stocks d'osiers gris secs ou décortiqués, de toute longueur,
ainsi que ceux d'écorces d'osiers ne peuvent être vendus qu'à MM. Struss
& Vogel, à Anvers, 14, place du Meir, représentants de la «Kriegs-
wirtschafts Aktiengesellschaft», ou bien aux acheteurs de cette maison
qui sont pourvus d'une carte de légitimation émanant du Gouvernement
de la place forte d'Anvers. Tous lesdits stocks doivent être offerts en
vente à la maison précitée et, en cas de vente, être livrés sur réquisition,
contre paiement comptant.
Pour les osiers décortiqués de première qualité du meilleur choix, il
est fixé un prix maximum de fr. 4.20 par faisceau de 1 m. de circonfé¬
rence, lié au chevalet; pour les qualités moindres, il sera payé des prix
Pour les faisceaux qui, à la prise de livraison, n’auront pas la circon¬
férence prescrite de 1 m., il sera déduit du prix de vente fr. 0.20 par
centimètre manquant.
Pour les écorces d'osiers, il est fixé un prix maximum de fr. 5. — les
100 kg. de première qualité, chargés sur wagon de chemin de fer à voie
normale.
La livraison et le chargement des sortes d’osiers et d’écorces d’osiers
que la maison Struss & Vogel désigne, doit, sur réquisition, se faire
ponctuellement aux gares que ladite maison détermine à cette fin.
Les stocks d’osiers gris secs et d’osiers décortiqués qui ne seront pas
offerts en vente à MM. Struss & Vogel ou que l'on refusera de vendre
ment général, contre délivrance d'un bon. Dans ce cas, l'indemnité sera
déterminée par la «Reichsentschädigungskommission» (Commission
Arlicle 6.
Les propriétaires, détenteurs et fermiers d'oseraies sont tenus, après la
coupe, de sarcler à temps leurs oseraies, de façon à y enlever les mau-
vaises herbes, et de veiller à ce que ces cultures soient soignées ration¬
Article 7.
Seule l'autorité désignée à l’article 2, 4e alinéa, peut consentir des
de certains stocks, qui ont déjà été accordées précédemment par le chef
d'arrondissement ou une autre autorité compétente, restent valables.
Les demandes tendantes à obtenir la libre disposition et l'autorisation de
transport doivent mentionner à quels usages et à quelles maisons les
osiers ou écorces d'osiers bruts ou travaillés seraient vendus, le cas
échéant. Pour le transport des osiers et écorces d'osiers achetés par la
maison Struss & Vogel, aucune autorisation n'est nécessaire.
Article 8.
Quiconque, intentionnellement ou par grave négligence, aura enfreint
le présent arrété sera puni soit d'une amende pouvant atteindre
20,000 marcs et d'un emprisonnement de 2 ans au plus, soit de l'une de
ces deux peines à l'exelusion de l'autre.
Les osiers ou écorces d’osiers qui auront formé l’objet de l’infraction
seront confisqués. En cas de simple négligence, il pourra être renoncé
à la confiscation.
Les tribunaux et autorités militaires allemands sont compétents pour
juger les infractions au présent arrêté.
Bruxelles, le 21 mars 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien,
Freiherr voy BISSING,
Generaloberst.
|
