Full text |
deerde in het vak een alleszins welkome
opfrissing. W. M.
Just Havelaar. fèÊföHet Leven en de
Kunst (Elsevier’s Algemeene Biblio-
theek).
Van de eerlike zoeker en denker, wiens
aandacht de brandende problemen van
deze tijd telkens weer hebben opgevor-
derd, is dit een vlammend betoog voor
zijn persoonlike, in strijd en studie ge-
rijpte kunstopvattingen. Of deze schrif-
tuur een licht zal zijn in de chaos die
heerst in de wereld der esthetiek, durf
ik niet bevestigend te beantwoorden.
Niet volgens een vast-uitgewerkt plan,
zooals zijn boek over het « Sociaal
Konflikt in de beeldende kunst » dat in
zijn soort voortreffelijk mag genoemd
worden, is deze essay geschreven.
Het lijken veeleer in kombatiefrentoe-
siasme neergeworpen sententies. Het
overheersend gebrek aan « claritas », geeft
aan dit boekje dan ook slechts een voor
de auteur karakteristieke, op menige
bladzijde aanvechtbare waarde. Een los
gebouw van menselik idealisme waarin
de Eeuwige sluitsteen ontbreekt.
W.M.
Léon Chenoy.^B Les Fusées noires (Çà
ira, Antwerpen).
Chenoy is zeker een der meest karak-
teristieke jongeren onder de Frans-
Belgiese dichters. Zijn ideeen over de
moderne poëzie, neergelegd in het kleine,
geestdriftige boekje « L’appel du con-
quistador » krijgen in deze bundel ge-
stalte en leven. De uit liefde-geboren
melankolie in menig gedicht laat schone
ontroering nabloeien. Ook de vormelike
zuiverheid van zijn vers, de natuurlike
bloem van een harmonieus dichterschap,
maakt je rijk aan gave schoonheids-
vreugd. W. M.
J. W. Jacobs. — De Dag. Verzen, met
houtsneden van F. Nackaerts. (Brusse,
Rotterdam ).
Dit is werk van een aankomeling op
het steile pad van Henriette Roland
Holst. Wat wonder, indien de jonge dich-
ter blijft steken aan de voet van het ge-
bergte ? Dienende kunst, gewis ; maar
propaganda-lyriek die vertoeft aan de
grenzen der rhetoriek is niet altijd Poëzie.
Humanitaire gemeenplaatsen op een
ritme à la Scheltema. Af en toe een
mooie, eenvoudige ontroering. Het boek
—als boek — is een produkt van weinig-
zuivere smaak. W.M.
Marcel Hoc. — Le Déclin de l'Huma-
nisme Belge. Etude sur Jean Gaspard
Gevaerts, philologue et Poète (1593-
1666), (Bruxelles, les Editions Robert
S and).
Gevartius, stadsekretaris van Antwer-
pen gedurende de veertig jaar volgende
op de opheffing van het Twaalfjarig
Bestand, boezemvriend van Rubens
(wiens huwelik met Helena Four ment
hij in Latijnse verzen bezong, wiens
oudste zoon hij vormde en tot archaeo-
loog opleidde, en wiens grafschrift hij
dichtte), was, waar het Bestand te Ant-
werpen de laatste geestelike opbloei van
de Renaissance had ingeluid, een typies
vertegenwoordiger van het verval van
het humanisme in Vlaanderen, « Met
hem », schrijft Graevius aan Heinsius
bij zijn dood, «verdwijnt uit deze ge-
westen zelfs de naam der Letteren ».
Eigenlik was hij een in de adminis-
tratie verdwaald geraakt filoloog, wiens
jeugdwerk verwachtingen had gewekt die
niet in vervulling gingen, namelik zijn
ook door Louis Roersch geprezen kom-
mentaar bij de volledige werken van zijn
lievelingsdichter en voorbeeld Statius,
waarvoor hij trouwens verplichtingen had
aan Daniel Heinsius en Hugo Grotius,
een werk waarbij hij de kennis der hand-
schriften niet verwaarloosde en dat door
zijn methode interessant is omdat hij
er naar streeft, uit de schrijvers de an-
tieke geest en uit de gegevens der oud-
heid de schrijvers te leren kennen.
2Q1
SFI F Hnnimstnaat- 12,
ANTWERPEN
|