Full text |
schatrijke British Museum b.v. ten opzichte der oudere Scandina-
vische letterkunde. Eenige weken van stadigen arbeid in een
buitenlandsche bibliotheek loonen de moeite door de aanwinst
van nieuwe en belangrijke gegevens, doch vaak blijft het maar
tandtergen, wanneer gij moet trachten in korten tijd een omvangrijk
letterkundig werk te leeren kennen ; wanneer gij te doen hebt met
moeilijk verstaanbare teksten, die door den uitgever niet of onvol-
doende zijn toegelicht. Bovendien, wie heeft den tijd en het geld
om telkens buitenlandsche bibliotheken te bezoeken ?
« Ook wie in onze bibliotheken het noodige kan vinden^S
het meeste en het voornaamste is dan toch in hun bezit 9 moet
er gestadig op bedacht zijn, dat hij uit de hem tijdelijk geleende
boeken zooveel en zoo velerlei mogelijk gegevens verzamelt. Eigen-
lijk zou men voortdurend alle teksten te zijner beschikking moeten
hebben, want telkens ontdekt men nieuwe punten van overeenkomst
of van verschil; telkens duiken nieuwe vragen op, die een nieuwe
beschouwing van vroeger bestudeerde werken noodig maken.
« Zoo heb ik het dan niet verder gebracht dan tot een voorloopige
kaart van weinig bekend terrein, een kaart met veel open plekken
en stippellijnen. Waarom dan niet gewacht en langer onderzocht ?
Omdat het voor mij tijd wordt, schooven te binden en den oogst
binnen te halen. Waarom niet begonnen — zachtjes aan, dan
breekt het lijntje niet — met studiën over eenig onderdeel ? Omdat
ik overtuigd ben, dat onderzoek van dezen aard slechts door samen-
werking van velen verder gebracht kan worden ; omdat de bedoeling
van dit boek tevens is : het opwekken van anderen ; omdat men beter
opwekt door een, zij het ook onvolkomen boek, dan door enkele
studiën. Het zij mij vergund, hier een voorbeeld uit mijne ervaring
aan te halen. Ruim 30 jaar geleden gaf ik een boek uit, dat een
verwaarloosd deel van de geschiedenis onzer letterkunde (15e—
16e eeuw) behandelde. Dat boek was onrijp en gebrekkig; maar
het bracht vrij wat nieuws, dat prikkelde tot verder onderzoek;
het werd aanleiding of oorzaak.van een groot aantal nieuwe boeken
en studiën, die mij in staat hebben gesteld, later onze letterkunde
der 15e en 16e eeuw beter te behandelen dan mij anders mogelijk
ware geweest.
Een opwekking tot deelneming aan studiën van dezen aard
mag gericht worden vooral tot ons volk, dat door zijne centrale
ligging, zijn geschiedenis, zijn onderwijs in moderne talen en zijne
eclectische neigingen beter dan vele andere geschikt is voor zulk
172 |