b) Oost-Vlaanderen voorziet 1 /8 van het krediet toegestaan aan dè O. B. voor de vakboekerijen. In 1924 was dit 6000 fr. Voor de andere Vlaamsche provinciën zien we niets bizonders. Daaronder zullen de vakbibliotheken zeker niet zeer opschieten, en hun toestand is dan ook niet zeer rooskleurig. Er moet dus uitgezien worden naar middelen om in dien staat van zaken te verhelpen. Maar hoe? Laat ons toe hier een idee vooruit te zetten, dat bij nadere beschou- wing misschien wel eenige klaarte in de zaak kan brengen. We vragen ons af of we op onze technische bibliotheken niet zouden kunnen toepassen wat Denemarken sinds 1920 op al zijne bibliotheken toepast. Buiten de plaatselijke boekerijen voorziet de Deensche wetlook Centrale bibliotheken. Wat zijn nu deze Centrale bibiotheken? Deze zijn grootere bibliotheken die hunne werking niet bepalen tot de lokaliteit waarin ze zich bevinden, doch deze uitbreiden tot de omliggende streek, voor wat de wetenschappelijke en vaklektuur betreft, dit door kostelooze uitleening, aan de bibliotheken die in deze streek bestaan. We bepalen nader: eene plaatselijke bibliotheek bezit zekere gevraagde vakboeken niet. Zij wendt zich tot de Centrale Biblio- theek die in ’t bezit is van h gevraagde, en dit in bruikleen laat gewor- den aan. de landelijke bibliotheek. Deze is verantwoordelijk voor elk gevraagd en ontvangen boek. Op bepaalden datum wordt het aan de Centrale terug gezonden. , , , Alle goed ingerichte bibliotheken worden dus als zoovele hlialen van de Centrale voor wat wetenschappelijke vakwerken betreft. Zulke centrale bibliotheken ontvangen speciale rijkssubsidies Dat dit systema goede uitslagen oplevert, bewijzen de verslagen die van at 1922 jaarlijks het licht zien. Èr wordt daar geen onnoodig geld ver- kwist, de boeken zijn immer in lezing: het er ingestoken kapitaal brengt ruim zijn intrest pp. . Naar onze meening heeft ons bibliotheekwezen, dat nog maar pas in zijne kinderschoenen staat, er alle belang bij na te gaan wat er goede uitslagen in andere landen opgeleverd heeft — vooral: m de kleine en dit over te nemen daar, waar we het aan onze toestanden kunnen “^aanmerking nemende vragen we ons af of we in deze richting °eene tijdelijke oplossing van het problemy kunnen vinden. In iedere provinciehoofdstad zou eene Centrale bibliotheek voor vakwerken inge-. nCD«ezounals inkomsten hebben: 1" rijkssubsidies; 2" provinciale sub- B wedder^an^privaatgiften spreken zal misschien verbazen. Pri- ' vaatpersonen zijn niet vrijgevig in België, at is waar. 55