Full text |
OAAAAIARAIAAALAAA LINIA ALLA AA AN LARALAALLLLLE LARA
Knechts! waer ben ie? hoor ic ditoft niet ?
“beziet oft ie wacker ben, ist nacht of ist dach ? —
ó juweel van heelder wereld! Peerle van goude ,
spiegel mynder zielen ! Zoudeic alzulckenVrouwe
mogben beminnen met haren dancke ?
Oude Roman.
Na de stad Brugge zich gansch in de macht der Fran-
schen had overgegeven, begon De Chatillon ernstig aen
de begeerte der Koningin te denken ; zy bad hem gebo-
den de jonge Machteld yvan Bethune naer Frankryk te
— 183 —
doen overvoeren. Alhoewel het scheen, dat niets hem
in het volbrengen van dit bevel kon hinderen, mits
zyne krygsknechten de stad vervulden, werd hy ech-
ter nog door een staetkundig inzicht wederhouden. Hy
wilde eerst zyne macht in Brugge bevestigen , de am—
bachten verslappen, een kasteel bouwen , 1 en dan zou
hy de dochter van den Leeuw van Vlaenderen gevan-
gen nemen en der Koningin overleveren.
Adolf van Nieuwland was by de intrede der Fran-
schen met de grootste vrees bevangen geweest, want
hy zag Machteld nu zonder tegenweer „aen hare vyan-
den blootgesteld. Het dagelyksch bezoek en de onop-
houdende wacht van Deconinck, konden hem in den
eersten niet verzekeren; maer wanneer hy na eenige
weken, nog niet door de Franschen ontrust was , begon
hy te denken dat zy de Jonkvrouw van Bethune ver-
geten hadden en niets tegen haer wilden ondernemen.
Zyne sterke lichaemsgesteltenis en de kundige zorgen
van meester Rogaert hadden zyne wonde geheel ge-
nezen, en hy kreeg kleur en leven weder; maer eene
diepere wonde bleef hem in het hart, en deze baerde
hem onuitsprekelyke pynen. De innige liefde, welke
hy voor Machteld gevoelde, vervulde steeds meer en
meer zynen boezem, en de rust werd hem gansch be-
nomen. De ongelukkige ridder zag het meisje , dat hy
zoo heiliglyk beminde, alle dag bleeker worden : ma-
ger en krank als eene verzengde bloem, kwynde Mach-
1 Men begon inderdaed een kasteel te bouwen, by de plaets waer nu het
Waterwerktuig of watermeulen staet, doch hetzelve werd niet voltrokken.
? |