na den fchoeltijde 7 men „ dat aldaar reinheid en zindelijkheid door woorden en daden geleerd werdt. Eindelijk moet gij het fchoolvertrek flechts matig warm houden, vermits te. groote hitte of koude, gelijk ook het roeken van de kagchel, plettendheid en de naarstigheid der kin= derea fchadelijk zijn. Om nu voor eene matige rarmte te zorgen, moet het fchoolvertrek behoor- lijk digt zijn , en de kagchel , wanneer gij die gebruikt, voorzigtig geftookt worden (*)5 ters wijl gij door fchaduwrijke boomen of fchermen, voor de venfters, het regtftreeks indringen der zonneftralen moet trachten te beletten. — Ges doogt vooral niet, dat uwe {cholieren „ wanneer zij van buiten uit de koude komen; zich digt bij de warme kagchel of haard plaatfen „ of wan dezelve zich onmiddellijk in de opene Jucht begeven: want de plotfelinge overgang van koude tot warmte, en zoo ook omgekeerd, is veor ’s menfchen gezondheid niet alleen hoogst{ehadelijk , maar heeft zelfs meermalen gan den eenen of anderen het leven gekoste Maar , denken mogelijk velen uwer, hoe brengt men zulk eene inrigting der fchole, als gij ons hier aanbeveelt, tot ftand?..e Veel, geachte Onderwijzers! hangt in dit opzigt van U zelven af: zoo als het rein houden van het vere trek, het zorgen voor frisfche lucht , het voorzig: tig ftoken van de kagchel of haard, en dergelijke ; tof rn x ze br | voor gd sn CD AD + (*) Het fpreekt van zelf , dat wanneer in het fchool- vertrek op den open haard wordt geftookt, dit insgee lijks met beleid moet gefchieden, en zorg worden ges dragen ‚ dat er geene ongelukken bij kunnen plaats krijgen. À 4