| Full text |
n
uiansiannsiasiaas
betreffend die Festsetzung
von Ausdruschterminen für Oelsaaten.
Artikel 1.
Die Präsidenten der Zivilverwaltung
werden ermächtigt, Ausdruschfristen für Oel-
saaten festzusetzen und Ausnahmen von den
festgesetzten Fristen selbst oder durch die
von ihnen damit beauftragten Dienststellen
zu bewilligen.
Artikel 2.
Wer die gemäss Artikel 1 festgesetzten
Ausdruschfristen nicht innehält, wird mit
Geldstrafe bis zu 10 000 Mark und mit
Gefängais bis zu 6 Monaten oder mit einer
dieser beiden Strafen bestraft. Gleichzeitig ist
auf Einziehung der nicht ausgedroschenen
Waren zu erkennen.
Artikel 3.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte
und Militärbehörden.
Brüssel, den 13. Oktober 1917. (Stastedr. —N 4248.)
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr voN FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
C.FI. W. VII B 3204.
zur Regelung des Verkehrs mit Stroh und Heu.
Artikel 1.
Die Beförderung von Stroh und Heu jeder
Art — auch in gepresstem oder geschoittenem
Zustande (Häcksel usw.) — mit Bahn oder
Schiff ist nur mit Genehmigung zulässig.
Artikel 2.
Die Genehmigung (Art. 1) wird von den
Verwaltungschefs für Flandern und Wal¬
lonien (Abtlg. VII B) in Brüssel erteilt.
Artikel 3.
Die Verwaltungschefs für Flandern und
Wallonien sind berechtigt, Ausführungsbe-
stimmungen zu dieser Verordnung zu erlassen.
Sie können Erleichterungen zulassen, so be¬
sonders die Anwendung der Verordnung auf
einzelne Bezirke beschräwken oder sie dauernd
oder zeitweise ausser Kraft setzen.
Artikel 4.
Zuwiderhandlungen gegen die Bestimmun-
gen dieser Verordnung werden mit Haft oder
Gefängnis bis zu einem Jahre oder mit Geld-
strafe bis zu 10 000 Mark bestraft. Auch
kann auf beide Strafarten nebeneinander und
auf Einziehung der Ware sowie der Beförde-
rungsmittel erkannt werden.
Artikel 5.
Zuständig sind die Militärgerichte und Mili-
tärbefehlshaber.
Brüssel, den 18. Oktober 1917. (Staatsdr.—N 1250.)
C
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr voN FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
C FI. W. VII B. 3246.
betreffende de vaststelling
van dorschtermijnen voor de oliezaden.
Artikel 1.
De Voorzitters van het burgerlijk bestuur
zijn gemachtigd dorschtermijnen vast te stellen
voor de oliezaden en, hetzij rechtstreeks, hetzij
door tusschenkomst van de diensten, die zij te
dien einde opdracht hebben gegeven, uitzon-
deringen toe te staan met het oog op de inacht-
neming van deze termijnen.
Artikel 2.
Wie de overeenkomstig artikel 1 vast-
gestelde dorschtermijnen niet in acht neemt,
wordt met len hoogste 10.000 mark boete en
met ten hoogste 6 maand gevangenis of met
een van deze beide straffen gestraft. De niet
gedorschte waren moeten terzelfder tijd ver-
beurdverklaard worden.
Artikei 3.
De Duitsche krijgsrechtbanken en krijgs
overheden zijn tot oordeelvellen bevoegd.
Brussel, den 13° Oktober 1917
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr voN FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Artikel 1.
Het is verboden stroo en hooi van om het
even welke soort — ook in gepersten of in
gesneden toestand (gekapt stroo, enz.) — per
spoorweg of per schip zomder toelating te ver-
voeren.
Artikel 2.
De Hoofden van het burgerlijk bestuur
Verwaltungschefs) voor Vlaanderen en voor
Wallonié (Afdeeli g VII B), te Brussel, ver-
leenen de desbetreffende toelating (artikel 1).
Artikel 3.
De Hoofden van het burgerlijk bestuur voor
Vlaanderen en voor Walllonie zijn gerechtigd,
uitvoeringsbepalingen tot deze verordening uit
te vaardigen. Zij kusnen vergemakkelijkingen
toestaan, inzonderheid de verordening tot
bepaalde gewesten beperken of ze voorgoed of
tijdelijk buiten werking stellen.
Artikel 4.
Overtredingen van de bepalingen dezer
verordening worden hetzij met hechtenis of
ten hoogste één jaar gevangenie, hetzij met
ten hoogste 10.000 mark boete gestraft. Ook
kunnen beide straffen tegelijk, alsmede de
verbeurdverklaring van de waar en van de
vervoermiddelen uitgesproken worden.
Artikel 5.
De krijgsrechtbanken en de krijgsbevelheb-
bers zijn tot oordeelvellen bevoegd.
Brussel, den 18° Oktober 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr vor FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
concernant la détermination des délais
pour le battage des graines oléagineuses.
Article 1er
Les Présidents de l'Administration civile
sont autorisés à établir des délais pour le
battage des graines oléagineuses et à con¬
sentir, directement ou par l'entremise de
leurs mandataires, des exceptions à ces
délais.
Article 2.
Quiconque n'aura pas observé les délais de
battage fixés conformément à l'article 1e sera
puni soit d'une amende pouvant atteindre
10,000 marcs et d'un emprisonnement de
6 mois au plus, soit d'une de ces deux peines.
En outre, on prononcera la confiscation des
graines non battues.
Article 3.
Les tribunaux et commandants militaires
allemands connaîtront des infractions au pré¬
sent arrêté.
Bruxelles, le 13 octobre 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr voN FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
L
réglant le trafic de la paille et du foin.
Article 1er.
Tout transport, par chemis de fer ou par
bateau, de paille et de foin de toute sorte,
même comprimés os coupés (paille hachée, etc.)
doit êtr. autorisé.
Article 2.
L'autorisation (article 1*) sera donnée par
les Chefs de l'Administration civile de la
Flandre et de la Wallonie (Verwaltungschefs
für Flandern und Wallonien) Section VII B
Abteilung VII B), à Bruxelles.
Article 3.
Les Chefs de l'Administration civile de la
Flandre et de la Wallonie ont le droit de
décréter des dispositions réglementaires en vue
de l'exécution du présent arrêté. Ils peuvent
accorder certaines facilités, notamment limiter
l'application du présent arrêté à certaines
régions ou le mettre hors de vigueur soit tem¬
porairement, soit définitivement.
Article 4.
Les infractions aux dispositions du présent
arrêté seront punies soit d'emprisonnement de
police ou d'un an au plus d'emprisonnement
correctionnel, soit d'une amende pouvant
atteindre 10.000 marcs. On pourra aussi
réunir les deux genres de peines et prononcer
la confiscation de la marchandise ainsi que
des moyens de transport.
Article 5.
Les tribunaux et commandants militaires
connaîtront desdites infractions.
Bruxelles, le 18 octobre 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
|
