Full text |
— 144 —
de penningen aen de deuren zullen ontvangen — en
dat degenen, welke door list of geweld de betaling de-
zer zetting zouden willen weigeren, hier toe wettelyk
door den heer Bailluw zullen gedwongen worden.” w
De burgeren die deze afkondiging aenhoorden beza-
gen elkander met verwondering, en morden in stilte
tegen. dit willekeurig gebod. Onder hen bevonden zich
ook eenige gezellen van het wevers ambacht. Dezen,
zonder zich langer op te houden gingen, dit spoedig aen
hunnen Deken kenbaer maken.
Deconinck verstond dit nieuws met innig misnoegen ;
zulk een gewichtige slag aen de voorrechten der Ge-
meente toegebracht, baerde hem het grootste mistrou-
wen: hy zag in het gebod een voorteeken der dwinge-
landy, welke de Edelen op nieuw onder het fransch
_ Bestuer , over het volk wilden gebruiken, en besloot die
eerste pooging door list of geweld te verydelen. Alhoe-
wel hy het slagoffer zyner vaderlandliefde worden kon,
mits het vreemde leger nog in Vlaenderen was, mocht
dit vooruitzicht hem niet wederhouden ; want hy had
zich met ziel en lichaem aen het belang zyner moeder
stad toegewyd.
Op het zelfde oogenblik deed hy den Knaep van het
ambacht by zich roepen en gaf hem het volgende bevel:
« Ga spoedig by al de Meesters en verzoek heu in mynen
1 Maer de Koning was naeuwlyks vertrokken of daer ontstond eenen
grooten oproer binnen Brugge ter oorzake dat het Magistraet de groote on-
kosten , welke voor de intrede van den Koning gedaen waren door het in-
komen van eenige nieuwe imposten wilde voldoen.
Merervs,
— 145 —
naem zich naer den Pand te begeven. Dat zy hunne ge-
touwen onmiddelyk verlaten; want de zack dieclitenbar
De weverspand was een ruim gebouw, met eenen
ronden gevel. Een enkel groot venster waer boven de
wapenteekenen van het ambacht stonden, bracht het
licht langs de voorzyde op het eerste verdiep; boven de
wyde poort was Sint Joris met den draek kunstig in
steen gebyteld. Voor het overige was de gevel van dit
gesticht gering en zonder zwier; het ware moeielyk ge-
weest by denzelven te raden dat het rykste Enka
van Vlaenderen het tot zyne vergaderingen gebruikte
want veel der omstaende huizen gingen het in prank
verre te boven.
Niettegenstaende dit gebouw in menige groote en
NE nne
p in eene ruime
kamer, kon men de proefstukken der vrygezellen en
meesters, met de stalen van het kostelykste laken dat
ooit in Brugge gemaekt was, zien hangen. Hier nevens
in een ander vertrek, lagen al de werktuigen die de ie
vers, volders en verwers noodig hebben, ter namaking
ten toon gesteld. Een derde vertrek was de alsehent
bewaerplaets der plechtkleedy en feestwapens van het
ambacht.
De groote vergaderzael der meesters lag voor aen
de straet. Alde bewerkingen welke de wol moet onder-
gaen, van den schaepherder tot den wever, van den
verwer tot den vreemden koopman , die uit verre landen
het vlaemsch laken tegen goud kwam verruilen, waren
B En
op de wanden in de gedaenten van zwierige engeltjes af-
ne a
gebeeld. Eenige eiken tafels en vele zware zetels ston-
10
? |