Full text |
vertegenwoordigers van de Openbare Lees-
zalen. Benevens de voornoemde elementen
zullen nog enkele belangstellenden zitting
hebben.
De 'samenwerking zal niet unifiërend zijn :
elke boekerij • behoudt haar onafhankelijk-
heid in alle opzichten. '
De kommissie zal bij de Regering ad-
viezen uitbrengen over bibliotheekwezen,
zal haar oordeel geven óver te publiceren
bibliografie? werk, enz.
Ter studie wordt gelegd het portvrijdom,
waardoor de boeken in het Rijk vrij zullen
kunnen reizen en waardoor de dubbelaan-
köóp tót op het minimum herleid zou
worden.
Een volgend punt is het aanleggen van
een algemeen tijdschriftinventaris wat een
grote verdeeling van de arbeid betekent,
en tevens ’n werk zijn zal’van bijzondere
betekenis. Ook de opleiding van de komen-
de krachten zal de aandacht vragen. De
kommissie zal haar steun verlëenen aan
mogelike bibliothekarissen kongressen.
Openbare Leeszaal en Bibliotheek te
Den Haag
De Haagsche Openbare Leeszaal gaf dezer
dagen voor de 3e maal na 1916 een volle-
digen catalogus van de aldaar aanwezige
werken uit. De bibliothecaris, dr. H. E.
Greve, vestigt in het voorwoord er de aan-
dacht op dat dit wil zeggen dat binnen
5 jaar tijds 400a, daarna, nog eens 8000
exemplaren werden verkocht. Deze nieuwe
catalogus gaat nu met een oplaag van 12.000
exemplaren in zee. De eerste druk (1916)
vermeldde ± 14.000 banden; de 2e (.19.18)
+ 20.000, deze 3e (1922) om en nabij
36.000.
De catalogus is systematisch gerangschikt,
maar om de hooge kosten moest afgezien
worden van registers op schrijversnamen en
onderwerpen. De bezoekers kunnen dit
echter vinden in de kaart-catalogus. De in
dezen catalogus opgenomen muziekboeken
vormen een afzonderlijk geheel, in bruikleen
afgestaan dóór de vereeniging “ Openbare
Muziekbibliotheek ”.
Deze catalogus kan (telkens aangevuld
met de lijst van aanwinsten in den “ Gids
vóór lezers ”) voor de eerstvolgende jareh
éen Volledig, overzicht geven van deze zoo
nuttige boekerij.
Kinderboekerij en
Van de hand van Hélène Burniaux ver-
scheen in het Brusselsch dagblad “ Le Soir
van 4 Jan. 1.1. een artikel over de opvoe-
dende rol van het lezen in het algemeen, en
over de inrichting van kinderbibliotheken
in het bijzonder.
Na afgekeurd te hebben de maatregel die
sommige groote gemeenten hebben getrof-
fen, namelijk met de prijsdeelingen af te
schaffen, gaat de schrijfster over tot hetgeen
de Heer Smelten, Secretaris van de “ Ligue
de l’Enseignement ” in een voordracht die
hij in “ La Maison du Livre ” hield, zegde.
Hieruit knippen wij :
“ Ik zal al de kinderen, al de ouders op
zulk feest van het Boek uitnoodigen; er
zullen muziek en liederen, vertellingen en
spelen zijn ; de hatelijke prijsuitdeeling zal
niet bij de feestelijkheid tegenwoordig zijn;
maar er zal op het programma eene plaats
aan eene rede voorbehouden blijven, want
aan de grooten en kleinen zal de lof van den
held van het feest : Het Boek, moeten ge-
zongen worden ; zijn geschiedenis en zijn
strijd zal moeten verteld worden; en er Zal
moeten aangetoond worden, in eenvoudige
en klare woorden, hoe het boek onze harten
en gedachten verwijdt en hoe het aan de
geest der menschheid kracht en vruchtbaar-
heid verleent. ”
Mej. Hélène Bruniaux gaat dan verder :
“ Wij kunnen deze woorden de onze
maken. Om de Schoolbibliotheken, die vele
moeilijkheden met zich brengen, te ver-
vangen, zou men het systeem kunnen in-
voeren, hetgeen ik te Washington toegepast
zag : de inrichting, door de openbare boe-
kerij, van een uitleendienst aan de scholen.
49 |