| Full text |
n
n
zu der Verordnung über die
Bestandsaufnahme von Web-,
Wirk-, Strick- und Bandwa¬
ren in Belgien.
Gemäss ) 8 der Verordnung vom 19. Juli
1916 über die Bestandsaufsahme von Web-,
Wirk- Strick- und Bandwaren in Belgien ist
an das Militärische Textil-Beschaffungsamt
eine Reihe von Anfragen gerichtet worden,
deren Beantwortung sich aus dem folgenden
ergibt :
1. Unter die genannte Verordnung fallen
und daher anmeldepflichtig sind :
Konfektionierte Männerhemden,
Tülle für Blusen und Schleier,
Möbel- und Teppichstoffe,
Gardinenstoffe (abgesehen von
fer 10).
2 Lif¬
2. ) 2 Ziffer 19 der Verordnung soll besa-
gen, dass abgepasste gemusterte weisse Tisch¬
zeuge nicht anmeldepflichtig sind.
3. Unter Schlauchwaren (7 2 Ziffer 23)
sind Waren zu verstehen, die auf Rund-
stühlen hergestellt sind.
4. Wenn die vorhandenen Bestände der im
§ 2 Zisfer 23 genannten Stoffe die dort ange-
gebenen Mindestmengen in einer und derselben
Qualität übersteigen, so ist der gesamte Vorrat
der betreffenden Qualität, also einschliesslich
der genannten Mindestmenge, anzumelden.
5. Kinderhosenträger sind frei.
6. Waren, die in Färbereien oder Bleiche-
reien sich befinden, müssen sowohl von den
Färbern oder Bleichern als auch von den
Eigentümern gemeldet werden. Nach Fertig
stellung können die genannten Anstalten die
Waren an die Eigentümer übersenden, müssen
aber sofort dem Amt Mitteilung davon machen,
ebenso hat der Eigentümer den Eingang zu
melden.
7 Waren, die nach dem 31. Juli 1916 aus
Deutschland eingeführt worden sind, sind
meldepflichtig mit Ausnahme derjenigen, von
denen der Nachweis erbracht wird, dass das
zu ihrer Herstellung verwendete Rohgewebe
oder Garn aus dem neutralen Auslande gekom¬
men ist und dabei die deutsche Grenze nach
dem 31. Juli 1916 überschritten hat.
8. Es wird auf ? 1 Absatz 7 der Verord-
nung hingewiesen, wonach in Zweifelsfällen
die Ware zunächst angemeldet werden
9. Unter Scheuertücher (III der Uebersicht)
sind auch Aufnehmer jeder Art zu verstehen.
Brüssel, den 14. August 1916.
(Staatsdr. — Nr. 527.)
Mililärisches
Textil-Beschaffungsamt.
tot de Verordening over de Stapel¬
opneming van weefsels, gemaakte
en gebreide goederen en van
lintwaren in Belglé.
T. B. A. 486/8/16.
Naar aanleiding van ? 8 der Verordening
van 19. Juli 1916 over de stapelopneming
van weefsels, gemaakte en gebreide goederen
en van lintwaren in België, heeft het « Militä-
risches Textil-Beschaffungsamt » een reeks
aanvragen ontvangen, waarop hieronder het
antwoord is te vinden :
1. Vallen onder toepassing van bedoelde
Verordening en zijn derhalve aan te geven :
gekonfektionneerde heerenhemden,
tule voor bloesen, sluiers en voiletten,
stoffen voor meubels en tapijten,
stoffen voor gordijnen (uitgezonderd ? 2
nummer 10
2. 7 2 nummer 19 van de Verordening wil
zeggen, dat afgepast, met teekeningen versierd
tafellinnen niet behoeft te worden aangegeven.
3. Onder buisvormige weefsels ( 2 num¬
mer 23) zijn zulke weefsels te verstaan, die
op het rond weefgetouw vervaardigd zijn.
4. Overtreffen de voorhanden stapels van
de in ? 2 nummer 23 opgesomde stoffen de
aldaar bepaalde, niet aan te geven hoogste
hoeveelheid van een en dezelfde hoedanigheid
dan moet de geheele voorraad, dus met inbe-
grip van bedoelde hoogste hoeveelheid, worden
aangegeven.
5. Kinderbretellen zijn niet aan te geven.
6. Stoffen, die zich in verwerijen of in
bleekerijen bevinden, moeten zoowel door de
verwers en bleekers als door de eigenaars
worden aangegeven. Na voltooide bewerking
in bedoelde inrichtingen, mogen deze de stoffen
terug naar de eigenaars zenden, maar zij
moeten dan zonder verwijl het « Militärisches
Textil-Beschaffungsamt » daarvan kennis ge-
ven; de eigenaar is evenzoo gehouden te laten
weten dat hij zijn stoffen terug in bezit heeft.
7. Stoffen, die na 31 Juli 1916 uit Duitsch¬
land ingevoerd zijn, moeten aangegeven wor-
den, tenzij het bewijs wordt geleverd, dat tot
vervaardiging derzelven gebruikte ruwe weef¬
stof en garen uit het onzijdig buitenland her¬
komstig en bovendien na 31 Juli 1916 over
de Duitsche grens gekomen zijn.
8. Hierbij zij verwezen naar ? 1 lid 7 der
Verordening, waaronder is bepaald, dat in
geval van twijfel de stoffen vooreerst zijn aan
te geven.
9. Onder opneemdoeken (III van het Over-
zicht) zijn ook allerhande afwaschdoeken te
verstaan.
Brussel, den 14° Augustus 1916.
Militärisches
Textil-Beschaffungsamt.
relatives à l'arrêté concernant
le relevé des stocks de tissus, de
bonneterie (articles en tricot, etc.)
et d'articles de rubanerie, se
trouvant en Belgique.
Comme suite au 7 8 de l'arrêté du 19 juil¬
let 1916 concernant le relevé des stocks de
tissus, de bonneterie (articles en tricot, etc.) et
d’articles de rubanerie se trouvant en Bel¬
gique, le « Militärisches Textil-Beschaffungs¬
amt » a reçu un certain nombre de demandes
auxquelles les renseignements ci-dessous ser¬
viront de réponse :
1. Les articles suivants tombent sous l'appli¬
cation de l’arrêté et doivent, par conséquent,
être déclarés :
chemises confectionnées pour hommes,
tulles pour blouses et voiles,
étoffes d'ameublement et étoffes pour
tapis,
étoffes pour rideaux (à l'exception des
marchandises désignees au ? 2, n° 10).
2. Le 7 2 n° 19 de l'arrêté signifie que le
linge de table blanc, à dessins, de dimensions
déterminées ne doit pas être déclaré.
3. Par « tissus tubulaires » ( 2 n° 23), il faut
entendre les étoffes tissées sur des métiers
circulaires.
4. Si les stocks d'une seule et même qua¬
lité des marchandises nommées au ? 2 n° 23
dépassent les quantités maxima non décla¬
rables, la déclaration devra porter sur le total
de la qualité en question, y compris la quan¬
tité maximum désignée au n° 23 du ? 2.
5. Les bretelles pour enfants ne doivent
pas être déclarées.
6. Les étoffes remises aux teintureries ou
aux blanchisseries doivent être déclarées à
la fois par ces établissements et par les pro¬
priétaires des étoffes. Après achèvement,
lesdits établissements peuvent livrer les étoffes
aux propriétaires, mais doivent en donner
immédiatement avis au « Militärisches Textil¬
Beschaffungsamt»; les propriétaires, eux aussi,
doivent de même donner avis de la réception
des étoffes.
7. Les marchandises importées d'Allemagne
après le 31 juillet 1916 doivent être déclarées,
à l'exception de celles dont il peut être prouvé
qu'elles ont été fabriquées avec des tissus écrus
ou des fils importés d'un pays neutre et ayant
passé la frontière allemande après le 31 juil¬
let 1916.
8. On attire l'attention des intéressés sur le
1°, 7° alinéa, dont voici le texte : Quiconque
ne sait pas exactement si sa marchandise doit
être déclarée ou non, est obligé tout d'abord
de la déclarer.
9. Il faut entendre aussi par « torchons »
(n° III du tableau) les loques à reloqueter et
les lavettes de tout genre.
Bruxelles, le 14 août 1916.
Militärisches
Textil-Beschaffungsamt.
|
