denkbeelden te doen verkrijgen. 123 vragen bezit derhalve, boven dat, welk door louter vóórzeggen gefchiedt,, vele voordeelen , ea moet uit dien hoofde overal, waar het kan ger bezigd worden, vlijtig, worden in het werk gee fteld, Vermits nu het onderwijzen ten doel heeft; de kinderen door vragen tot nadenken op te wekken, en hen daarin zoodanig te leiden „ dat zij zelve opfporen , hetgene men hen leeren wil, zoo volgt hieruit, dat men hun door on= derwijzen die waarheden niet kan leeren, welke ons alleen door de Goddelijke openbaring, of door getuigenis van menfchen bekend zijn al+ zoo deze eenvoudig als Goddelijke of menfche- lijke getuigenisfen. moeten voorgedragen of vere haald worden, Alle waarheden echter, welkg men door overweging kan ontdekken en leeren kennen, kunnen, op haar zelve befchouwd , door onderrigting geleerd worden. Het onderwijs door vragen.kan dus bij de jeugd zeer goed wore den in het werk gefteld, wanneer men haar juiste denkbeelden wil geven van copen zijne eigen- chappen, in zoo ver wij die, door de rede kun- nen kennen; van de vermogens en, vatbaarheden van ’s menfchen ziel, van. deugd en ondeugd van de juiste waarde der ‚dingen, enz. 5 of ; wanneer men uit natuurlijke gronden, of uit ZOO» danige vooronderftellingen , welke, de kinderen reeds voor waar erkennen, hun iets bewijzen, of hen doer de natuurlijke, en reeds bekende bovennatuurlijke gevolgen van deugd en one deugd, ter najaging der eeríte wil aanvuren, en van de laatfte affchrikken. Wij zeggen: op haar zelve befchouwd, om daardoor te kennen te geven, dat het niet alleen van den aard der waaïe EC Rn