Full text |
ger verhaal vaak een gedramatiseerd « fait-divers » was, de historie
van een levensincident, wordt ons hier ’t verloop geboden van een
heel menschenbestaan. Nooit had De Meyere het leven voller
omgrepen, noch meer verscheiden, talrijker wezens rond één ge-
beuren geschaard.
De Meyere is een geboren verteller. Hij verhaalt met natuurlijk
en zwierig gemak, uit lust, uit drang, uit instinct. Op zijn best ver-
toont hij de qualiteiten, die hij zelf in Van Duyse waardeert : zijn
trant is doorgaans vloeiend, boeiend, los, levendig, kleurrijk, een-
voudig. Hij verhaalt gevoelig : zijn weergave der realiteit is niet de
bloote, aan de oppervlakte der dingen blijvende schildering, geen
«reportage.» Hij geeft de menschen, gezien en gevoeld, te midden
hunner eigen omgeving, elke figuur in haar atmosfeer, die lijk
Vermeylen het opmerkte « verkregen wordt door wie niet alleen
ziet met een schildersoog maar meevoelt met het gemoed van den
mensch». Zoo komt het dat hij terzelfdertijd doordringt tot het
innerlijk wezen der dingen, het licht der ziel even opschemeren
doet, « l’âme des choses » ontdekt. Daarom mag ook gezegd dat
De Meyere atmosferisch vertelt. Haspels legde nadruk op dit
bijzonder karakter, waar hij het werk een mengsel van realiteit en
impressionisme heette en aanwees hoe alles (de verhalen van L.d.
Stroom) onlosmakelijk verbonden was met den stroom en met de
streek.Dat komt omdat hij het leven van menschen en zaken kent
tot in zijn eigenaardigste onderdeden, omdat hij dit leven gedeelte-
lijk meeleefde^ daarom ook kon hij worden de liefderijke beschouwer
van het dagelijksche leven rondom hem, de gevoelige, gewentens-
volle uitbeelder van zijn land. Het heimwee daarheen schijnt hem
mild te stemmen tegenover zijn menschen; meer nog, hij is
begaan met al hun miseries, glimlacht om elke vreugde, vergoelijkt
hun min symphatieke daden zoodat we allicht ervaren wat de sensi-
tieve Aletrino eens schreef « hoe je achter elke bladzijde een goed
gevoelig mensch gewaar wordt ».
Het decor is met ontroering gegeven. In de beschrijving van
sommige uitzichten der heimaat ontwaakt de dichter van zoo menig
teergevoeld vers. De stemmingsdichter openbaart zich op vele
bladzijden als stemmingsvol prozaïst.
Laat me nog wijzen op de lokale kleur, die in 200 hooge mate
in dit werk aanwezig is. Die is gedeeltelijk verkregen door de folklo-
ristische bijzonderheden welke de gesprekken kruiden, en de « echt-
heid » van types, milieu en gebeurtenis — zoo mogelijk nog
28 |