Full text |
LAAARAAAAAAALNAARAAAALAARANARAAANAAANAAANDAAAAAALANNPAANAANND
Zyn boezem was verengd , zyn hoofd gebogen ;
De geestdrift blonk niet langer uit zyne oogen
Zoo diep gehold door kwyning en door tyd;
Het kenmerk van een’ naren zielenstryd
Stond op het jong en zachtgeteekend wezen,
Joh, Alf. De Laet.
Reeds waren er maenden verloopen sedert de overgaef
der stad Brugge. De Chatillon had Mynheer De Morte-
nay tot stedevoogd benoemd, en was naer Kortryk te-
ruggekeerd want hy betrouwde de Bruggelingen miet
olen:
genoeg om binnen hunne muren te woonen. De Solde-
niers, die hy in de veroverde stad gelaten had , begin-
gen allerlei misdaden, en plaegden de burgers op eene
boosaerdige wyze. Dezen dwang wars zynde, keerden
de vreemde kooplieden meestal naer hun vaderland
terug, en de handel van Brugge verging alle dagen
meer en meer. ò De ambachtslieden zagen met smart
en innige wraeklust op den ondergang hunner wel-
vaert; doch de maetregelen, die de Franschen genomen
hadden, waren voor alsdan streng genoeg om hunne
woede in te houden. Een groot gedeelte der vestings-
werken was geslecht, en men bouwde een sterk kasteel
om de stad te beheerschen en te bedwingen.
Tot groote verwondering zyner stadgenoten, liet
Deconinck, zonder tegenstreving, dit alles gebeuren en
wandelde rustig en als onverschillig door de straten. In
de vergaderingen der wevers voorspelde hy de verlos-
sing des Vaderlands, en hield alzoo de harten zyner
broederen warm en vol edele hoop.
Breydel was niet meer kenlyk: een duister nadenken
had zyne jonge wezenstrekken verouderd, en zyne
wenkbraeuwen waren over zyne wimpers gezakt. Het
_ trotsche hoofd van den dapperen Vlaming hing gebogen
1 Ende bi desen die cooplieden worden Vlaenderen scuwende, dye am-
bochtslieden waren neiringloos, ende en costent niet ghemaken dat si den
cost ghecregen. Hi (De Chatillon) ordonnneirde settingben , poinctingen,,
gabellen ‚ daer tvolc onredelic mede verlast ende verschat was, en dit al by
den insteken van synder nichte, die coninginne , omme Vlaenderen plats
Scalck te maken, en contrarie haven wetten en privilegien.
Die excellente Cronike.
2
? |