Full text |
en
“Mevrouw de fransche heer doet u vragen, of de edele
Machteld van Bethune bereid is, en of het hem geoor-
lofd is voor haer te verschynen. ”
«Hy kome” was het antwoord.
Mynheer De Cressines had de dienstbode op den trap
gevolgd en trad onmiddelyk in het vertrek. Hy boog
zich beleefdelyk voor de Jonkvrouw, en gaf door zyne
medelydende blikken te kennen dat hy deze zending
tegen zynen dank vervulde.
« Mevrouw” sprak hy “duid het my niet ten kwade
dat ik UEdele verzoeke aenstonds met my te gaen;
ik kan geen enkel oogenblik meer beiden.”
«Ik zalu gehoorzaemlyk volgen ” antwoordde Machteld
terwyl zy hare tranen wederhield. “Ik hoop, Mynheer,
dat gy alseen eerlyk ridder my voor allen laster zult
bewaren. ”
«Ik zweer u, Edelvrouw ” riep De Cressines door ’s meis-
jes onderwerping aengedaen “dat er u niets zal gebeu-
ren, zoo lang gy onder myne bescherming zyn zult.”
«Uwe Soldeniers, Mynheer!”
«“Myne Soldeniers, Mevrouw, zullen u raken noch spre-
ken. Deze verzekering zy u genoegzaem. Wy vertrek-
ken.”
De twee Jonkvrouwen omarmden zich met angstige
tederheid en de tranen kwamen overvloediger op hunne
wangen. Het bittere vaerwel werd menigmael herhaeld
en de omhelzingen dikwyls hernomen. Zy volgden ein-
delyk den overste tot in den gang.
“ó Mynheer ” riep Maria “zeg my toch waer gy myne
ongelukkige vriendin been voert 2”
1
“Naer Frankryk” antwoordde De Cressines , en zich tot
de Soldemiers keerende gebood hy :
“Neemt myne woorden in acht : — wie een onbetaem-
lyk woord voor deze Edelvrouw durft wagen, zal stren-
gelyk gestraft worden ; ik wil dat men haer volgens de
doorluchtigheid harer geboorte behandele. Men hale de
peerden die in de Halsestraet staen. ”
Machteld stond sprakeloos by de Soldeniers, hare tra-
nen vloeiden in stilte onder den sluier die haer aenge-
zicht dekte. Eene harer handen hing in de hand van
Maria, en beide stonden zy zonder beweging, als twee
beelden op één zuil. De woorden waren niet genoegzaem
tot het uitdrukken der pyulyke aendoeningen, die
hunne harten by dit bitter afscheid benepen.
De peerden by de deur gebracht zynde, werd de
Jonkvrouw door Mynheer De Cressines op eenen lichten
draver geholpen. Wanneer zy allen in den zadel gezeten
waren, bracht Machteld hare lippen by het oor der
suikkende Maria, en sprak haer van Adolf. Eene belofte
van onverbrekelyke liefde en veel troostende woorden,
ontving de zuster voor den edelmoedigen jongeling.
Meester Brakels en de dienstknechten werden losgela-
ten, en de stoet rende snellyk door de straten van
Brugge. Eenige stonden later waren zy in het wyde
veld en in wegen welke Machteld niet kon erkennen;
de nacht was duister en eene plechtige sulte hing over
de sluimerende natuer. Mynheer De Cressines bleef
sleeds aen de zyde van Machteld; dewyl hy de Jonk-
vrouw in hare droefheid miet wilde stooren , sprak hy
niet tot haer, en zou wellicht de reis stilzwygend vol-
? |