oka 10 zu der Verordnung über die Bewirtschaftung des Hafers vom 20. Juli 1917. Das Kaiserliche Gouvernement Antwerpen hat entsprechend meinem Antrage bestimmt, dass die Haferzentrale beim Präsidenten der Zivilverwaltung für die Provinz Antwerpen die den Kreischefs zugeschriebenen Befugnisse in einheitlicher Weise, wie im Vorjahr, ausüben soll. Hiernach wird mit Bezug auf die Artikel 8 bis 11 oben angeführter Verordnung bekannt gemacht: 1. Sämtliche Landwirte sind verpflichtet, die ihnen nach Abzug des frei- gegebenen Saatgutes und Pferdefutters verbleibenden Hafermengen auf Anforderung an die Gemeindeverwaltung abzuliefern. Die Ablieferung hat nach Verfügung der Gemeindeverwaltung an die von der Gemeinde- verwaltung zu benennenden Verladeorte zu geschehen. 2. Für die Verteilung von Hafer zwischen den Überschuss- und Bedarfs- gemeinden wird unter der Kontrolle der Haferzentrale ein Haverbureel voor de Provincie Antwerpen, Korte Klarenstraat 14, errichtet. 3. Die Überschussgemeinden sind verpflichtet die Überschussmengen an das Haverbureel in Antwerpen zu verladen, dass das abgeladene Gewicht zum Höchstpreis von Frs. 33.— per 100 Kg. gegen den ordnungsmässig ausgestellten Duplikat-Frachtbrief bar bezahlt. Die Erzeuger müssen nach Anordnung der Gemeinde den Hafer rechtzeitig an den Verladeort anfahren und an den Waggon oder an das Schiff liefern. Bahn- oder Schiffsfracht gehen zu Lasten des Haverbureels. Falls die Gemeinden den Hafer mit Wagen an das Haverbureel abliefern, wird der Hafer vom Haverbureel in Antwerpen gegen Ablieferung zuzüglich der Fuhrkosten bar bezahlt. Gemäss Artikel 8 der Verordnung vom 20. Juli dürfen die Gemeinden den Erzeugern für minderwertigen Hafer nur einen der gerin- geren Güte entsprechend niedrigeren Preis bezahlen. Säcke werden, falls nicht vorhanden, vom Haverbureel den Gemeinden unentgeltlich leih- weise überlassen. 4. Pferdebesitzer, die die benötigten Hafermengen nicht oder nicht aus- reichend selbst geerntet haben, reichen Anträge auf Überlassung von Hafer innerhalb der vorgeschriebenen Ration bei ihrer Gemeindeverwal- tung ein. Die Gemeindeverwaltungen stellen über den von ihnen geprüf- ten Haferbedarf Listen aus und reichen durch Vermittelung des zustän- digen Zivilkommissars ihre Bestellungen an die Haferzentrale in Antwerpen ein. 5. Das Haverbureel wird nach Massgabe der vorhandenen Vorräte und nach Verfügung der Haferzentrale, Hafer an die Bedarfsgemeinden zu dem von der Haferzentrale monatlich festzustellenden Preise abgeben. 6. Hafertransporte ausserhalb der Gemeinde sind nur unter folgenden Be- stimmungen gestattet : a.) Falls der Empfänger das Haverbureel ist, mit einem Geleitschein der absendenden Gemeinde. b.) Für alle anderen Transporte mit einem Stempel der Haferzentrale. Wegen der bei Nichtinnehaltung dieser Bestimmungen angedrohten Stra- fen wird auf Artikel 14 der Haferverordnung vom 20. Juli 1917 hingewiesen. Antwerpen, den 29. August 1917. Haferzentrale beim Präsidenten der Zivilverwaltung für die Provinz Antwerpen. SCHRAMM, orm. 1501. On 0 betreffende het verbruik van haver volgens de verordening van 20 Juli 1917. Het keizerlijk Gouvernement van Antwerpen in overeenkomst met mijn voorstel, bepaalt dat de „Haferzentrale beim Präsidenten der Zivilverwaltung für die Provinz Antwerpen“ de aan de heeren Kreischefs toestaande bevoegdheden, zooals verleden jaar zal uitoefenen. Hierdoor wordt met betrekking op Art. 8 tot 11 van hierboven aangehaalde verordening het vol- gende bekend gemaakt : 1. Alle landbouwers zijn verplicht, al hunne haver, na aftrek van de vrijgegeven zaaihaver en paardenvoeder, bij opeisching, aan de gemeente- besturen af te leveren. De afleveringen moeten volgens de opgaven der gemeentebesturen aan de door hen bekend te maken afleveringsplaatsen geschieden. 2. Voor de verdeeling der haver, tusschen de gemeenten welke overschot hebben en die welke te kort komen, wordt onder de kontrol der Hafer- zentrale" een haverbureel voor de provincie Antwerpen, Korte Klaren- straat 14, te Antwerpen opgericht. 3. De gemeenten welke overschot hebben zijn verplicht deze overschot kwantiteiten aan het haverbureel in Antwerpen te verzenden, het- welk het afgeleverde gewicht aan den hoogstprijs van 33.— Frs. per 100 kg. tegen voorlegging van het dubbel van den vrachtbrief betaalt. De landbouwers of voortbrengers, moeten bijtijds, volgens bepaling der gemeenteoverheden, de haver, op de ladingsplaats op wagon, of in schip afleveren. De vracht per ijzerenweg of per schip is ten laste van het haverbureel. In geval de gemeente de haver per kar of per vrachtvoerder aan het haverbureel aflevert, wordt de haver tegen afle- vering onder vergoeding der vervoerkosten betaald. Volgens Art. 8 der verordening van 20 Juli, moeten de gemeenten voor eene haver van mindere hoedanigheid ook maar eenen geevenredigd minderen prijs be¬ talen. Zakken worden, in geval niet voorhanden, kosteloos door het haver- bureel aan de gemeenten geleend. 4. Paardenbezitters die de noodige haver niet of ontoereikend geoogst hebben, moeten maandelijks eene aanvraag tot toewijzing van het hun toestaande rantsoen, aan hun gemeentebestuur indienen. De gemeentebesturen maken lijsten op voor de door hunne gemeente benoodigde haver, en zenden deze lijsten door tusschenkomst van den bevoegden heer Zivilkommissar aan de Haferzentrale in Antwerpen. 5. Het haverbureel zal naar verhouding der voorhanden zijnde kwantiteiten haver, en volgens opgave van de Haferzentrale, haver afleveren aan de gemeenten die te kort komen, aan de prijzen welke maandelijks door de Haferzentrale vastgesteld zullen worden. 6. Havertransporten buiten de gemeenten zijn maar onder de volgende voor- waarden toegelaten : a). Als de ontvanger het haverbureel is, met een geleidbrief der afzen- dende gemeente. b.) Voor alle andere transporten met een geleidbrief voorzien van den stempel der Haferzentrale. In geval van overtreding der bovenstaande bepalingen worden de straffen volgens Art. 14 der haververordening van 20 Juli 1917 toegepast. Antwerpen, den 29 Oogst 1917. Haferzentrale beim Präsidenten der Zivilverwaltung für die Provinz Ant SCHRAMM,