n 22 Die Verordnung betreffend TIOSTERONG von Pferden und Wagen in der Provinz Antwerpen erhält unter Aufhebung der früheren Verordnungen des Festungs- und Militär-Gouvernements vom 1.7.16 bezw. 14.4.16 folgende Fassung. 1.) Sämtliche Pferde und Wagen im Gouvernementsbereich unterliegen von Zeit zu Zeit einer Musterung durch die Pferdeankaufskommission. 2.) Die den Stadtverwaltungen und Bürgermeistereien aufgegebenen Musterungs- termine sind von diesen unverzüglich den Besitzern von Pferden und Wagen bekannt zu geben. Diese haben die Verpflichtung, ihre Pferde und Wagen, auch die, die sich etwa zur Zeit ausserhalb des Bezirkes befinden, umgehend bei der zuständigen Polizeibehörde oder Bürgermeisterei anzumelden und dabei die zur Aufstellung von Musterungslisten not- wendigen Angaben wahrheitsgemäss zu machen. In Antwerpen hat die Anmeldung bei den Büros der Polizeireviere 1 bis 10, in Borgerhout, Berchem und ausserhalb der Stadtum- wallung bei den betreffenden Bürgermeistereien zu erfolgen. 3.) Zur ordnungsmässigen Ausführung der Musterung haben die Stadtverwaltungen bezw. Bürgermeistereien zu jeder Musterung 2 Listen, jede in doppelter Ausfertigung, aufzu- stellen. Aus der Liste über die angemeldeten Pferde muss sich Anzahl, Geschlecht, Alter und Farbe, ferner Name und Wohnung der Besitzer ergeben. In einer Spalte Bemerkungen ist anzugeben, wenn die Stuten gedeckt worden sind bezw. wenn sie gefohlt haben. Die zweite Liste muss Anzahl und Art (2 oder 4räderig) der angemeldeten Wagen, sowie die Namen und Wohnung der Besitzer enthalten. Die eine Ausfertigung der Listen ist, falls nicht ein anderer Termin besonders bestimmt wird, 8 Tage vor der Musterung dem Gouver- nement einzureichen. Die andere verbleibt bei der betreffenden Stadtverwaltung oder Bürgermeisterei und ist bei der Musterung vorzulegen. 4.) Die Besitzer von Pferden und Wagen sind verpflichtet, diese zur angegebenen Zeit zur Musterung zu gestellen. Die Verpflichtung erstreckt sich auch auf die zur Zeit der Anmeldung etwa ausserhalb des Musterungsbezirks befindlichen und die nach der Anmeldung zur Musterungsliste neu hinzugekommenen Pferde und Wagen. Die Zugpferde müssen mit gutem Geschirr, Reitpferde mit brauchbarem Reitzeug, ausserdem jedes Pferd mit Halfter und Strick versehen sein. Mit einer Seuche behaftete Pferde sind zur Musterung nicht vorzuführen. Ueber diese und sonst kranke Pferde, die zur Musterung nicht gestellt werden können, sind veterinär-ärztliche Zeugnisse, aus denen die Krankheit ersichtlich ist, vorzulegen. Räude- kranke Pferde sind abgesondert von den übrigen Pferden zur Musterung zu gestellen und am Schlusse besonders vorzuführen. Deckscheine über gedeckte Stuten sind mitzubringen und vorzuzeigen. 5.) Stadtverwaltungen und Bürgermeistereien haben dafür zu sorgen, dass zur Musterung die Pferde und Wagen mit der Nummer der zugehörigen Liste versehen und der Nummer nach aufgestellt sind. Sie sind für Aufrechterhaltung der Ruhe und Ordnung während der Musterung sowie zur Gestellung einer Schreibstube mit Tisch, Schreibzeug und einigen Stühlen verpflichtet. Der Bürgermeister oder sein Vertreter und ein Gemeinde- schreiber müssen bei der Musterung zugegen sein. 6.) Den Anordnungen der Ankaufskommission ist unverzüglich Folge zu leisten. Gegen den Besehluss über den Ankauf von Pferden und Wagen haben die Besitzer kein Wider- spruchsrecht. 7.) Jeder Besitzwechsel und jede Neuerwerbung von Pferden und Wagen ist von dem alten und dem neuen Besitzer dem Polizeibüro oder der Bürgermeisterei seines Bezirkes spätestens am nächsten Tage anzuzeigen. Diese haben innerhalb der nächsten 3 Tage nach Abänderung der Musterungslisten dem Ortskommandanten davon schriftlich Nachricht zu geben. 8.) Zuwiderhandlungen gegen diese Vorschriften werden nach der Verordnung des General-Gouvernements vom 4.8.16 mit Haft oder Gefängnis bis zu sechs Monaten oder mit Geldstrafe bis zu 10.000 Mark bestraft. Auch kann nach dieser Verordnung bei vorsätz- licher Zuwiderhandlung auf Einziehung der verheimlichten Pferde erkannt werden. 9.) Wegen der Veräusserung, des Erwerbes und der Abgabe von Pferden wird auf die Verordnung des General-Gouvernements v. 24.10.16 und wegen des Deckenlassens von Stuten und Kastrierens von Hengsten auf die Verordnung des General-Gouvernements vom 5.1.17 verwiesen. Antwerpen, den 15. Juni 1917. Der Gouverneur, V. ZWEHL General der Infanterie. De Verordening betreffende de MONSTERING van paarden en wagens in de provincie Antwerpen bekomt, onder opheffing der vroe- gere verordeningen van het Vestings- en Militair-Gouvernement van 1-7-16 en 14-4-16, de volgende opmaking. 1) Alle paarden en wagens in het gebied van het Gouvernement Antwerpen zijn van tijd tot tijd aan een monstering door de Kommissie voor aankoop van paarden onderworpen. 2) De aan de gemeentebesturen opgegeven monsteringsdatums moeten door hen onverwijld aan de bezitters van paarden en wagens worden bekend gemaakt. Deze zijn verplicht, hun paarden en wagens, ook die, welke zich mogelijk op dat oogenblik buiten het gebied van hun gemeente bevinden, dadelijk bij het bevoegde politie- of gemeentebestuur aan te geven, en daarbij de opgaven, die voor het opmaken van monsteringslijsten noodig zijn, naar waarheid te verstrekken. Te Antwerpen moet deze aangifte op de politiebureelen van de wijken 1 tot 10, in Borgerhout, Berchem en buiten de stadswallen op de betreffende gemeentehuizen geschieden. 3) Met het oog op een regelmatige doorvoering van de monstering, moeten de stads- en gemeentebesturen voor elke monstering twee lijsten in dubbel opmaken. In de lijst voor de aangemelde paarden moet vermerkt staan : hun aantal, geslacht, ouderdom en kleur evenals de naam en de woning der bezitters. In eene kolom „bemerkingen,, moet aangegeven worden wanneer de merries gedekt zijn geworden en wanneer zij geveuld hebben. De tweede lijst betreffende de aangemelde wagens moet bevatten hun aantal en soort (met 2 of 4 wielen) evenals de naam en de woning van hun bezitters. Een exemplaar van de lijsten moet, indien geen andere bijzondere termijn wordt bepaald, 8 dagen voor de monstering aan het Gouvernement overhandigd worden ; het andere blijft in het bezit van de gemeentebesturen en moet bij de monstering overgelegd worden. 4) De bezitters van paarden en wagens zijn verplicht deze op het aangeduide tijd- stip op de monstering voor te brengen. De verplichting geldt ook voor de paarden en wagens, die zich op het oogenblik van de aangifte elders zouden kunnen bevinden, evenals voor degene, die mogelijk na de aangifte voor de monsteringslijst aangeschaft werden. Trek- paarden moeten met goed getuig, rijpaarden met bruikbaar rijgetuig, buitendien elk paard met een halster en een touw voorzien zijn. Paarden, die door een besmettelijke ziekte aangetast zijn, moeten niet op de monste- ring voorgebracht worden. Voor deze, evenals voor andere zieke paarden, die niet naar de monstering kunnen gevoerd worden, moeten getuigschriften van den veearts, waaruit de ziekte blijkt, overgelegd worden. De paarden onderhevig aan de schurft moeten afzonderlijk van de andere paarden naar de monstering gebracht en aan ’t slot der monstering voorgevoerd worden. Dekbewijzen voor gedekte merries moeten medegebracht en getoond worden. 5) De gemeentebesturen hebben er voor te zorgen, dat bij de monstering de paar- den en wagens met het nummer van de overeenkomstige lijst voorzien en volgens het num¬ mer geplaatst zijn, en ook dat de rust en de orde tijdens de monstering verzekerd blijven. Bovendien moeten zij een schrijfkamer met schrijftafel, schrijfgerief en eenige stoelen bij de monstering ter beschikking stellen. De burgemeester of zijn vertegenwoordiger en een gemeenteklerk moeten bij de monstering tegenwoordig zijn. 6) Aan de bevelen van de kommissie van aankoop moet onmiddellijk gevolg gege- ven worden. Tegen haar besluit over den aankoop van paarden en wagens hebben de be- zitters geen recht van tegenspraak. 7) Elke verandering in het bezit en elke nieuwe aanschaffing van paarden en wagens moet door den ouden en door den nieuwen bezitter, ten laatste den volgenden dag, op het politiebureel of het gemeentehuis van hun omschrijving aangegeven worden. Deze moeten dit binnen de 3 eerstvolgende dagen, na wijziging van de monsteringslijsten. schrif- telijk aan den plaatskommandant mededeelen. 8) Overtredingen van deze verordening worden luidens de verordening van het Generaal-Gouvernement van 4-8-16 met gevangenis tot 6 maanden of met een geldboete tot 10.000 Mark gestraft. Bovendien kan luidens deze verordening bij opzettelijke overtreding inbeslagneming van de betreffende paarden bevolen worden. 9) Betreffende de verkoop, de aanschaffing en de aflevering van paarden wordt heengewezen op de verordening van het Generaal-Gouvernement van 24 October 1916, betreffende het dekken van merries en het snijden van hengsten op de verordening van het Generaal-Gouvernement van 5 Januari 1917. Antwerpen, den 15en Juni 1917. De Gouverneur V. ZWEHIL Generaal der Infanterie. Druckerei KARL BROEL, Antwerpen.