| Full text |
tenaa
Provinz Antwerpen
REINIGUNG VON
1917
Der Präsident der Zivilerwaltung auf Grund der
Verordnung des Generalgouverneurs d. d.
26. April 1917,
BESCHLIESST
Art. 1. — Auf Grund des Gesetzes vom 7. Mai 1877 und
der Provinzialverordnung über die Beaufsichtigung der
weder schiff- noch flössbaren Wasserläufe müssen die
Reinigungs- Unterhaltungs- und Instandsetzungs-Arbeiten
aller Wasserläufe der Provinz Antwerpen im Jahre 1917
in der Zeit vom 15. Juli bis 50. September ausgeführt
werden.
Art. 2. — Die Gemeindeverwaltungen sind verpflichtet
in ihren Gebieten die Arbeiten in dem festgestellten Zeit-
raume in Uebereinstimmung mit dem Leiter des technischen
Dienstes auszuführen.
Art. 3. — Die Bürgemeister- und Schöffenkollegien
bringen durch Bekanntmachung oder Anschlag wenigstens
8 Tage im Voraus zur Kenntnis der Uferbesitzer, Fa-
brikinhaber und der anderen beteiligten Inhaber von
Gerechtsamen, wann mit den Arbeiten in jedem Abschnitte
des Wasserlaufes begonnen wird.
Art. 4. — Die Arbeiten werden gleichzeitig auf den
beiden Ufern ausgeführt. Die Fabrikanten und anderen
Inhaber von Gerechtsamen, deren Einrichtungen an den
Wasserläufen liegen, sind verpflichtet sich betr. des
Oeffnens und Schliessens der Schleussen und Stauvor-
richtungen nach den Befehlen der, die Arbeit über-
wachenden Aufsichtsbeamten zu richten.
Art. 5. — Die Kosten, durch die Reinigung verursacht,
werden auf die Uferbesitzer, Fabrikanten und anderen
beteiligten Inhaber von Gerechtsamen verteilt.
Art 6 — Eine Uebertretung dieser Verordnung wird
mit Polizeistrafen geahndet, falls nicht die härteren Strafen
der Strafgesetzbuches verwirkt sind.
Antwerpen, den 6. Juli 1917.
Der Präsident der Zivilverwaltung,
SCHRAMM
Provincie Antwerpen
RUIMING VAN
1917
De Voorzitter van het Burgerlijk Bestuur, in ver-
vanging van de bestendige Deputatie des
provincieraads van Antwerpen, (krachtens
verordening van den Gouverneur Generaal
d. d. 26 April 1917 over het uitoefenen der
toekentenissen van de bestendige Deputatien
der provincieraden door de Voorzitters van
het Burgerlijk Bestuur)
BESLUIT:
Art. 1 — In uitvoering der wet van 7 Mei 1877, en van
het provinciaal reglement op de politie der niet bevaar- noch
vlotbare waterloopen, zullen de werken van ruiming,
onderhoud en verbetering in 1917 van al de waterloopen
der provincie uitgevoerd worden gedurende het tijdvak
begrepen tusschen den 15 Juli en 50 September.
Art. 2. — De gemeentebesturen zullen de werken doen
uitvoeren op hun grondgebied. gedurende het vastgesteld
tijdstip in overeenkomst met het hoofd van den tech¬
nischen dienst.
Art. 5. — De Collegiën van Burgemeester en Schepenen
zullen bij middel van afkondigingen en plakkaten, ten
minste acht dagen van te voren, aan de aangrenzende
eigenaren, molenaars en andere gebruikers, wien de zaak
aangaat, den dag doen kennen, waarop de werken zullen
aanvangen op ieder pand der waterloopen.
Art. 4. — De werken zullen gelijktijdig op de twee
oevers verricht worden. De fabriekanten en andere be-
nuttigers van gestichten op de waterloopen gelegen, zijn
gehouden, voor het openen en sluiten der sluizen en
derzelver val- en yleugeldeuren, zich te gedragen naar
de bevelen van de beambten met het toezicht gelast.
Art. 5. — De onkosten, veroorzaakt door de ruiming
zullen verdeeld worden tusschen de eigenaars van de
oevers en de fabriekanten of andere benuttigers.
Art. 6. — De overtreders der legenwoordige veror-
dening zullen gestraft worden met de boeten van enkele
politie, zonder vrijwaring van zwaardere boeten door
het strafwetboek voorzien.
Antwerpen, den 6 Juli 1917.
Der Präsident der Zivilverwaltung,
SCHRAMM
Drukk. Jules DE WINTER, Kleine Markt, 13, Antwerpen - 2-8-17.
|
