| Full text |
47 48 49 50 51 52 53
eroranuns
betreffend Abänderung und Ergänzung der
Verordnung gegen den Wucher usw. vom
10. Juni 1917. (Gesetz und Verordnungs¬
blatt Seite 3869.)
Die Ueberschrift der Verordsung vom 10. Juni 1917 lautet künftig :
Verordnung gegen den Wucher im Verkehr mit Gegenständen des
täglichen Bedarfs, insbesowdere Lebens- und Futtermittels.
II.
Hister Artikel 11 wird als Artikel 11a eingefügt: Die Verwaltungs-
chefs von Flandern und Wallonien sind berechtigt, Ausführungs-
bestimmungen zu dieser Verordnung zu erlassen. Sie sind ermächtigt,
Anordnungen über den Anschlag der Verkaufspreise in öffeatlichen
Verkaufsstellen und über die Verpackung solcher Waren zu treffen, die
fabrikmässig hergestellt und zur menschlichen Ersährung bestimmt sind.
III.
Im Artikel 12 der Verordaung sind einzuschalten :
a) Hister Ziffer 1 als Ziffer 1a: Wer für Gegenstände der in Ziffer 1
bezeichneten Art Preise gewährt oder anbietet, die unter Berücksich-
tigung der Erzeugungs-, Verarbeitungs- und sonstigen Gestehungskosten
einen übermässigen Gewinn eathalten.
b) In Ziffer 5 hinter den Worten: «Wer gegen die Bestimmungen
dieser Verordnung» die Worte : oder der in ihrer Ausführung erlassenen
Apordnungen.
IV.
Am Schluss des Artikels 12 ist hiszuzufügen : Wird bei Abgabe der
Erzeugnisse von Land- und Forstwirtschaft, Garten- und Obstbau,
Geflügel- und Bienenzucht oder Jagd und Fischerei durch den Erzeuger,
Besitzer oder Häsdler gegen die Bestimmungen des Art. 12 verstossen,
das Publikum ausgebeutet oder überhaupt bei der Verwertung der
Erzeugnisse dem allgemeinen Interesse zuwidergehandelt, so sind, solange
nicht bereits eine gerichtliche Beschlagnahme erfolgt ist, auch die Prä-
sidentem der Zivilverwaltung berechtigt, die Vorräte und sonstigen
Gegenstände, auf die sich die strafbare Handlung bezieht, zu enteignèn
und gemäss Art. 3 der Verordnung zu verwerten. Die Stellung einer
Frist vor der Esteignung ist nicht erforderlich.
Die Strafbarkeit des Täters nach Artikel 12 Absatz I bleibt unberührt.
Brüssel, den 1. November 1917.
(Staatsdruckerei N 1288.)
Generaloberst.
C. Fl. W. VII B 3673.
Verordening
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
houdende wijziging en aanvulling van de
verordening van 10 Juni 1917 tegen den
woekerhandel, enz. (W.- en V., bl. 3869.)
De hoofding van de verordening van 10 Juni 1917 luidt voortaan als
volgt : Verordening tegen den woeker in den omzet vas dagelijksche
artikelen, inzonderheid van levensmiddelen en voederstoffer
II.
Aan artikel 11 wordt volgend artikel 11a toegevoegd: De Hoofden
vaa het burgerlijk bestuur (Verwaltungschefs) voor Vlaanderen en voor
Wallonie zijn gerechtigd, uitvoerisgsbepalingen tot deze verordesing uit
te vaardigen. Zij zija gemachtigd, schikkiagen te treffen met het oog op
het aanplakken van de verkoopprijzen in openbare verkooplokalen en op
de verpakkiag van waren, die in fabrieken vervaardigd en voor de
menschelijke voeding bestemd zijn.
III.
Artikel 12 van de verordening is als volgt aan te vullen :
a) na cijfer 1, volgend cijfer la inlasschea : Wie voor voorwerpen als
in cijfer 1 bedoeld prijzen toestaat of aaabiedt die, de kosten van ver-
vaardigiag, van bewerking en andere bijkomende kosten er bij gerekend,
een buitensporige winst opleveren ;
b) in cijfer 5, na de woorden : « wie in strijd met de bepalingen van
deze verordening », de volgende woorden inlasschen : of van de tot uit-
voering er van uitgevaardigde schikkingen.
IV.
Aan het slot van artikel 12 is toe te voegen : Wanneer de verbouwer,
bezitter of handelaar bij het vaa de hand doen der voortbreagselen van
den land- en boschbouw, van de groeaten en ooftteelt, vaa den gevogel-
tekweek en van de bijenteelt, alsook van het jacht- en visscherijbedrijf,
de bepalingea van artikel 12 overtreedt, het publiek uitbuit of bij het te
gelde maken der voortbrengselea op om het even welke wijze handelt ia
strijd met het openbaar belang, zija ook de Voorzitters van het burgerlijk
bestuur (Präsidenten der Zivilverwaltung) gerechtigd de voorraden en
andere voorwerpen, waarop de strafbare handeliag betrekking heeft,
te onteigenen en overeenkomstig artikel 3 der verordening te verkoopen,
zoover, wel te verstaan, de inbeslagnemiag niet reeds door de recht-
bank is uitgesprokea. Voor de osteigening dient geen termija te worden
gesteld.
De daders blijven sirafbaar overeenkomstig het 18e lid van artikel 12.
Brussel, den 1» November 1917.
Der Seneralgourerneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
Arrete
modifiant et complétant l'arrêté du 10 juin 1917
pris en vae de réprimer le commerce usu¬
raire, etc. (Buli. off. d. l. et a., p. 3869).
L'en tête de l'arrêté du 10 juin 1917 est, à présent, rédigé ainsi qu'il
suit : Arrêté pris en vue de réprimer le trafic usuraire des objets de
première nécessité, spécialement des denrées alimentaires et des four¬
rages.
II.
Après l'article 11, est inséré l'article 1la suivant :
Les Chefs de l'Admiaistration civile (Verwaltungschefs) de la Flandre
et de la Wallonie sont autorisés à décréter des dispositions réglemen-
taires en vue d’assurer l’exécution du présent arrêté. Ils ont le droit de
prendre des mesures conceraant l'affichage des prix de vente dans les
lieux publics de vente et l’emballage des produits fabriqués, destinés à
l'alimentation humaine.
III.
A l'article 12 de l'arrêté, il convient d'intercaler :
a) Après le chiffre 1, le chiffre la avec le texte suivant : quiconque,
pour les objets désignés au chiffre 1, aura accordé ou offert des prix qui,
si l’on tiest compte des frais de production, de mise en œuvre et de tous
les autres frais de fabricatioa, contiennent un bénéfice excessif;
6) Au chiffre 5, après les mots : « quiconque aura enfreint les dispo¬
sitions du présent arrêté », les mots : « ou les mesures ordonnées en vue
de son exécution ».
IV.
A la fin de l'article 12, il y a lieu d'ajouter :
Lorsque, en cédant des produits de l’agriculture, de la sylviculture,
de l’horticulture, de l’arboriculture fruitière, de l'élevage de la volaille,
de l’apiculture, de la chasse ou de la pêche, les producteurs, possesseurs
ou marchands auront enfreint les dispositions de l’article 12, exploité le
public ou que, d’une façon géaérale les produits seront utilisés contrai¬
remeat à l'iatérêt public, les Préside ts de l'Administration civile, égale¬
ment, seront autorisés, tant que la confiscation judiciaire n'aura pas déjà
eu lieu, à exproprier et à utiliser, conformément à l'article 3 de l'arrêté,
les stocks et autres choses ayant formé l'objet de l'infraction. Il ne sera
pas nécessaire de fixer un délai avant de procéder à l'expropriation.
La culpabilité des contrevenants, telle qu’elle est déterminée par le
1er alinéa de l'article 12, n'est en rien modifiée.
Bruxelles, le 1er novembre 1917.
Der Generalgouverneur in Belgien.
Freiherr VON FALKENHAUSEN,
Generaloberst.
|
