ulii Mii LN Uitvoeringsverordenino Ausführungsverordnung zu der Verordnung über die Regelung des Verkehrs mit Rüben vom 22. September 1917. tot de verordeming van 22 September 1917, houdende regeling van den handel in beeten, rapen, koolrapen en wortelen van elke soort. Gemäss Artikel 3 und 4 der Verordnung vom 22. September 1917 über den Verkehr mit Rüben wird für Zuckerrüben bestimmt : Artikel 1. Zum Ankauf von Zuckerrüben sind nur Zucker und Sirupfabriken berechtigt, die gemäss Artikel 3 der Verordnung vom 18. Juli 1916 über die Verwertung von Zuckerrüben von der Zuckerverteilungsstelle zuge- lassen sind. Alle Zuckerrüben sind an eine dieser Fabriken abzuliefern. Die Verarbeitung darf nur in diesen Fabriken und nach den Weisungen der Zuckerverteilungsstelle erfolgen. Es ist verboten, Zuckerrüben anderweit zu verkaufen oder zu ver- arbeiten, sie zu verfüttern oder sonst zu verbrauchen. Artikel 2. Zur Durchführung des Ankaufes werden die in Artikel 1 bezeichneten Fabriken bis zum 1. Dezember 1917 Lieferverträge mit den Erzeugern von Zuckerrüben abschliessen. Alle Zuckerrüben sind bis zum 15. Januar 1918 zu liefern. Zucker- rüben, welche bis zu diesem Zeitpunkt nicht geliefert sind, werden zu einem noch festzusetzenden Uebernahmepreis enteignet werden; hierbei wird der Uebernahmepreis für solche Zuckerrüben, für welche vor dem 1. Dezember 1917 ein gültiger Liefervertrag nicht vorlag, um 20 Franken für 1000 kg niedriger festgesetzt als für solche Zucker- rüben, für die rechtzeitig ein solcher Vertrag geschlossen war. Artikel 3. Die Beförderung von Zuckerrüben mit Bahn, Schiff oder Achse ist nur mit Genehmiguag der Zuckerverteiluagsstelle in Brüssel zulässig. Anträge auf Geaehmigung sind bei einer der in Artikel 1 genannten zugelassenen Zucker- oder Sirupfabriken zu stellen. Für die Beförderung mit Achse wird ein Geleitschein ausgestellt, für die Beförderung mit Bahn oder Schiff werdes die Versandpapiere abgestempelt. Die Erlaubais zur Beförderung kann an Bedingungen oder Auflagen geknüpft werden. Sofort nach Beendigung des Transports, spätesteas innerhalb der im Geleitschein oder den Versandpapieren angegebenen Zeit, ist der Schein oder sind die Versandpapiere der ausstellenden Behörde zurückzugeben. Die Bestimmungen dieses Artikels gelten auch für die Beförderung von Rübensirup, Kandissirup und unvermischter Melasse. Anträge auf Erteilung der Erlaubnis sisd an die Zuckerverteilungsstelle in Brüssel zu richten. Artikel 4. Es ist untersagt : 1. durch unwahre Angaben die Erlaubnis zur Beförderung der Rüben zu erwirken; 2. den Beförderungsbedingungen zuwiderzuhandeln; 3. einen Erlaubnisschein oder abgestempeltes Versandpapier mehrfach zu benutzen oder unberechtigt zurückzuhalten (Artikel 3 Abs. 5); 4. Zuckerrüben unter falscher Bezeichnung oder vermischt mit anderen Feldfrüchten zu befördern; 5. in einem Geleitschein oder abgestempelten Versandpapier Verän- derungen oder Ueberklebungen vorzunehmen oder solche geän- derte oder überklebte Papiere zu benutzes. Artikel 5. Wer den Bestimmungen dieser Verordnung oder den zu ihrer Aus- führung erlassenen Anweisungen zuwiderhandelt, wird gemäss der Verordnung vom 22. September 1917 über den Verkehr mit Rüben mit Haft oder mit Gefängais bis zu einem Jahre oder mit Geldstrafe bis zu 10000 Mark bestraft; auch kaan auf beide Strafarten nebeneinander und auf Einziehung der Ware oder Beförderungsmittel erkannt werden. (Staatsdruckerei N 1214.) Namur, den 29. September 1917. Brüssel, den 29. September 1917. Krachtens art. 3 en 4 van de verordening van 22 September 1917, houdende regeling van den handel in beeten, rapen, koolrapen en wor- Artikel 1. De suiker- en stroopfabrieken, die krachtens artikel 3 van de veror- dening van 18 Juli 1916 over het benuttigen van suikerbeeten door het Suikerverdeelingskantoor (Zuckerverteilungsstelle) toegelaten zijn, zijn alleen gerechtigd de suikerbeeten op te koopen. Al de suikerbeeten moeten aan een dier fabrieken worden afgeleverd. Zij mogen slechts in die fabrieken en volgens de aanwijzingen van het Suikerverdeelisgskantoor verwerkt worden. Het is verboden suikerbeeten aan andere afnemers te verkoopen, ze elders dan in de toegelaten fabrieken te verwerken, ze te vervoederen of ze anderszins te verbruiken. Artikel 2. Met het oog op den aankoop, zullen de in artikel 1 vermelde fabrieken vóór 1 December 1917 leveringsverdragen met de verbouwers van suikerbeeten sluiten. Al de suikerbeeten moeten vöór 15 Januari 1918 afgeleverd zijn. Suikerbeeten, die vóór dien datum niet zija afgeleverd, zullen tegen een nog vast te stellen prijs onteigend worden; voor suikerbeeten, waarvoor vöor 1 December 1917 geen geldig leveringsverdrag gesloten is, wordt die prijs hierbij 20 frank per 1000 kgr. lager gesteld dan voor de beeten, waarvoor een dergelijk verdrag tijdig werd gesloten. Artikel 3. Voor het vervoer van suikerbeeten per spoorweg, per schip of per as, is een toelating van het Suikerverdeelingskantoor te Brussel vereischt. De toelatingen zijn aas te vragen bij een van de suiker- of stroop- fabrieken, waarvan spraak in artikel 1. Voor het vervoer per as wordt een vervoertoelating afgeleverd; voor het vervoer per spoorweg of per schip, worden de verzendingsbescheiden afgestempeld. De vervoertoelatiag kan afhankelijk gemaakt worden van zekere voor- waarden of prestaties. Zoodra het vervoer geëindigd is, en in elk geval binnen den termijn, die in de vervoertoelating of in de verzendingsbescheiden aangegeven is, moet het be wijs of moeten de verzendiagspapieren teruggegeven worden aan het kantoor, dat die stukken heeft afgeleverd. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op het vervoer van beetstroop, kandijstroop en onvermeagde melasse. De toelating moet aan het Suikerverdeelingskantoor te Brussel worden aangevraagd. Artikel 4. Het is verboden : 1. onjuiste verklaringen te doen om een vervoertoelating voor suiker- beeten te bekomen; 2. de voorwaarden, die voor het vervoer werden gesteld, niet na te komen; 3. een vervoertoelating of een afgestempeld verzendingsbescheid meer dan éénmaal te benuttigen of, zonder daar recht toe te hebben, te behouden (artikel 3, 5e lid); 4. suikerbeeten onder een valsche beaaming of met andere veld- vruchten vermengd te vervoeren; 5. een vervoertoelating of afgestempelde verzendingsbescheiden te wijzigen of te beplakken, of aldus gewijzigde of beplakte beschei¬ den te benuttigen. Artikel 5. Wie de bepalingen van deze verordening of de tot uitvoering er van uitgevaardigde aanwijzingen overtreedt, wordt overeenkomstig de ver- ordening van 22 September 1917 over het verkeer met beeten, enz., met hechtenis of tem minste één jaar gevangenis of met ten minste 10.000 mark boete gestraft; beide straffen kunnen ook tegelijk worden uitgesproken; daarenboven kunnen de waar en de vervoermiddelen verbeurdverklaard worden. Namen, den 29n September 1917. Brussel, den 29n September 1917. Der Verwaltungschef für Flandern. SCHAIBLE. Der Verwaltungschef für Wallonien. HANIEL. Der Verwaltungschef für Flandern. SCHAIBLE. Der Verwaltungsehef für Wallonien. HANIEL. C FI. W. VII B 2508. Erläuterung zur Durchführung der Verordnung, betreffend Beschlagnahme und Ablieferungspflicht von Eisrichtungsge genständen aus Kupfer, Mes- sing und Bronze in Haushaltungen sowie in und an Gebäuden vom 31. Juli 1917 (A. 22928), sowie zu meiner Ausführungsbekanntmachung (H. G. R. 23166/11). Zu Klasse 20: Ziergegenstände. Die französische Uebersetzung des Wortes «Ziergegenstände» (objets d’ornementation) hat zu Zweifeln Anlass gegeben. Ich gebe deshalb bekannt, dass als Zier- gegenstände im Sinne dieser Verordnung Bronzefiguren, Kamingarnituren, Pendulen, Vasen, Blumentöpfe usw. aus Kupfer, Mes- sing und Bronze gelten, während an Möbeln angebrachte Verzierungen aus diesen M. tallen nicht unter Klasse 20 dieser Verordnung fallen. Die Bestimmungen der übrigen Klassen der Verordaung werden hierdurch nicht berührt. Brüssel, den 1. Oktober 1917. (Staatsdruckerei N1224.) Der Chef der Abteilung für Handel und Gewerbe bei dem Generalgouverneur in Belgien. Dr. VON KÖHLER. Toelichting voor de uitvoering van de verordening (A. 22928) van 31 Juli 1917, betreffende de inbeslagneming en de afleveringsver- plichting van inrichtingsvoorwerpen uit koper, geelkoper en brons in huishoudingen, alsook in en aan gebouwen, en tot mijn uitvoeringsb kendmaking (H. G. R. 23166/I1). Klasse 20 : Siervoorwerpen. De Fransche vertaling van het woord « Ziergegenstände » (objets d’ornementation), heeft twijlel doen ontstaan. Derhalve maak ik bekend, dat als siervoor- werpen in den zin dezer verordening te beschouwen zijn : beelden, schouwgarnituren, klokken (pendules), vazen, bloempotten enz. uit koper, geelkoper en brons; daarentegen vallen de aan meubelen aangebrachte ver¬ sierselen ait die metalen niet onder de klasse 20. — De bepalingen van de overige klassen der verordening worden hierbij niet gewijzigd. Brussel, den 1n Oktober 1917. Der Chef der Abteilung für Handel und Gewerbe bei dem Generalgouverneur in Belgien. Dr. VON KÖHLER. Arrete déterminant les dispositions réglementaires de l'arrêté du 22 septembre 1917 réglant le trafic des betteraves, raves, choux-navets, rutabagas, navets et carottes de toute espèce. Conformément aux articles 3 et 4 de l’arrêté du 22 septembre 1917 concernant le trafic des betteraves, raves, choux-navets, rutabagas, telen van elke soort, wordt voor de suikerbeeten het navolgende bepaald: navets et carottes de toute espèce, il est décidé ce qui suit au sujet des betteraves à sucre : Article 1er. Ont seules le droit d'acheter des betteraves à sucre, les sucreries et les fabriques de sirop qui ont été autorisées à cette fin par le Bureau de répar¬ tition des sucres (Zuckerverteilungsstelle), conformément à l’article 3 de l'arrêté du 18 juillet 1916, concernant l'utilisation des betteraves à sucre. Toutes les betteraves à sucre doivent êtres livrées à ces fabriques, qui seules peuvent les utiliser à des fins de fabrication et selon les instruc¬ tions du Bureau de répartition des sucres. Il est défendu de vendre des betteraves à sucre à d’autres intéressés, d’en utiliser à des fins industrielles dans d’autres exploitations, d’en donner en nourriture aux animaux ou d'en consommer de toute autre manière quelconque. Article 2. Les fabriques désignées à l'article 1er procéderont à l'achat en concluant avant le 1er décembre 1917 des contrats de livraisos avec les producteurs. Toutes les betteraves à sucre devront être livrées avant le 15 jan- vier 1918. Celles qui ne l’auront pas été avant cette date, seront expropriées à ua prix qui sera fixé ultérieurement; lorsqu’il s'agira de betteraves à sucre pour lesquelles un contrat de livraison valable n'aura pas été conclu avant le 1er décembre 1917, ce prix sera inférieur de 20 francs par 1000 kg au prix qui sera fixé pour les betteraves faisant l'objet d'un contrat de livraison conclu à temps. Article 3. Les bette raves à sucre ne peuvent être transportées par chemin de fer, par bateau ou par voiture qu'avec l'autorisation du Bureau de répartition des sucres, à Bruxelles. Les demandes d’autorisation doivent être remises à une des sucreries ou des fabriques de sirop agréées conformément à l’article 1er. Pour les transports par voiture, il sera délivré un permis (Geleitschein); pour les transports par chemin de fer ou par bateau, on procédera au timbrage des documents de l'expédition. L'autorisation de transport peut être subordonnée à certaines condi¬ tions ou à certaines prestations. Dès que le transport est terminé, toutefois au plus tard à l’expiration du délai indiqué sur le permis de transport ou sur les documents de l'expédition, on doit rendre ce permis ou ces documents à l’autorité qui les a délivrés. Les dispositioss du présent article sont aussi applicables aux trans¬ ports de sirop de betteraves, sirop de candi et mélasse non mélangée. Les demandes d'autorisation doivent être adressées à la «Zuckervertei¬ lungsstelle» à Bruxelles. Article 4. Il est défendu : 1. de provoquer la délivrance de l’autorisation de transport par des déclarations inexactes; 2. de ne pas observer les conditions auxquelles l’autorisation de trans- port a été subordonnée; 3. d’utiliser plusieurs fois soit le même permis de transport, soit les mêmes documents timbrés en vue de l'expédition, et de retenir illicitement de tels permis ou documents (article 3, 5e alinéa); 4. de transporter des betteraves à sucre sous une fausse désignation ou mélangées à d'autres produits agricoles; 5. d'opérer des modifications dans le texte des permis ou des docu- meats timbrés de l'expédition, de coller quoi que ce soit sur ces permis et documents, et d'utiliser de tels papiers. Article 5. Quiconque aura enfreint les dispositions du présent arrêté ou les instructions données en vue de son exécution sera, conformément à l'arrêté du 22 septembre 1917 réglant le trafic des betteraves, etc., puni soit d'emprisonnement de police ou d’un an au plus d’emprisonnement correctior nel, soit d'use amende pouvant atteindre 10,000 marcs; on pourra aussi réunir les deux peines et prononcer la confiscation de la marchandise ainsi que des moyens de transport. Namur, le 29 septembre 1917. Bruxelles, le 29 septembre 1917. Der Verwaltungschef für Flandern. SCHAIBLE. Der Verwaltungschef für Wallonien. HANIEL. Commentaire à l'arrêté du 31 juillet 1917, A 22928, con- cernant la saisie et la livraison obligatoire des objets d'installation en cuivre, laiton et bronze se trouvant dans les ménages aissi qu'à l'inté¬ rieur et à l'extérieur des bâtiments, de même qu'à mon avis (H. G. R. 23166/I1) déterminant les dispositions réglementaires de l'arrêté précité. Classe 20 : objets d'ornement. La traduction française du mot « Ziergegen¬ stände » (objets d'ornementation) a donné lieu à des doutes. Je porte donc à la connaissance des inté¬ ressés que les statues et statuettes, garnitures de cheminée, pendules, vases, cache-pots, etc. en cuivre, laiton ou bronze sost considérés comme objets d'orsement, au sens dudit arrêté, tandis que les appliques en ces métaux fixées aux meubles ne rentrent pas dans la classe 20 de l'arrêté. Le présent commentaire ne vise pas les autres classes. Bruxelles, le 1° octobre 1917. Der Chef der Abteilung für Handel und Gewerbe bei dem Generalgouverneur in Belgien. Dr. VON KÖHLER. H. G. IV Rz 26892/1.