Majesteyt, op het krachtigh versoeck van den Engelschen Afgesant, het verbodt ingeroepen, door het welck aen alle de Ondersaeten van dese Croone het aenbrengen van Levens-mid¬ delen ten dienste van de Stadt, en het Gar- nisoen van Gibraltar op het strafste verboden was. Den Koninck heeft den Doorl: Heer Gaf- par Vasques Tablada, Bisschop van Oriedo, tot den Bisschoppelycken Stoel van Sigienza benoemt, en de Abdye van den H. Isidorus aen den Heer Josephus Goynn, Canonick en- de Penitencier van Sant Jago, met een Jaer- lycks inkomste van 8090. Piasters gegeven. Morgen sal den Marquis Bartholomxus van Valenige, den Vicomte van lbarra, en Don Franciscus de Cuellar, met groote plechtig- heyt in den Raedt van Finantie ingeleyt wor- den , en in die hooge vergaederinge, als le- den der selve, besit nemen. Door brieven uyr Saragossa van den 12. deser heeft men, dat Don Joseph Fueates y Villegas, Heer van seker Dorp ontrent die Hooft Vestinge, den 9. dito op sijn Landt- goedt aldaer in den ouderdom van 120. Jae¬ ren, 7. maenden, en 26. dagen uyt dit le- ven gescheyden was, genietende twee dagen voor sijne doodt soo goede gesontheydt, dat hy sich alsdan te voet sonder de hulpe van je- mandt tot het hooren van het H. Sacrificie der Misse naer de Parochiale Kercke van sijn Dorp begeven heeft, het welck ontrent de halve myle van sijne Wooninge gelegen is. P. S. Op het afgaen van den Post ontstaet hier een algemeyn gerucht onder de Cooplie- den , dat het Tractaet van Commercie tus- schen dese Croone en de groot-Brittannische Natie teenemael getroffen is ; Dogh alsoo men t’sedert eenighen tydt meermaels door diergelycke geruchten aengaende die beruch- te Conventie misseydt is, en wordt hier aen tot naerdere onderrichtinge geen , ofte seer weynigh geloof gegeven. WEENEN, den 3. December. Naer dat sijne Keyserl. Majesteyt voorleden Saterdagh met alle de hier-zynde Ridders van t’Gulde Vlies in de Hofkercke van de EE- PP. Augustynen tegenwoordigh geweest was in de eerste Vespers , de welcke aldaer ten opsichte van de volgende Feeste van den H. Apostel Audreas met de uytterste plechtigheyt gesongen wierden ; verscheen het hoogh-ge- xoemt Opper-hooft van het Keyser-ryck, ver- ciert met de Merck-teeckens van het berucht Orden van het Gulde-Vlies , in de solemnee- le Godts-diensten van den volgenden Son- digh, als wanneer het aen sijne Keyserlycke Majesteyt, volgens den in t'licht-komenden Lyst , behaeght heeft de volgende Doorl: Personagien tot het gemeldt berucht Ridder- lyck Orden te verheffen : 1. Den Prince van Dietrichstein, groot-Ma- reschal van het Hof &c. 2. Den Prince Emansel van Lichtenstein. 3. Den Prince van la Tour-Taxis , eersten Keyserl: Commissaris op den algemeynen Rycks dagh van Regensbourg &. 4. Sen Prince van Trausson, groot-Meester van het Huys der Keyserinne. 5. Den Grave van Horn. 6. Den Grave Carolus van Bathiani , Velt- Mareschal en Groot-meester der Hof-hou- dinge van den Arts Hertogh gosephus &c. 7. Den Grave Ferdinandus van Harrach, Gouverneur van het Hertoghdom van Mi- lanen &c. 8. Den Grave W’encestaus van Kaunitz, ge- heymen Minister van de Staets-Conferen- tien , en beuoemden Ambasiadeur van ons Hof by den Alder-christel: Roninck &c. Heden begeven sich onse Souvereynen , de welcke de aengenaeme Verblyf-plaetse van Belfonte voor desen Winter verlaeten hebben, uyt het Keyserl. Paleys van dese Stadt met grooten Treyn naer de Kercke van t'Profes- sen-huys der EE: TP. Jesuiten, ten opsichte van den Feest-dagh van den H. Franciscus Xaverius, den welcken aldaer met de ghe- woonelycke devotie en plechtigheydt werc- kelyck geviert wordt &c. De 6. Keyserl: Regimenten , geschickt om naer Italien over te gaen , hebben bevel van hun tot den marsch reys-veirdigh te houden ; dogh men blyft versekeren,dat de laeste ordres ten dien opsichte niet gegeven en sullen wor- den , dan naer de aenkomste van den Gene- rael Pallavicinn, den welcken t’sedert eenige dagen uyt Milanen tot dese Vestinge in aen- tocht is. Alsoo'er verscheyde Officiers van het Re- giment van Maximilianus van Hessen sich op de Secretarye van Oorlogh zyn komen opof- feren, om onder de Slavonische Troupen te dienen, heeft het aen onse Souvercyne ghe- naedelyck gelieft van de selve in dien Cryghs- dienst niet alleenelyck aen te nemen, maer