blijft, is de moderne toon, de moderne inslag, want Frankrijk wordt niet al te zeer overstelpt met werk over het vak. Het is een wel zonderlinge spoorslag ! Soms vraagt men ziek af door de luchtigheid, waarmede de zwaartste problemen behandeld worden, of de auteur werkelik een bibliothe- caris is ; en dan weer aan een klein de- tailllSlrmóet men er zich van overtuigd houden, dat de Ricci werkelik (en hoe !) man van de practijk is. Seymour de Ricci is geestig.... en slaat zijn landgenoten duchtig om de oren. Meestal op gebieden van algemene aard ! Mij dunkt dat ingekankerde bibliothecarissen zich na de lectuur ongemakkelik moeten voelen, onzeker en wrevelig, ja beledigd. Et quand même !______ er zit gezonde lucht in, ook voor andere streken dan de 86 indi- vidualisties aangelegde departement van Frankrijk ! Zijn er niet veel overeenkomsten aan te - stippen tussen de houding van de openbare^ machten tegenover de bibliotheek in Frankrijk en in België ? De tekst van de Ricci laat het maar al te duidelik dóórschemeren. Hij ook komt er voor uit dat het zotternij is leergeld te betalen aan tijd, als andere landen geslaagde experimenten reeds ondernamen. Misschien komt het ons nog ten goede, dat de Ricci zijn tekst schreef, want, wij weten, dat wat Marian. ne schrijft steeds van veel meer gewicht is, dan wat het leeuwtje piept. Daarom ook wijden wij méér dan éen woord aan het werkje, en volgen wij het op de voet. In de inleiding reeds vinden wij dit : « Les solutions que l’on trouvera indiquées ci-après sont toutes de l’ordre pratique en n ont rien de mytérieux. On sera surpris qu il ait fallu tant d’années pour appliquer des procédés et des méthodes qu’un peu de réflexion aurait dû suggérer depuis longtemps à tout biblothé- caire soucieux de ses devoirs et suffisamment indépendant pour rompre avec la tradition ». «Veel nieuws zult ge niet vinden»; zegt de auteur, « maar algemene dingen mogen gefor- muleerd worden, als tot universiteitsprofes- soren toe zo slecht bekend zijn met de grond- slagen van ons vak». - -—De officiële klassieke bouwstijl krijgt een deuk, en de Ricci waagt zich dan graag in de nabijheid van Le Corbusier. Dat voelt ge. « Le bon sens, dis-je, l’indique, mais le bon^ sens est certainement ce qui manque le plus à nos architectes »’. Architecten .interesseren zich niet aan de bibliotheek. Zij kennen haar eisen niet. Wanneer zij ze te bouwen krijgen, wachten zij zich wel de bibliothecaris te raadplegen. De torenbouw krijgt de voorkeur. Rap rékent de Ricci uit hoe lang, hoe breed, hoe hoog een bibliotheek moet zijn, voor een fonds Van x duizend werken. Maar welke bibliotheek heeft de auteur op het oog } Ja, dat is het zwakke kantje van het werkje. Soms ziet ge achter de Ricci’s woorden -de wetenschappelike bibliotheek opdoemen, dan weer dè openbare leeszaal. Wis en zeker zit Amerika in de fond te pinkogen. Zo wijst het volgen van prijsnoteringen (blz. 72) op we- tenschappelik aanvullingswerk, wijl op blz. 7 1 te lezen staat, dat de bibliothecaris er op letten moet wie de lievelingsauteurs van zijn. publiek zijn. Dat staat alles zo dicht bij elkaar en zo door mekaar, dat verwarring in de «onvoor- bereide» hoofden toch mogelijk blijft, en nood- lottig werken moet. Dat is ook het geval op blz. 82, waar de waarde van de ontlening zeker te gering wordt geschat. De ingewijden zullen hèt gaarne vergeven. Zij rekenen er op, dat het handboekje ge- schreven is voor ’t groot publiek, terwijl zij monkelen bij zinnetjes als deze : «...cètte solu- tion (de invoering van liften) suppose aussi que les vitres du plafond soient continuelle- ment nettoyées, opération dont la nécessité fera reculer d’horreur plus d’une administra- tion française ». De Fransman verlochent zich niet, en de _ Ricci kan zich best voorstellen, dat bibliothe- carissen aan erotiese temptaties blootstaan, wanneer vrouwelijk personeel over getralied ijzerwerk heentrippelt. Dus zegt hij : Weg dat ijzerwerk Î Leve het matte glas. In de leeszaal innoveert de Ricci als up to date man. Calqueren is verboden. Het photo- stat moet werken. De instelling moet vloei- papier leveren, gratis. « De bibliothecarissen in ’t jaar van Bellamy zullen er ons om prij- zen ». Op elke tafel een reglement. De mens is nu eenmaal zo ; hij heeft dat nodig. De jongste naslagwerken zijn nog te oud. Gewis de Ricci streeft verhoging van de budgetten na gewild en terecht. De Franse oren zullen tuiten. Controle moet de lezèT verdragen en beqrijpen. En netjes moet hij zijn : handen zui- ver houden.' De Touring Club heeft zekere gelegenheden in de hotels verbeterd 1 dat M de bibliotheken ook eens die dienst bewijst,, et il sera béni une fois de plus par les nom- breux français qui rougissent de notre infériorité nationale en matière d’installations qu on vou- drait savoir véritablement hygiénique. De gang van het boek in de bibliotheek wordt door de Ricci zeer rationalisées opgevat en doorgezet. Ook daar naar trekt hij zijn bouwplan : streng logies om tijd en ruimte en teraârs te sparen. , Het ruimteprobleem moet cordaat worden opgelost. In principe mag een' bibliotheek geen enkel boek doen verdwijnen. Goed : dan moe- ten de afgestorven kinderen- compact worden afgezonderd en bijeengehouden. _ Het hoofdstuk «le personnel» geeft de Ricci gelegenheid een lans te breken voor de metho- diese opleiding van een staf, en de inrichting 65