zij de grote manitoes zijn die het wel zullen uitmaken, liefst in hun eentje, hoe het moet en kan. Dat dit niet enkel frusterend werkt, maar tot allerlei gekke toestanden kan leiden, kan bij gelegenheid door anderen wel eens nauwkeurig en kleurrijk worden verteld. Maar typisch voor deze handels- wijze is, dachten wij, het tot stand komen van het IBL formulier. Wij heb- ben ons reeds meermalen afgevraagd wie van de mensen die het mee heeft uitgedacht zelf dagelijks met IBL te maken heeft. Had men meerdere men- sen die er wel mee werken op voorhand geraadpleegd, dan had het formulier er wellicht anders uitgezien. Uiteraard kan men zonder al te veel fantasie een heel lijstje gaan op- noemen van dergelijke dingen. Maar wat wij bedoelen is dit : als de vereni- ging er niet in slaagt de mensen met een leidende functie te overtuigen van de waarde van een goede vereniging, en als op hun beurt de bibliothecaris- sen hun medewerkers niet kunnen warm maken voor de vereniging en bin- nen de mate van het mogelijke niet zoeken naar konkrete gelegenheden om aan verenigingswerk te doen en hun mensen daarin niet aanmoedigen, dan kunnen we de hele vereniging wel vergeten. Tegelijkertijd kunnen we hierbij nog wel even de bedenking maken dat het stilaan tijd wordt dat de vereniging mogelijkheden krijgt om ten minste met een paar mensen voltijds bezig te zijn in het verenigingswerk. In de huidige situatie, om van de toekomst maar te zwijgen, is het perfect on- denkbaar een verantwoord en adekwaat verenigingswerk uit te bouwen, lou- ter op basis van vrijwilligheid en schnabbeluurtjes. In die zin zouden wij durven pleiten voor een meer professionele aanpak, die ons dringend nood- zakelijk lijkt. 4. Ten slotte denken wij dat een vierde oorzaak van het slecht overkomen ligt in het feit dat velen de indruk hebben dat de vereniging er niet in slaag zich boven, of los van ideologie, konfessie en politiek op te stellen. De vereniging, het is eenieder bekend, dient zich aan als pluralis- tisch — en dat is een gelukkig iets. Maar toch menen wij dat dit pluralis- tisch zijn’ te veel en te uitsluitend vertaald wordt in een poging om de ver- schillenden gezindten aanwezig te brengen aan de hand van het typisch Belgische tovermiddeltje dat ‘pariteit’ heet. Die aanwezigheid lijkt ons dan te moeten dienen om vanuit een bepaalde hoek iets door te drukken of van- uit een bepaalde andere hoek iets af te remmen of te verhinderen. Wij dachten echter dat pluralisme voor alles de mogelijkheid moet kunnen bieden aan de vereniging om zich vrij en zonder enige binding met wat dan ook te kunnen opstellen vanuit een duidelijk strikt beroeps- standpunt. Wil de vereniging een echte bibliotheekvereniging zijn, dan zal zij zich steeds en altijd en overal moeten bekommeren om een gezond, ver- antwoord, ernstig bibliotheekwerk en zulk standpunt houdt zeker in Vlaanderen in dat het nogal eens zal afwijken van wat op het politieke of ideologische of confessionele vlak wordt verwacht. Bibliotheekgids 8- Jg. 53— Nr. 2-3 1977 / 95