| Full text |
20
mlluliulil
1345 14 45 40 6 10 40 50 81 50 50 0
vererdeniiig
Verordnung,
betreffend
die Beschlagnahme and Verwertung
der Zichorienwurzeln.
Artikel 1.
Die im Bereich des Generalgouversements aus der Ernte 1917/1918
gewonnenen Zichorienwurzeln, einschliesslich derjenigen, welche zur
Zichorien-Gemüseerzeugung gedient haben, werden hiermit beschlag
nahmt.
Artikel 2.
An den beschlagnahmten Wurzeln dürfen weder Veränderungen vor-
genommen, noch darf durch Vereinbarung oder Vertrag über sie verfügt
werden. Derartige Vereinbarungen oder Verträge sind nichtig.
Das Verfüttern oder Verbrennen der Wurzeln ist verboten. Aus-
nahmen vom Verbot des Füttern kann der Verwaltungschef bei dem
Generalgouverneur in Belgien auf Antrag zulassen.
Artikel 3.
Die Verwertung der Zichorienwurzeln wird der Zichorien-Abteilung
der Zentral-Einkaufs Gesellschaft für Belgien m. b. H. in Brüssel über-
tragen.
Artikel 4.
Jeder Besitzer von Zichorienwurzeln ist verpflichtet, seine Vorräte an
die Zichorien-Abteilung der Zentral-Einkaufs-Gesellschaft oder die von
ihr bezeichseten Personen, die sich hierüber auszuweisen haben, gegen
Barzahlung zu liefern. Der Verkauf an andere Personen ist verboten.
Wer Zichorienwurzeln verkauft, ist verpflichtet, sich über die Zulas-
sung der Käufer zu vergewissern und die Vorlage des vorschriftsmässigen
Ausweises (Absatz 1) zu fordern.
Wird die Abgabe der Zichorienwurzels an die von der Zichorien-
Abteilung der Zentral-Einkaufs-Gesellschaft bezeichneten Personen
verweigert, so kann der Kreischef auf Antrag der Zentral-Einkaufs-
Gesellschaft anordnen, dass die Vorräte zu einem hinter dem in Artikel 5
vorgesehenen Uebernahmepreis um 20 vom Hundert zurückbleibenden
Preise, nötigenfalls unter Zuziehung militärischer Hilfe, enteignet werden.
Artikel 5.
Der Kaufpreis der getrockneten Zichorienwurzeln richtet sich je nach
ihrer Güte und Verwendbarkeit. Er wird von der Zichorien-Abteilung
der Zentral Einkaufs-Gesellschaft mit der Massgabe festgesetzt, dass für
100 kg beste getrocknete Zichorienwurzeln frei Abgangsstation höchstens
30 Fr. berechnet werden dürfes. Der Preis wird in bar gezahlt.
Artikel 6.
Die Beförderung der Zichorienwurzeln innerhalb Belgiens mit der
Bahn, im Schiff oder durch Achse erfolgt nur auf Grund der von der
Zichorien-Abteilung der Zentral-Eiskaufs-Gesellschaft ausgestellten,
von dem Verwaltungschef bei dem Generalgouverneur abgestempelten
Frachtbriefe, Konnossemente oder für den Transport mit der Achse
bestimmten Freigabescheine.
Artikel 7.
Die Artikel 1—6 finden auf alle Zichorienwurzeln früherer Ernte
gleichfalls Anwendung.
Artikel 8.
Zuwiderhandlungen gegen die Artikel 2, 3, 4, 5 und 6 werden mit
Gefängnis bis zu 5 Jahren oder mit Geldstrafe bis zu 20 000 Mark
bestraft. Auch kann auf Geldstrafe neben einer Freiheitsstrafe erkannt
werden. Ausserdem kann auf Einziehung der den Gegenstand der
Zuwiderhandlung bildenden Ware erkannt werden.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte und Militärbefehlshaber.
Artikel 9.
Mit der Ausführung der Verordnung wird der Verwaltungschef bei
dem Generalgouverneur beauftragt.
Artikel 10
Die Verordaung, betr. die Beschlagnahme und Verwertung der Zicho-
rienwurzeln, vom 14. Juli 1916 (G. u. V. Bl. S.
2407
2583)
tritt ausser Kraft.
Brüssel, den 16. Juni 1917.
Staatsdr. — Nr. 1002.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
C. C VII 3708.
Verordnung,
betreffend
die Ertragsschätzung des Getreidebaues
im Jahre 1917.
Artikel 1.
In der Zeit vom 9. Juli—28. Juli 1917 findet eine Ertragsschätzung
der sämtlichen mit Getreide (Winterweizes, Sommerweizen, Roggen,
Mengekors, Spelz, Wintergerste, Sommergerste, Hafer) angebauten
Nutzflächen statt.
Artikel 2.
Alle Angaben haben den voraussichtlichen Ertrag in Kilogramm für
1 ha anzugeben.
Artikel 3.
Die Ausführungen der Ertragsschätzung erfolgt gemeindeweise und
liegt den Provinzial Ernte Kommissiosen ob. Diese haben einen deut-
schen Beauftragten in jede Gemeinde zu entsenden, der nach Besichti-
gung an Ort und Stelle nach Rücksprache mit dem Bürgermeister und
einigen Landwirten den voraussichtlichen Ertrag jeder der genaanten
Getreidearten festzustellen hat.
Artikel 4.
Die Angaben der Ernteschätzer werden auf Formulare eingetragen,
die den Provinzial-Ernte Kommissionen von dem agrarstatistischen Büro
zugehen und die bis zum 30. Juli 1917 ausgefüllt an das agrarstatistische
Büro einzusenden sind.
Artikel 5.
Alle Bürgermeister und sonst zur Ertragsschätzung herangezogenen
Personen sind verpflichtet, den deutschen Ersteschätzern bei ihrer Arbeit
Beistand zu leisten und wahrheitsgetreue Angaben zu machen.
Artikel 6.
Die Verarbeitung des Materials zwecks Ermittlung der voraussicht-
lichen Erntemengen ist Aufgabe des agrarstatistischen Büros.
Artikel 7.
Artikel 8.
Zuständig sind die Militärbefehlshaber und Militärgerichte.
Brüssel, den 23. Juni 1917.
(Staatsdi
betreffende
de inbeslagneming en benuttiging
van suikerijwortels (cichorei).
Artikel 1.
De suikerijwortels uit den oogst van 1917/1918, binnen het gebied
van het Generalgouvernement gewonnen, met inbegrip van die welke
voor de witloofteelt hebben gediend, zijn hierbij in beslag genomen.
Artikel 2.
Het is verboden aan de in beslag genomen wortels wijzigingen toe te
brengen of er bij overeenkomst of verdrag over te beschikken. Derge-
lijke overeenkomsten of verdragen zijn ongeldig.
Het vervoederen of branden van de wortels is verboden. Het Hoofd
van het burgerlijk bestuur (Verwaltungschef) bij den Generalgouver-
neur in België kan, op aanvraag, uitzonderingen toelaten op het verbod,
suikerijwortels te vervoederen.
Artikel 3.
De Suikerijafdeeling (Zichorienabteilung) van de « Zentral-Einkaufs-
Gesellschaft für Belgien m. b. H. » te Brussel is belast met de benutti¬
giag der suikerij wortels.
Artikel 4.
Elke bezitter van suikerijwortels is verplicht, zijn voorraden tegen
gereed geld af te leveren aan de Suikerijafdeeling van de « Zentral
Einkaufs-Gesellschaft », of aan de door haar aangeduide personen, die
dan hun hoedanigheid van lasthebbers moeten bewijzen. De verkoop aan
andere personen is verboden.
Wie suikerijwortels verkoopt is verplicht, zich te vergewissen dat de
kooper de noodige volmacht heeft, en zich het voorgeschreven bewijs
(1e lid) te doen overleggen.
Wordt de levering van de suikerijwortels aan de lasthebbers van de
Suikerijafdeeling van de «Zentral-Einkaufs-Gesellschaft » geweigerd,
zoo kan de « Kreischef » op voorstel van de « Z. E. G. » bevelen, dat de
voorraden onteigend worden tegea een prijs die 20 % minder bedraagt
dan de onder artikel 5 voorziene koopprijs; desnoods wordt daarbij de
tusschenkomst van de gewapende macht ingeroepen.
Artikel 5.
De koopprijs van de gedroogde suikerijwortels hangt af van hun
hoedasigheid en bruikbaarheid. De Suikerijafdeeling van de « Z. E. G. »
stelt den prijs vast en wel in dier voege dat voor 100 kgr. beste gedroogde
suikerijwortels, ter vertrekstatie geleverd, ten hoogste 30 frank mogen
worden berekend. De betaling geschiedt met gereed geld.
Artikel 6.
Het vervoer van de suikerijwortels binsen Belgié per spoorweg, per
schip of per as is alleen toegelaten op grond van een vrachtbrief, van een
konnossement of van een geleibrief voor het vervoer per as, afgeleverd
door de Suikerijafdeeling der « Zentral-Einkaufs-Gesellschaft » en voor-
zien van den stempel van het Hoofd van het burgerlijk bestuur bij den
Generalgouverneur.
Artikel 7.
Artikelen 1-6 zijn ook toepasselijk op al de suikerij wortels uit vroegere
oogstjaren.
Artikel 8.
Overtredingen van artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 worden met ten hoogste
5 jaar gevangenis of met ten hoogste 20.000 mark boete gestraft. Ook
kunnen boete en gevangenisstraf tegelijk worden uitgesproken. Boven-
dien kan de verbeurdverklaring van de waar, die het voorwerp van de
overtreding uitmaaki, uitgesproken worden.
De Duitsche krijgsrechtbanken en krijgsbevelhebbers zijn tot oordeel-
vellen bevoegd.
Artikel 9.
Het Hoofd van het burgerlijk bestuur bij den Generalgouverneur is
belast met de uitvoering van deze Verordening.
Artikel 10.
De Verordening van 14 Juli 1916 betreffende de inbeslagneming en
benuttiging van suikerijwortels (cichorei) (Wet- en Verordeningsblad,
2407.
houdt op van kracht te zijn.
bl.
2583
Brussel, den 162 Juni 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Verordening
betreffende de schatting
van den korenoogst in het jaar 1917.
Artikel 1.
De dagen 9 tot en met 28 Juli 1917 zal overgegaan worden tot de
schatting van den oogst van al de met koren (wintertarwe, zomertarwe,
rogge, masteluin, spelt, wintergerst, zomergerst, haver) bebouwde ronden.
Artikel 2.
De belasghebbenden moeten in al de inlichtingen die zij te geven
hebben, de vermoedelijke opbrengst aanduiden in kilogram par hektaar.
Artikel 3.
De schatting zal per gemeente gedaan worden door de zorgen van de
provinciale Oogstkommissies (Provinzial-Ernte-Kommissionen). De pro¬
vinciale Oogstkommissies moeten naar iedere gemeente een Duitscher
zenden als lasthebber, met opdracht de vermoedelijke opbrengst van
elke der hoogergenoemde korensoorten vast te stellen, na den koren-
oogst ter plaatse te hebben bezichtigd en na overleg te hebben gepleegd
met den burgemeester en met eenige landbouwers.
Artikel 4.
De inlichtingen van de oogstschatters worden op formulieren ingevuld,
welke het Kantoor voor Landbouwstatistiek (Agrarstatistisches Büro) ter
beschikking stelt van de provinciale Oogstkommissies. De ingevulde
formulieren moeten ten laatste den 30° Juli 1917 op het Kantoor voor
Landbouwstatistiek binnengekomen zijn.
Arrete
concernant
la saisie et l'utilisation des racines
et cossettes de chicorée.
Article 1er.
Toutes les racines de chicorée de la récolte de 1917/18 qui se trouvent
dans le territoire du Gouvernement général, y compris celles qui ont
servi à la culture maraîchère des chicorées, sont saisies en vertu du
présent arrêté.
Article 2.
Les racines saisies ne peuvent subir aucune modification ; il est défendu
d’en disposer par convention ou par contrat. De telles conventions ou de
tels contrats sont nuls et non avenus.
Il est interdit de faire servir les racines à l’alimentation du bétail ou
de les brûler. Le Chef de l'Administration civile (Verwaltungschef) près
le Gouverneur général en Belgique peut, sur demande, autoriser des
exceptions à l’interdiction de donner des racines en nourriture au bétail.
Article 3.
Le soin d’utiliser les racines de chicorée est confié à la Section de la
chicorée (Zichorienabteilung) de la « Zentral-Einkaufs-Gesellschaft für
Belgien m. b. H. », à Bruxelles.
Article 4.
Tout détenteur de racines de chicorée est tenu de livrer son stock,
moyennant payement au comptant, à la Section de la chicorée de la
« Zentral-Einkaufs-Gesellschaft » ou aux personnes désignées par elle et
qui doivent prouver leur qualité de mandataires. Il est défendu de vendre
à d'autres acheteurs.
Quiconque vend des racines de chicorée est tenu de s’assurer si
l'acheteur est autorisé à acheter et de se faire montrer la pièce justifica¬
tive prescrite (1er alinéa).
Si le détenteur refuse de céder ses racines de chicorée aux manda-
taires de la Section de la chicorée de la «Zentral-Einkaufs-Gesellschaft»,
le Chef d’arrondissement (Kreischef) pourra, à la requête de ladite
« Zeatral-Einkaufs-Gesellschaft», ordonner que le stock en question soit
exproprié, au besoin en ayant recours à la force armée, à un prix infé¬
rieur de 20 % au prix d'achat établi par l'article 5.
Article 5.
Le prix d'achat des cossettes de chicorée séchées dépend de leur qua¬
lité et de leur rendement présumé. Ce prix est déterminé par la Section
de la chicorée de la «Zentral-Einkaufs-Gesellschaft» en tenant compte
que 100 kg. de cossettes séchées de la meilleure qualité, livrés en gare
de départ, peuvent être payés 30 fraacs au plus. Le prix sera payé
comptant.
Article 6.
Le transport des racines et cossettes de chicorée en Belgique, par
chemin de fer, bateau ou voiture, n’est autorisé qu’en vertu soit d'une
lettre de voiture, soit d’un connaissement, soit d’un permis de transport
par voiture, délivré par la Section de la chicorée de la « Zentral-
Einkaufs-Gesellschaft » et revêtu du timbre du Chef de l'Administration
civile près le Gouverneur général.
Article 7.
Les articles 1er à 6 sont aussi applicables à toutes les racines et
cossettes de chicorée provenant de récoltes antérieures.
Article 8.
Les infractions aux articles 2, 3, 4, 5 et 6 seront punies d’un empri¬
sonnement de 5 ans au plus ou d’une amende pouvant atteindre
20,000 marcs. L’amende pourra aussi être réunie à la peine d'emprison¬
nement. En outre, on pourra prononcer la confiscation de la marchandise
qui aura formé l'objet de l'infraction.
Les tribunaux et commandants militaires allemands sont compétents
pour juger lesdites infractions.
Article 9.
Le Chef de l'Administration civile près le Gouverneur général est
chargé de l'exécution du présent arrêté.
Article 10.
L'arrêté du 14 juillet 1916, concernant la saisie et l’utilisation des
2407
est abrogé.
Bull. off. des
et arr., p.
CO
ée
ssettes de chi
ines et c
rad
258
Bruxelles, le 16 juin 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Arrete
concernant
l'évaluation du rendement de la culture
des céréales en 1917.
Article 1er,
Du 9 au 28 juillet 1917, il sera procédé à l’évaluation du rendement
de toutes les cultures de céréales (froment d’hiver, froment d’été, seigle,
méteil, épeautre, escourgeon, orge, avoine).
Article 2.
Toutes les indications concernant le rendement probable devront être
faites en kilogrammes, par hectare.
Article 3.
L'évaluation aura lieu par commune, par les soins des Commissions
provinciales de la récolte (Proviszial-Ernte-Kommissionen). Celles-ci
délégueront, dans chaque commune, un mandataire allemand qui, après
inspection des cultures et consultation du bourgmestre et de quelques
agriculteurs, déterminera le rendemeat probable de chacune des caté¬
gories de céréales ci-dessus mentionnées.
Article 4.
Les résultats obtenus par lesdits mandataires seront inscrits sur des
formulaires que les Commissions provinciales de la récolte recevront du
Bureau de statistique agricole (Agrarstatistisches Büro); ces formulaires,
dûment remplis, devront être renvoyés audit bureau au plus tard le
30 juillet 1917.
Article 5.
Artikel 5.
Al de burgemeesters en andere personen, die aangeduid worden om
aan de schatting van den oogst deel te nemen, zijn verplicht de Duitsche
oogstschatters behulpzaam te zijn bij de vervulling van hun taak en hun
waarachtige inlichtingen te geven.
Artikel 6.
Het Kantoor voor Landbouwstatistiek zal aan de hand van de mede-
gedeelde gegevens de vermoedelijke opbrengst van den oogst vast-
stellen.
Artikel 7.
Wer vorsätzlich oder fahrlässig die Angaben, zu denen er auf Grund
dieser Verordnung und der Ausführungsbestimmungen der Provinzial-
Ernte-Kommissionen verpflichtet ist, nicht oder unrichtig oder unvoll-
ständig macht, wird mit Gefängnis bis zu 6 Mosaten oder mit Geldstrafe
bis zu 10 000 Mark bestraft. Auch kann auf Geldstrafe neben der
Gefängaisstrafe erkannt werden.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Wie opzettelijk of uit nalatigheid de inlichtingen, die hij krachtens
deze Verordening en de uitvoeringsbepalingen van de provinciale Oogst-
kommissies moet verstrekken, niet of onjuist of onvolledig geeft,
wordt met ten hoogste 6 maanden gevangenis of met ten hoogste
10.000 mark boete gestraft. Ook kunnen boete en gevangenisstraf
tegelijk worden uitgesproken.
Artikel 8.
De krijgsbevelhebbers en de krijgsrechtbanken zijn tot oordeelvellen
bevoegd.
Brussel, den 23n Juni 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Tous les bourgmestres et toutes les autres personnes appelées à prendre
part à l’évaluation, sont tenus d’assister les mandataires allemands dans
leur travail et de leur fournir des renseignements exacts.
Article 6.
L'utilisation des renseignements ainsi obtenus, en vue de déterminer le
readement probable des diverses récoltes, incombe au Bureau de statis¬
tique agricole.
Article 7.
Quiconque, volontairement ou par négligence, n'aura pas fourni les
renseignements qu’il est tenu de donner en vertu du présent arrêté et
des dispositions réglementaires émanant des Commissions provinciales
de la récolte, ou bien aura fourni des renseignements soit inexacts, soit
incomplets, sera puni d'un emprisonnement de 6 mois au plus ou d'une
amende pouvant atteindre 10,000 marcs. Les deux peines pourront aussi
être réunies.
Article 8.
Les commandants et tribunaux militaires connaîtront des infractions
au présent arrêté.
Bruxelles, le 23 juin 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
C. C. VII 4180.
|
