Full text |
declareert naerder Ordres dien aengaende
van den Coninck sijnen Heer te willen
afwachten.
RIGA ; den 4. Meert.
Onsen Gouverneur Generael Dabl-
bergh heeft t'zedert de eerste verschey-
ninge van de Saxen voor dese Stadt on-
vermoeyt alles in defentie gestelt, en
de sigh selven by-naer geenen slaep ver-
gunt : Het gerucht van d’aennaerderin-
ge der Moseoviters gaf ons in het begin
eenigh naerdencken, maer is wederom
stil : Voor de Saxen, die voor de Stadt
reets ligghen, maecken wy , soo langh
sy geen renforten crijgen , geene swae¬
righeyt; ende hun schieten uyt de Co-
ber- Schantgedoet , dewyl sy de Kogels
diet recht cannen toebrengen, aen de
Gehouwen weynigh quaet: Sy connen
do or den Vorst oock niet graeven, en-
de vinden weynigh Levens-middelen in
de Naebuerschap. Wy hebben d’onnut-
te Mensehen uyt geset, niet om dat wy-
se niet-en connen onderhouden, maer
op dat sy , wanneer eene Bombarderin-
ge moght valgen, geen onordentelijck-
d
heden souden veroorsaecken.
Uyt lhet Leger voor Riga; den 5. Meert.
Dewyf den vorst sterck aenhoudt,
connen wy weynigh avanceren; doch
hebben gevachten gehadé de Dunamun-
der- gchantz op de eygenste manien als
de Cober Schantz teivermeesteren, ende
en gien eynde russchen Bonderdagh en-
de Vrijdagh een stercke Partije, tot het
recoghosceren der selve, uyt gesonden;
maer dewyf sy tijdigh door d’uytgeset-
ie Schiltwachten ontdeckt ende Allarm
gemaeckt wirdt, wirdt uyt de Schantz
bevigh geschoten, ende de onse gedwon¬
gen te rugh te wycken. Den Gouver-
verneur van Riga heeft het onnuttigh
Volck van Vrouwen ende Kinderen uyt
de Stadt gesonden, ende het getal der
gene die van coude ende on gemack reets
gestorven sijn, um dat sy op de Wallen
)
ende Straeten by hunne Goederen moe-
ten blijven liggen werdt by ons seer
begroot. Door ons sterck schieten ver
beelden wy ons , dat het groot Hurys
Fet swarte Hooft, den Thoren van St.
Peeters Kerck , ende het Slot reets swaer
beschadight sijn. De Lijflandesche Boe¬
rer- souuen op verscheyde Adelijcke Goe-
déren veële Insolentien plegen. Vanden
Heer Tiesenhuysen heeftmen sedert lest
diet naerders vernomen; ende den Luy-
tenant Geuerael Flemmingh is noch niet
gereverteert.
MITTAU, den 8. Meert.
De Brieven , van daegh uyt het Le-
ger voor Riga gecomen, sijn vol van
verlangen naer d’Artillerye , van de welc-
ke heden een gedeelte door dase Stadt
gepasseert is, ende de rest ten spoedig-
sten sal volgen. De Saxen, die noch
in Littauwen gelegen hebben, sijn me¬
de aen het bewegen naer het Leger; en-
de volghens de tijdinghen uyt Polen,
mpcht den Generael Sapieha Littauwen
met sijn Corps wel Elijven decken, en-
de hebben veele Senateurs teghen den
Sweedtschen Reffdent verclaert, dat fy
van d’Entreprise op Riga niets weren,
ggchte geenen lust tot cen Oorlogh re-
gen Sweden hebben, ende fich dien aen-
gaende op het beste veronschuléight.
Van een spoedigh secours uyt Sweden
wort sterck gesproken ; ende van Revel
gheschreven, dat de Schepen, welcke
vour die Stadt overwintert hebben, in
de Joopende Maendt sullen vertrecken,
entie datmen aen dien cant van de Mof-
coviters niets en verneemt.
LIBOU, den 9. Meert.
Onse -rijdingen van Riga melden , dat
OOOFianen tot féccurs in de Stadt,
ende grof Gesetut in het Saxissche Le-
eer gecemen sijn; dat de Partije, die
de Duna munder-Schantz gerecognofceert.
ende fich te verre verstout heeft, het
ongeluck gehadt heeft, dat sy over het
Ys, het gene open gekapt, ende door
|