Dit schetsboek bestaat uit 44 tekeningen met als thema 'De dodendans'. In deze populaire satirische reeks staat de confrontatie van de mens met de Dood centraal. Rubens was in zijn jeugdjaren waarschijnlijk erg gefascineerd door de spitsheid en de dramatiek van deze prenten, meer bepaald door de houtsneden die Hans Holbein de Jongere (1497-1543) op dit allegorische thema ontwierp. De jonge Rubens kopieerde ze in hun geheel in zijn schetsboek. Deze kopieën gelden als de vroegst bewaard gebleven tekeningen van de hand van Rubens. Hij was toen waarschijnlijk maar 13 jaar oud. Dat ze voor hem van groot belang waren, blijkt uit bronnenmateriaal dat vermeldt dat Rubens op latere leeftijd zei dat hij in zijn jeugd diep onder de indruk was gekomen van houtgravures van Holbein en Tobias Stimmer en er kopieën naar maakte.