| Full text |
tien vereischen dat men promptelijk daarin remedieere,
zonder uitstel of delay, tot verzekering en bewaarnis
dezer stad, die amderszins zou mogen vallen im eenige
inconvenienten, niet lichtelijk wezende om te remediee-
ren, en dat het zoo zij dat binnen deze stad door de
beden derzelve zijn gesteld acht kolonellen. van dewelken
een is heer Jan van Strale, buitenburgemeester, het ambt
en officie van welke kolonellen is strekkenide over de
administratie em gouwernement van den krijgshandel,
welken aangaande zijlieden, zee het schijnt, tot nog toe
geen macht van resolveeren hebben gehad: gelijk de zaak
wel is reguireerende, zoo bidden de kapiteimen dat
Ueerw. gelieve dezen aangaande te voorzien en dat dioen-
de te consenteeren deze navolgende punten :
1) dat de vs. kolomellen zullen mogen raadslagen, ad-
viseeren en resolveeren met de fortificetiemeesters diezer
stad, nopens het feit van de fortificatiën em wat dien
aankleeft ;
2) dat dezelve kolonellen generalijk zullen: raadsla-
gen, adviseeren, resolveeren, en doen executeeren im en
op al hetgeen aangaat het feit van oorlog, altijd bij ad-
vies van Uwe Exc. ten einde dat alzoodanige noodelijke
zaken niet blijven verlet of verachterd tot onverwinne-
lijke schade dezer stad en van het gemeen vaderland,
door menigte van hoofden en diversiteit van opiniën in
vergadering van veel personen. »
Deze remonstrantie der kapiteinen, blijkbaar inge-
geven én door de kolomellen én door Oranje zelf,
werd! op 26 Februari 1578 geapostilleerd: « ter ordon-
nantie van Z. Exc. en van die heeren (van den magi-
straat) » als volgt:
« Z. Exc., burgemeesters en schepenen verklaren dat
beïide burgemeesters respectief (volgens de oude cos-
tuymen) zullen zijn kolonellen over de gilden der stad,
dat ook dezelve burgemeesters. met de kolonellen vs.
(met voorgaande advies van Z. Exc.) zullen mogen
ee
0e
5
5e
NESTEN RNR
? |
