Terecht meent André Chevrillon, de keurige Fransche essayist, dat de typen uit het werk van Galsworthy levende vertegenwoordigers zijn van de Engelsche denkbeelden van heden. Il resterait à montrer, besluit hij, quelle satire au fond de son œuvre, quel idéal s’y oppose aux idées de la société d’Outre-Manche, j’entends aux idées établies, celles que perpétuent la tradition, le préjugé héréditaire, et qui n’ont pas cessé de gouverner les mœurs,^9 quelle pitié secrète et passionnée de la souffrance en attendrit ou en aiguise l’ironie, quelle ferveur d’amour l’inspire tout entière, enfin quel sentiment mystique, presque hindou, s’il n’était si voilé, de la divine unité du monde, où sont frères et pareils d’essence, non seulement tous les humains, mais tous les périssables vivants. » Het schrijverstalent van Galsworthy is rijk aan menschen- en levenskennis, aan ironie en liefde. Vindt men in zijn romans met uitersten zorg geteekende portretten van typen uit dehedendaagsche, Engelsche maatschappij, ook in zijn tooneelwerk treft men dezelfde hoedanigheden aan, dezelfde rustige en diepe kleur, dezelfde edele ziel. Aanvankelijk onder den invloed van Toergenjef en de Mau- passant schreef hij « Villa Rubein » (1900), « A man of Devon » (1901), «Island Pharisees » (1904). Nog onlangs in zijn voordracht te Amsterdam sprak hij zijn groote vereering uit voor Toergenjef « die de roman heeft gemaakt tot een kunstwerk met weglating van al het overbodige en met de juiste verhouding van onderdeel tot geheel », en voor de Maupassant « die meer dan eenig ander schrijver het dramatische element in de literatuur vertegenwoordigt ». Maar weldra kon men zijn groote gaven waardeeren in « The man of Property » (1906) en « The Country House » (1907), Een geschiedenis van de hoogere burgerij in Engeland (1741-1900). Edward Garnett ziet in hem « de kampioen van den zwakke tegen den sterke, en de gevoelige oprechtheid van zijn geweten, de diepte van zijn menschelijk medegevoel hebben hem er steeds toe gedreven op zich zelf te blijven staan en de benepenheid vân klassenbelangen en maatschappelijk vooroordeel aan de kaak te stellen. Hij is een humanist in de wijdste beteekenis van het woord en weerspiegelt en vertegenwoordigt de fijnste, meest menschelijke instincten van het Britsche geweten ». Als dramaturg zoekt hij, evenals Shaw, algemeen maatschappe-